IV. tjes; daar men in de Sprey-Vifch 46 Beentjes
A fdeel. jn de Rugvin en 34 in de Aarsvin vindt; ’t
welk een groot verfchil aanwyft. De Kleur is
stuk. bruinrood , o f donker Leveragtig, met langwerpige
bleekblaauwe Vlakken overlangs en
fierlyk Spreywyze getekend. Hy onthoudt zig
omftreeks Java in de Indifche Zee; zynde een
eetbaare en gezonde Vifcli.
MMoeke- De Maros&e-Vifch van Valentyn , dien
Rüïsch ook Leervifch noemt, zou , volgens
dien zelfden Heer, de Seferims zyn van Ronoele-
t iu s , en de Vifch, welken Klein tytelt Rèowi.
botidesy die donker-blaauw is, met de Vinnen
en de halfmaanswyze Staart hoog Hemelfch-
blaauw; den Bek klein en Tandeloos, aan den
oorfprong van de Staart wederzyds een be-
weeglyken Stekel hebbende. In 't Werk van
Seba vindt men deezen afgebeeld , onder den
naam van Cbcttodon die blaauwagtig is met een
zwarte Rug; de Staart byna gelyk, wit en zwart
bont; wederzyds aan de Staart een prikkel, die
naar den Kop toe ftrekt, Gronovius noemt hem
Hepatus met een omgeboogene fpits, ter weder-
zyden , naby de Staart (* ) ; zeggende dat dezelve
voorkomt, zo in de Middellandfche als
Indifche Zee. In de Rugvin heeft deeze maar
34,
(*) Hepatus mucrone reflexo utrimque prope Caudam. Zd*.
phyl, p, i i 3. N. 3si. Chaetodon ccerulescens, &c. Seb. Thef.
ÏH. p. 104. N. 3. Tab. XXXIII. fig. 3. Rhombotides obfcure
«oem'eus £tc. Kl e in . Pifc. Mijf. IV. p. 36. N. I,
34, in de Aarsvin 26 Beentjes, zynde van bei- iv.
den eenige. doornagtig fcherp. De Kleur is ge- Afdem,.
meenlyk bruinagtig. H oofdstu
k*
(a ) Sprey-Vifcb die éénklcurig is. * n,
Deeze Vifch wordt door den Heer S l o a n e ,Eenkkmige.
onder den naam van Pampus, die een medefoorc
is van de Paru van Brafil, zonder Buikvinnen,
aldus befchreeven. Van vooren was hy rond-
agtig, wordende allengs dunner naar de Staart
toe. Hy hadt de Tong Spilrond, Vleezig, ge.
vlakt; de Kaaken met fcherpe Tandjes bezet;
de Oogen groot met breede Zilverkleurige Kringen.
’t Getal der Vinnen was vier; waar van
ééne midden op de Rug beginnende en eindigen-
de by de Staart: daar tegenover eene van de
Navel tot aan de Staart {trekkende en twee lange
aan de Kieuwen. Van Buikvinnen was hy
onvoorzien. Twee Zydftreepen hadt deeze
Vifch, de eene krom opwaards, de andere regt-
uit loopende: waar door hy naar de Venetiaan-
fche Licetta geleek. Hy hadt de Maag rond,
bezet met fcherpagtige Beentjes even als in de
Werktuigen, waar mede de Wol gekaard wordt,
bezet, en dus als in de voorfte Maag o f Rob
van den Sprey-Vifch. De Darmen waren eeni-
ge reizen omgewonden.
(z) Stromateus unicolor. Syji. Nat. X. Paru Brafilienfi con-
gener. SloaN. Jam. II. p. i * i . Tab. ij°> fig. 4- S-AJ.
p>fc. m
I, D ïIL , VII. STUK.