XXIII.
Hoofdstuk.
xv. i Poffer•
Kaai].
§$0 B E J C H S t t l S e V A N
Rug byna omringen, zynze flap o f weerloos.
In de Borft-, Buik - Vinnen en Staart, komt
het getal van Beentjes, in byzondere Tellingen
, nader overeen. Over ’t algemeen fchynt
het my toe, dat daar uit, in de Schol, Both,
Schar, Tong en Tarboth , geen onderfcheidend
Kenmerk op te maaken z y ; maar wel ten op-
zigt van deeze Platviflchen, met den Heilboth
en Scharretong vergeleeken.
( i j ) Platvifcb met de Oogen aan de flinker
Zyde, de flinker Zydflreep gedoomd.
Volgens den aangehaalden naam van gedoorm
de Tarboth , by welken deeze den Ouden bekend
was, fchynt hy door den Heer G ro n o -
v iüs betrokken te worden tot den voorgaan-
den. Deeze, die enkel door de Stekelagtigheid
der Zydflreep daar van verfchilt, zal derhalve
ook voorkomen onder onze Nederlandfche Vis-
fchen*, en, dewyl ’er de naam van Kaan in gebruik
is , heb ik dien op deeze Verfcheidenheid
van Tarbothen toegepaft. Men noemt hem te
Venetie Rbombo. ’t Getal der Straalen van de
Borrtvinnen zou maar 9 zyn.
De Heer K l e in beeldt een Tarboth a f , die
zeer ruuw is door zyne Doornen, met de Onderkaak
byna de helft uitfteekende, voorby de
Bof
t 5) Pleurone&es Oculis fïniftris, linea laterali finiftra acu-
leata. Syji. Nat. X. Pleurone&es Oculis a liniftrl, linea laterali
aculeata. Arted. Gen. is. Syn, 32. Rhombus aculea-
ms. WlLL. p. 93. P.AJ. p. j».
DZ P l a t v i s s c H e n . 351
Bovenkaak, de Vinnen en Staart met bruine iy .
Vlakken gefprenkeld. Nog een anderen heeft Afdeel.
h y , die gedoomd is en zwartagtig met bruine
Vlakken aan de onderfte Zyde, aan de andere STuk.
uit den Olyfkleurigep en witten blaauwagtig.
In hoe groote agting deeze Vifch by de Ouden
was, blykt uit hun Spreekwoord, N ih il ad
Rhombum; dat is , niets komt by den Tarboth.
M artialis en Ovidids hebben reeds de Rbom-
bi van de Adriatifche Zee geroemd. Hy heeft
met de andere Platviflchen dit gemeen, dat hy
hoe grooter, mids wel gevoed, hoe beter zy:
doch overtreftze allen in Smaakelykheid. Ook
is deeze Vifch niet zeer gemeen.
(16 ) Platvifcb met de Öogen aan de flinker xvr.
Z y d e , de Zydflreep krom , bet L y f g e t e f^ f f d L
peld.
To t deeze Soort , die 58 Beentjes' in de
Rugvin, 12, in de Borftvinnen, 5 of 6 in de Buikvinnen,
42 in de Aars- en 16 in de Staartvin
heeft, betrekt onze Autheur den Aramacq der
Brafiliaanen , die Linguado van de Portugèezen
geheten wordt, Het is een Weftindifche Vifch ,
naar een Tong gelykende, en dus, in Geftal-
t e , veel verfchillende van de Tarbothen. Hy
leeft in ’t Zand der Stranden, is eetbaar en
goed van Smaak, van boven Steenagtig, van
on*
C1«) Pleuroncctcs Oculis fïniftris, Knel laterali curvl
Corpore papillofo. Syft. Nat. X. Aramaca MaRCGR, £raf, jg j’
I. Deel. VII. Stuk.