*<?2 B E S C H R Y V I N d
II. Geboomte, alwaar z y , wel met haar vyftigeni
FDEEL.. Eijeren Ieggen en dje ujtbroeden J in één enkel
Hoofd- M en heeft zulks te Cayenne, van waar
stuk. zy aan ReauMur gezonden werden, zekerlyk
waargenomen, ’t Schynt dat men deeze Vogelen
ook vinde in de Boflchen van Brafil, alwaar
zy aan hun Gefchreeuw op een hoogen
toon, kenbaar zyn en daar van komt miffchiert
de naam van Am. Hun Vleefch wordt niet tot
Spyze gebruikt. Marcgraaf plaatftze, wegens
de fchoonheid van hunne kleur, onder de
Parkietjes.
Te?k°e«er andere Soort, dien Brisson le grand Bout-
de - Petun noemt, is ook van Cayenne gebragt.
Deeze heeft omtrent de grootte van een Gaay,
zynde, met den Kop en Staart, anderhalf Voet
lang, en ongevaar een Voet hoog. De kleur
is, over ’t geheele L y f , Violetkleurig zwart,
met de randen der Vederen groen, even als in
de kleine Ani; doch deeze groote heeft de Slagpennen
donker-groen. Hy wordt, opgezet zynde,
in ’t Kabinet van den Heer Aubry, te Pa-
rys bewaard.