IV. (8) Snotvifcb , wiens Rugvin tien zwarte
A fdeel. Oogjes beeft.
XfV.
Hoofd- Dit is de G m n e l lu s der Cornwalleren, die van
stuk. fommigen Butterfifcb, dat is Botervifch geheten
Guw/ius. wordt, komende ookby ons in de Noordzee,
Botcr-vifch. doeh zeer zeldzaam, voor. Hy heeft omtrent
tien zwarte Vlakken, die wit gerand zyn, ter
wederzyde, by de Rugvin, overlangs geplaatft;
't welk zyn onderfcheidend Kenmerk is. Alle
de Straalen van de Rugvin, die van den Kop
tot aan de Staart uitloopt, zyn Graatig o f gedoomd.
De Kleur is rosagtig o f donker groen,
met wit gebandeerd : de grootte fomtyds een
half Voet met de breedte van een Duim. Alles
volgens WiLLouGHBY, die het by St. Yves
in Cornwall gezien hadt en befchreeven. Deez’
heeft in de Rugvin geteld 78, in de Borftvinnen
1 1 , in de Buikvin 2 , in de Aarsvin 40
Straalen, waar van twee Icherp gedoomd zyn.
Van dit Vifchje wordt, door den Heer G rono-
v ios , een Geflagt gemaakt, onder den naam van
P b o l i s ; waar van de Kenmerken zyn: het L y f
langwerpig Spilrond, rank, hooger dan breed,
ODgefchubd: de Navel in ’t midden des Lig.
haams: de Kop klein van dikte als het L y f" ,
en ftomp, hooger dan breed, niet gedoomd:
de
(*) Blennius Pinna Dorfali Ocellis decem nigris. Muf. A i ,
F r . I. p. 69. Blennius maculis circiter decem , nigris , limbo
albo, 'utrimque, ad Pinnam Doxfalem. Art. Gen. 27
Syn. 4s.
de Tanden egaal en tegen elkander. aan , in
de Kaaken : het Kieuwenvlies ten grootften
deele van de Dekzels der Kieuwen gedekt,
en met zes Beentjes geftevigd: de Vinnen
v y f of zeven; dewyl de Rugvin en Aarsvin tot
aan de Staart toe uitloópen : de eerfte begint
op ’t midden van de Rug en heeft de Straalen
weinig gedoomd: de andere aan de Navel. De
Buikvinnen, zyn in fommigen naauwlyks , in
anderen duidelyk zigtbaar (*).
IV.
A fdeel.
XIV.
Hoofd*
stu k .
(9) Snotvifcb met drie Straalen in de voor Re ' MujhUrh,
Rugvin. ! ■ $***+■
Dit Snotvifehje, dat men vindt in het Kabinet
van den Koning van Sweeden, is van de anderen
onderfcheiden; doordien het twee'Rugvinnen
heeft, waar van de voorfte met 3 , de
agterfte met 43 Beentjes is geftevigd ; terwyl
’er in de Borft vinnen 1 7 , in de Buikvinnen 2 ,
in de Aarsvin 29 en in de Staartvin 13 zyn.
L innjEUs heeft eene Verfcheidenheid daar van,
die in de agterfte Rugvin maar 40 Straalen voert,
aangetekend. Het komt uit Indie,
(10) Snotvifcb met twee Baardjes aan den Bek. Vi*'parar,
Mag-Aal.
De *
*>S-
( * ) Zoophyl. Gron. Falc. I. p, y%.
(9} Blennius pinna Dorfali anteriore trlradiata. Muf. A i .
JPr. I. p. 69. B. Blennius pinna Dorli anteriore radiis tribus t
pofteriore quadraginta. Muf. A i . Fr. I. p. 69.
(lo) Blennius Ore tentaculis duobus. Syjt. Nat. X. Blen-
jnius Capite Dorfoque fusco - flavefcente, lituxis nigris , pinna
j. Deel. yii. Stuk. Ani