44* B t S C E Ï Ï t I H O V AN
IV. werdt de Maag langwerpig en fcherp toeloo-
A fd e e l pende , met zes dikke bybangzels aan ’t por-
XXVII. tjer } de Darm driemaal omgeboogen en mee
Hstuk! ' een E 'erftok aan ied e f z y d e » g evon den,
saiinaam- Dewyl de Heer Hasselquist in deeze Vifch
fche* ook een kort Baardje, dat ftomp en ftyf was,
veeleer naar een Knobbeltje gelykende, waargenomen
hadt, zo betrekt de Heer G ronovius
deeze en de volgende Soort tot ééne, en maakt
wederom twee byzondere Soorten van zyne Su-
rinaamfche Omber-Viffchen , waar van hy de
ééne noemt; Scisna met de Kaaken egaal, de
Zydjireep tot aan de Staart voortloopende en bogtig:
de {andere; Sciaena met de Onderkaak kortjl, de
Zydjireep tot aan de Staart voortloopende, de Tanden
by uitjlek klein. To t de eerfte Soort wordt
door zyn Ed. t’ huis gebragt de zwartagtige,
tot de andere Soort de witte Coracims van Ron-
deletius en de Cejlreus, met een Wrat aan de
Kin, de eene Rugvin van 23 of 24 Straaien, en
den Kop zeer gefebubd hebbende, van Klein, als
ook de gemelde Egyptifche (*). Hasselquist,
ondertuflehen » heeft het als een misflag by
Artedi aangemerkt, aan de agterfte Rugvin
maar a4Straalen te tellen, daar, van hem, in
meer dan tien zodanige Viflchen, 26 Straalen
in dezelve geteld waren. Artedi hadt gemelde
Telling overgenomen van Willodghbt.
C5)
(*) Z c iip h . C r t n . Tafc. I. p. S9. N. 211, iiz.
d e O m b e r - V i s s c h e n . 443
(5) Omber"Vifcb die de Bovenkaak Umgjl beeft,
de Onderkaak met een enkel Baardje.
iv.
A fdeel
XXVII.
Deeze Soort zon de Scittna o f Umbra der Hoofd
STUK.
v.
Cirrofa.
Gebaarde.
Autheuren zyn , dien de Heer Gronoviüs mede
tot de gemelde Soort betrekt. Ook hadt
LiNNiEüs den Omber-,Vifch die ongebaard was,
van gemelden Heer befchreeven , tot deeze
Soort t’ huis gebragt: als zynde het gedagte
Baardje meer voor een Knobbeltje o f Wrat onder
aan de Kin, dan voor een Baardje o f By-
hangzel, gelyk ’er in de Kabeljaauwen gevonden
wordt, te houden.
De Umbra wordt van Bkllonius gezegd een
Vifch te zyn , die doorgaans zestig Ponden
zwaar is , en ongevaar vier Ellen lang. Die
wy in Italië gezien hebben, zegt Willoughby,
waren niet grooter dan een Karper.- Men vindt-,
ze in de Middellandfche Zee taamelyk ve el;
men noemt hun te Venetie Corvo, en houdtze
voor een fmaakelyken Zee-Vifch. Het L y f is
dunner en breeder dan dat van een Karper, met
de Rug fcherp en bultig agter den Kop. Met
Loodkleurige en bleekgeele Streepjes, die beurt-
lings van de Rug fchuins afloopen naar den
Buik, is hy zeer fraay getekend. De Kieuwen.
dek'
( s ) Scizrm Maxillü fuperiore longiore, inferiore Cirro utii-
to. .ART. Gen. 38. Scitcna Maxüla fupetiore longiore, Cir-
rofa in inferiore. Art. Syn. i s , Umbra. Will. p. 255#
RAJ. p. 95. Sciacna five Umbra. Jonst. Tab. XV. iig. 9,
Scixna Maxilla fuperiore longiore, Cirris caxens, GR cm. Muf.
I. N. 92.
I. Deel VII. Stuk. F f 2
sSei .iSRIla
iI
p
93m
W
?l ij
ê
m‘
MÊ
m
miHl
s
m
I I
m
F