IV.
H oofdstuk.
XVIII.
Sparveriut.
PI. XXXI.
J>£. 2.
Stöirrei.
Hals, Borft, Buik en Vleugelen, zyn wit van
onderen: de Scaart heeft geele en zwarte banden.
Als hy een Menfch verneemt, zo fcha-
tert hy.
( 1 8 ) Valk met geel JVqfcb en een bruinen
Kop, de top van ’t Hoofd en de Buik rood,
de Wieken blaauwagtig.
De Engelfchen noemen deezen Roofvogel,
die in Amerika huisveft , den kleinen Havik.
Pater Feuillee noemt hem kleinen Sperwer, de
Kuikenvreeter , doch deeze is het Wyfje. Ca-
tesby geeft van het Mannetje een zeer goede
Afbeelding. De nevensgaande heeft de Heer
Brisson doen maaken naar een W y fje , t welk
zig opgezet bevondt in het Kabinet van Reau-
mur. Men vindt deezen Vogel in verfcheide
deelen van Amerika en op de Weftindifche Eilanden.
Dé dikte is omtrent als een Merel. Van
boven is hy Wynagtig ros, met zwart overdwars
geftreept, de Kop blaauwagtig, met een
roffen top. De Wieken zyn van boven, in het
Mannetje, blaauwagtig Afchgraauw, in het Wyfje
Wynagtig ros; in ’t Mannetje met zwarte punten
, in ’t W y fje met zwart overdwars geftreept.
Onder den Latynfchen Naam van MJalon en
den Franfchen Esmerillon of Emerillon, is van de
Ouden een Vogel befchreeven, dien de Duitfchers
(18) Falco Cera lütea, Capite fusco , Vertice Abdo-
mineque rubro. Alis cccrulescentibus. S y ft. N a t X. Acci-
piter minor. Catesby Carolin. I. p. $• Tab.
fchers Myrle of Smyrle noemen, de Engelfchen II,
Merlin. Johnston geeft daar van, op Tab. Afdeel.
XIII. 5 een taamelyk gsede Afbeelding, die van j^00F'Dt
G esnerus is ontleend. Tot deeze Vogelen stuk.
wordt de Karolinifche Sperwer van Brisson
betrokken, dien hy deswegens noemt MJalon
Carolinienfis en Emerillon de la Caroline. Voorts
heeft hy ’er nog een van de Antillifche Eilanden
, die niet veel grooter dan een Lyfter i s ,
van boven ros , van onderen wit, en over ’c
geheele L y f met zwarte Vlakken getekend ,
dien de Ingezetenen der gemelde Eilanden Gri-
Gry noemen, wegens zyn gefchreeuw. Deeze
aaft inzonderheid op kleine Haagdisjes en Spring-
haanen , doch vreet ook wel jong gebooren
Kuikens, of Vogeltjes. Bovendien heeft B risson
eenen Emerillon van St. Domingo befchree.
ven en afgebeeld, die weinig van den Karoli-
nifchen verfchilt.
( ig ) Valk met geel Wafcb, bet Ligbaam bruin, XIX
van onderen wit, de Staart bruin met vier Columbawitte
fmalle Streepen gebandeerd. Amerikaaa«
lche.
Deeze Duif-Sperwer van C atesby wordt in
Amerika gevonden. Hy verfchilt, in verfcheide
opzigten , van den gemeenen Havik o f Duif
Sperwer van Aldrovandus en anderen, gelyk
wy vervolgens zullen zien.
(20),
(19) Falco Cer3 lutel , Corpore fufco fubrus albido,
Caud& fusca.Falciis linearibus quatuor albi*. Syfl. Afaf.X.
Accipiter Palumbarius. Catesby. Gerei. I. p. 3. T. 3.
I. Dul. IV. S»k, L 4