IV. buiten twyfel Rondeletius te tellen. Deeze
^ zynde Doktor in de Geneeskunde, en Koning-
Hoo’fd. Hoogleeraar te Montpellier, heeft een by-
stük. zonder Werk in ’t licht gegeven , dat in ’t
midden van de Zeftiende Eeuw te voorfchyn
kwam, en met goede Afbeeldingen is verfierd.
Het eeifte deel van dit Werk , dat van de
Zee-Viflchen handelt, bevat ook eenige Infek-
ten , Viervoetige en Kruipende Dieren : het
tweede Deel handelt van de Hoorns en Schulpen
, van de Viflchen der Meiren en Rivieren,
en alles dat in ’c Water huisveft. Het eenig-
fte , dat daar in ontbreekt, is een voegzaame
fchikking : want het algemeene onderfcheid,
dier Schepzelen , wordt door hem afgeleid
van derzelver Woonplaats. Deeze Franfch-
man hadt Italië en de Nederlanden door-
kruift.
en ge™ SaLvianus^ die een Italiaan, en G esnerds,
' aus- die een Duitfcher was, .hebben zig, elk in ’t
zyn e , niet minder vlytig toegelegd op de be-
fchryving der Viflchen. De laatfte klaagt,
dat zyn verre afwooning van de Zee hem weinig
gelegenheid gaf tot dit gedeelte der Na-
tuurlyke Hiftorie. Evenwel zyn de Afbeeldingen
, welken hy van veele Viflchen geeft, niet
te veragten , zo min als die van. Salvianus i
doch hunne Werken maaken ook veeleer een
Verzameling , dan eene Befchryving der Vis-
fchen o f Vifchgeleerdheid, uit. De onvolkomen
D E R V l S S C H E N . 63
menheid van een Alphabetifche Orde, waar iv.
in men deeze Schepzelen door G fsnerus ge- Afdeel-
plaatft vindt, voldoet weinig aan een onder-
zoeker der Natuur. stuk.
Bellonius’ en Aldrovandus , die in deeze b e l l o -
zelfde Eeuw leefden, als ook Johnston, hébidrovan-"
ben door hunne Verzamelingen weinig meer s t o n ™"
nuts aan dit gedeelte der Natuurlyke Hiftorie
toegebragt, dan dezelve in verwarring te helpen.
Afbeeldingen , dikwils onvolkomen of
monftreus, en veelal niet te betrouwen: Be-
fchryvingen met weinig oordeel famengeflanft;
vervullen het Werk van deezen laatften. Ëg-
ter zyn dit de Bronnen geweeft, waar uit de
Hedendaagfchen veel Stofte gehaald hebben,
om hunne Stelzels op te grondveften.
De geleerde Ra y , door wien in de voorgaan- wil-
de Eeuw het uitvoerige Werk van W illoogh- cu rajus.
by , ’t welk behalve de befchryvingen én Afbeeldingen
der Ouden , ook veele keurige eigen
Waarneemingen bevat, aan ’t licht gegeven
en vefmeerderd was; is de eerfte geweeft,
die de Verdeeling der Viflchen, naar de Woonplaats
, verwierp. In plaats van dien bragt deeze
Engelfchman een Verdeeling in trein, die
afgeleid was van de manier van Ademhaaling
en Voortteelinge der Viflchen , en gebruikte
andere Eigenfchappen tot onderfcheiding der
Geflagten. De genen , die door Longen
Ademhaalen , werden van hem gebragt tor een
i. deel. vu. stuk. Klaffe