j j# rifche, die een weinig grooter is , hebbendé
A fdeel, de Wieken van boven ros- o f roodagtig.
W. Voorts heeft hy ook de Rots- en Berg- Valk,
stuk. waar van de laatfte, zo ’t hem voorkomt, wel
Rots- en eene Verfcheidenheid van den eerden zou
Bergvaik.
kunnen zyn. Zy zyn, op ver naa, zo groot
niet als de Pelgrim of uitheemfche Valk. De
kleur is van boven Afchgraauw, met de Schaften
der Vederen zwart; van onderen rosagtig,
gemengeld met langwerpige bruine Vlakken;
de Staarcpennen Afchgraauw, aan ’t end zwart
met witte toppen. Hy wordt by de Schry-
vers, om dat hy in de Rotfen neftelt, Litho•
Falco of Falco Lapidarius, dat is Steenvalk, geheten.
De Bergvaik is van boven Afchgraauw
of bruin, met een zwarten Kop en ronde Vlakken
op de Bord. , Men vindt ’er eene Verfcheidenheid
van , met blaauwe Pooten en
bleekblaauwagtig van kleur, die van de Duit-
fchers Zwitter-Falck en van fommigcn Sprintz-
Blaw fusz genoemd wordt, verfchillende van
den gejlernden Valk , die ook blaauw is van
Pooten, doch zwartagtig over ’t L y f , met
Vlakken , die naar Sterren gelyken, gefpren-
keld, en van den gekuifden Valk der Ooftin-
diën. By-EöwARDS wordt een Valk afgebeeld
van de Hudfons-Baay, verfchillende weinig in
kleur van de Europifche Bergvalken, omtrent
van lyvigheid als een middelmaatig Hoen. Deeze
maakt aldaar Jagt op de witte Berghoende-
ren (*). L ë*
(*} lAt. Tom I. Tab. 53'. Sub. titulo£»*e cendrét.
L emery zegt , dat het Vet der Valken \L
dien (tig zy yoor Oogkwaalen, om de Gefwel- Afdeel.
len te doen verdaan , als ook om de Zenu. |^0^‘
wen te verfterken. Hunne Vuiligheid is op- stuk.
lodende , wanneer men die uitwendig legt op
het ongeftelde Lighaamsdeel. Men kan ’er
ook van inneemen om tezweeten. Het Vleefch
werdt oudtyds dienftig geagt tegen de Ziekten
der Herfenen.
(13) Valk met het Wafch en de Pooten geel,
. 0 SubbHteo*
de Rug bruin, een witten Nek en een blee- Boomvalk»
ken Buik, die getekend is met langwerpige
bruine Vlakken.
Deeze wordt in Duitfchland gemeenlyk Baim-
falckj dat is Boomvalk, b y 'd e Engelfchen
Tree-Falcon, ’t welk even ’t zelfde betekend,
doch ook Hobby en kleine Buizért geheeten:
de Franfchen noemen hem Hobreau of Hob er eau.
Hy is ongemeen heet op de Leeurikken, die
voor hem zo bang zyn, dat zy op het gezigt
van deezen Vogel wel onder de Kleederen der
Menfchen, o f in een rydende Wagen, hunne
verfchuiling zoeken. Hy wordt in Sweeden
ook gevonden, alwaar hy zyn Neft in de Boo-
men maakt. Zyn grootte is omtrent als die
der Rots- en Berg-Valken. Van boven is hy
bruin
(13) Falco Cera Pedibusque flavis , Dorib fufco, Na*
cha alba, Abdominelpailido maculis oblongis fufcis. Faun,
Suec. 64. Subbuteo. A l bim, ^Ly. I.p. 6. Tab. VI. RaL
if.
I.Deïj». ÏV. Sru*:,