XXII.
H oofdstuk.
3lS B E S C E Ï R t V I N C V A K
gelyk Artjedi zegt : weshalve ik hem Zee.
Zvoyn noem. T e Genua wordt hy Strivale,
te Rome Riondo geheeten. Hy onthoudt zig
naby den Grond der Z e e , en wordt daarom
zelden als na een flerke beroering der Wate-
ren , door Stormwinden , gevangen. Of het
de Kflwr^e? der Ouden zy , die een knorrend
Geluid maakte, fchynt zeer twyfelagtig.
Dit Vifchje is ongelyk kleinder dan de
Zonnevifch , doch van de zelfde Geflalte.
Nooit hebben wy het grooter gezien dan vier
Duimen, zegt W illoüghby. De Kleur is
rood; het L y f bekleed met Schubben, die ruig
o f Hairig gerand zyn, en daarom ruuw op ’t
G e v o e l: de Bek fcherp een weinig opwaards
geboogen: de Staart geenszins gevorkt, aan ’t end
hoogrood. Twee Rugvinnen zyn ’er , waar
van de voorfle 9 fly v e , flerke Stekels heeft;
de agterfle 23 .flappe Beentjes. De Borflvin-
nen hebben 14 Kraakbeenige Straalen, de Buikvinnen
6 , waar onder één fly f en fcherp: de
Aarsvin 2<5, van welken de drie voorften kortft
en Doornagtig. Het wordt, aan de Engelfche
Ku fl, o f niet gevangen of wegens zyne kleia-
heid van de Viffchers weg gefmeeten.
d e P l a t v i s s c b e h . 319
IVA
fdeel.
XXIII. H O O F D S T U K . XXiü.
Hoofd-
Befcbryving van ’t Geflagt der Platvisschen , stok.
waar in de gewoons Europifche,' Schol, Both,
Tong, Schar, de Heilboth, Tarboth, Griet,
Kaan, benevens de Scharretong , en veele uiU
beemfche, onder welken eenigen aartig gejlippeld
en gejlreept zyn.
De Geflagtnaam van Platvisschen kan met Naam-
zeer veel regt gegeven worden aan die,
welken men, in de oude Verdeeling, doorhun-
ne Platheid onderfchëidde, en Platte Viiïcben * * $ï/ka
• 'plani
noemde,-gelyk wy gezien hebben (*)• Hetis
tevens de gewoone naam van dezelven, zo onder
’t Gemeen, als by de Luiden, die met
Vifch te vangen en te verkoopen hunne Kofl.
winning betragten. Van de Hedqndaagfchen
worden zy begreepen onder den Griekfchen
Geflagtnaam Pleuroneftes, die van het zwemmen
op de Zyde, of liever van het voortgaan
door de beweeging der Vinnen , waar mede
hunne Zyden bekleed zyn , afkomflig zal zyn.
t De
(*) BW- s4- Het is daarom , myns oordeels, ?eer jiiib-
belzinnig en oneigen, de Vifïchen, die Plagioplmei genoemd
worden , om dat zy breeder dan hoog van Lyf zyn , Pla t
te heeten , en , in tegenftelling daar van, de C^thetopljsjti.
di? hosger zyn dan breed, RANK. Een klein, en naauw-
lyks op ’t oog gewaarwordelyk verfehil, zou dus een Vifch
van rank ,< plat, en van plat, rank maaken. Wy zien, inderdaad,
dat de Ouden naanwkeuriger en bepaalder geweeij
*yn in hunne onderlcheidcnde Benaamlngen,
t. d eel . YII. Stuk.