IV. 0 0 Oranje-Fifch met een gevorkte Smart en
Afdesi» drie-en-vyftig Strooien in de Rugvin,
XVIII.
H oofd- Indien, . alleenlyk, ’t getal der Beentjes van
stok. je Rugvin deeze Soort van de voorgaande
Epefiiis. onderfcheiden moed , zou men ze mific,hièn
Gefpikkei(Je.wei ajs de zelfden kunnen aanmerken. Ook ge*
tuigt onze Autheur , dat dezelve weinig van
den voorgaanden verfchille. Zyn Ed. haalt
hier den Brafiliaanfchen Gmracapema van M arc*
g r a a f aan, welken die Schryver oordeelt het
Mannetje te zyn van de Dorado. 'N i e r e n -
b e r g hadt denzelven Auratus of Auraniius, dat is
Vergulde o f Oranje-Vifch geheten, en deeze
zou het zyn , dien de Zeelieden Dolphyn noemen.
Een enkele uitdrukking der Reisbefcfiryveren
js in (laat, om de Natuurlyke Hiftorie in verwarring
te helpen. Rochefort getuigt, dat
de Amerikaanfche Dorades den Kop lpits hebben
, daar de (lompheid van de Snoet en rondheid
van den Kop een byzonder Kenmerk is van
deeze Viffchen. Men ontmoetze meed in de
ruime Zee , in ’t Vaarwater tuflchen Europa
en de Wertindifche Eilanden. Men vindt ’er
tweederley Soort van , zegt L egüat (*_).
Sommigen hebben de geheele Rug ge-email-
„ leerd met blaauwagtig groene Vlakken , die
„ fchit-
(z) Coryphsna Cauda.bifurca , radiis Dorfalibus quhiqua-
ginta tribus. Syfl. Nat. x. Dorado. OsB. Itin. jog. Gitata-
capcma. Marcgr. Braf. 150.
(*) Voyagts. Tom. I. p. 21.
fchitteren als Beril - Steenen * op een doü- jy .
,, keren Grond. De Buik is helder Zilvetkleuï: -Afdeei*
„ de Staart en Vinnen zyn als met fyn Goud VV1U.
„ verguld. Niets is levendiger en glanziger, STBK.
„ terwyl de Vifch zig nog in zyn Element be- * Aigucs
jy vindt, o f nog niet gedorven is , ’t welk inmarmts
„ weinig tyds gebeurt. Deeze is Van vier tot
j, v y f Voeten lang en niet dikker dan een Salm.
„ Rondeletids noemt hem Zee-Braafemf.dk t Brêfm
„ verneem van onze Matroozen, dat de ande- de Mer
5, re Soort van Dorado niet van deezen ver-
, , fchille, dan daar in, dat de enden der beide
, , Kaaken een weinig meer uitdeeken, èn dat
„ de Vlakken fierlyk Hemclfchblaauw z y n , op
„ een Grond van Goud
Dit laatde geeft eenige opheldering aan ’t
getuigenis van Rochefort: wat meer o f min
heeft nooit een Zaak de Waarheid geheel ontnomen.
Ook fchynen ’t my die laatdgemelden
te zyn , welke met deeze Soort bedoeld worden
; als zynde, door hunne uitmuntende ge-
llippeldheid, van de anderen onderfcheiden.
Zie hier de befchryving van den Brafiliaanfchen
Guaracapema.
Dezelve groeit tot de langte van zes o f zeven
Voeten, en heeft, by den Kop, de breedte
o f hoogte van anderhalven Voet. De Kop
loopt vierkant u it, met eene fcherpte: de Bek
is niet groot, met fcherpe Tandjes. De Oo-
gen, digt aan den Bek (laande, hebben Kringen
van Zilverkleur. Een grootc Vin, van
l iDEEL. VII. STUK. ZC