IV.
A fdeel.
X X IV .
H oofdstuk.
xiv.
/ Iruanus.
Witkop.
zyne i s , op een bleekgeelen Grond, overlangs
getekend met gegolfde bruine Streepen.
Weinig verfchil, ondertuflèhen, is ’er in de
Tellingen der Vin-Straalen van vier zodanige
Vifchjes. Men heeft in de Rugvin gevonden
30,31 o f 32 Beentjes, waar van tien, elf of
twaalf gedoomd: in de Bor ft vinnen 14, 15 of
16; in de Buikvinnen 6 , als gewoonlyk, waar
van één gedoomd; in de Aarsvin 20 of 2 1 , en
daar van, in allen, drie ftyf en fcherp: 17 of
18 Beentjes in de Staartvin. Deeze laatfteis,
zo wel als de Rug- en Aars-Vin aan 5t agter-
end, gerond, en de Snoet heeft deKaakénwel
tjitgeftrekt, maar kort, volgens Gronovius (*).
Dat de Spoet een weinig opwaards omgekromd
z y , gelyk de Heer B a l k zegt ( f ) , is in de Afbeelding,
■ die men in ’t Werk van S e b a vindt,
ook blykbaar.
(14) Klipvifch met twaalf Rugdoornen , de
Staart gevorkt, bet Lyf met drie bruine Ban.
den getekend.
Onder die zelfde benaaming, het getal def
Doornen in de Rugvin alleenlyk uitgezonderd,
komt
(* ) Chaetodqn Fafciis latis transverfalibus fuscis', Maxiüis
„toduftis brevibus, Finnis Doifi Anique poftice rotundads;
Cauda rotundata. Zóo-ph. G ron. Fafc. I. p. 7°- 23S‘
( t ; • M u f ,P r i n c . N. 43. Amom. Aead. Vol. L .p a g .m s .
f14) Chaetodon Ipinis Pinnac doi'laü s duod?cïm, bifif 3 ,
Fafciis tribus fufeis. S y ft. N a t . X. Chaetodon Cauda bifurca,
Fafciis tribus fuscis. Muf. A i. Fr. I. p. 63. T . 33. %• *•
kómt deeze Soort van Klipvifch voor in de be- iv .
fchryving van het Koninglyk Sweedfehe Kabi* Afdeel*
neb Zyn Voorhoofd is wit. Hoorn.
(15) Klipvifch met twajtlf Rugdoornen ; bet S^ K*
L y f seÜreept ; een Oogje onder aan de Capijiratus.
J o J r Soldaaren-
Staart. ' ^ vifch.
Pi. LXIL
De fchuinsheid der Streepen , waar mede F’s ' +’
het L y f getekend i s , die van de Rug voor-
waards naar het midden des Lighaams loopen,
en aldaar anderen ontmoeten, van onderen komende
, waar mede zy een fcherpen hoek maa-
ken , is het voornaame Kenmerk van deeze
Soort, Omtrent de plaatzing, immers, van de
ronde , zwarte of bruine , Oogswyze Vlak»
febynt eenig verfchil te zyn; alzo dezelve fooi-
tyds aan de Rugvin en hooger, fomtyds laa-
ger dan de Staart gevonden wordt. Het eerfte
heeft plaats in de Afbeelding van Ruisgh, en in
de befchryving welke de Heer Gronovius geeft
van zulk een Voorwerp, dat aan zyn Ed. vereerd
was door den Heer C. van Hoey : het andere
in die van ’t Sweedfch Koninglyke Kabinet. Id
dat van Seba en het Vorftelyke der Akademie
van Upfal, was de Vlak, zo ’t fchynt, byna
regt'
(15) Chaetodon fpiriis Pinna: Dorfalis duodecim, Corpore
fttiatoj Ocdlo fubcaudaü. Syji. Nat. X. Chaetodon pallidus,
fafcia Capitis Ocelloque fubcaudali fufeis. Muf. Ai. Fr. F.
p. <53 T. 33. f. 4. Chaetodon macrolepidotus, linea nigra ad
Oculos, raacula rotunda ad pinnam Dorfalem. GR ON". Muf,
II. n. 19$. Labrus Roftro reflexo , Ocelio purpureo , Itide
alba juxta Caudarn. Ameen. Ac ad. I. P- 314.
lsxei.. vu.stuk. Aa