P i ■ IK f
Ha
'èm
II.
ÂFDREL,
IV.
H OOFD.
STUK.
’t Sweedfch Slagbok geheeten. Van den regten
Buizert hadt hy gezegd, dat dezelve aldaar zeer
gemeen is , inzonderheid by Upfal, waar de
Jongen ,in ’t midden van July, op de Haagen zitten
, geduurig gierende, weshalven deUplanders
hem Ouidvogel noemen. De grootte van de een,
zo wel als van den ander, is gelyk een Hoen.
De Muis-Valk, heeft bruin Wafch, doch ver-
fchilt in kleur weinig van den Buizert, wiens Ei-
jeren wit z y n , met enkele rosagtige Vlakken
( f ) .
De Heer B risson , die deeze twee Soorten
wel duidelyk onderfcheidt, hefchryft, onderden
Latynfchen Naam van Circus, een grooten Buizert
, die egter niet veel grooter is dan de ge-
meene, zynde van Maltha in ’t Kabinet van
' R eaumur gezonden door den Heer Godebeu de
Riville. ’t Schynt my toe, dat deeze in kleur
ook weinig van den gemeenen Buizert ver-
fchille, uitgenomen dat hy wat roller is , doch
zo rood niet als de gene, die van hem genoemd
wordt de rojje Buizert, en zo fraay niet gevlakt
als de gejlernde. F risch geeft, van
deeze drie zeer goede Afbeeldingen (t). De
Duitlchers noemen de twee eerlten Hoender-
Havik of Hoender.Gier, den laatftgemelden, wegens
zyne roodheid, Brand-Gier o f Vijcb-
Gier. ( i j )
(I) Fauna Suerica. Lugd. Batar. 174Ö. pag. 22,
(:j:) Onder den naam van Milvus five f ijiu r . Tab. 72«
\ftccipiter Stellarius, five guttatus, Tab. 73. en, Sultut
five Laoiariu» medina, Tab. 78.
( i 5) Valk met bet Wafch en de Pooten geel, jf
bet Lighaam ros met zwarte flippen, de . Afdeel.
Borfl met langwerpige bruine Vlakken, de
„ J , , 7 Hoofd*
Staart rond aan t end. STUK.
Groot is de verfcheidenheid van Naamen,5 7 tnnunctt*
welken deeze Vogel in allerley Taaien heeft, lh.
en grootelyks verfchillende in afleiding van ^ en‘ ‘uet*
zyne hoedanigheden. De Griekfche Naam
Cencbris, by welken hy den Ouden bekend was ,
fchynt oorfprongelyk te zyn van de kleine flippen,
waar 'mede zyn Pluimagie, even als de
Huidvan fommige Slangen, fierlyk is gefpren-
keld. Het Latynfche Woordt Tinnunculus, willen
fommige afgeleid hebben van het geklank
zyner Stem, o f, zo het Triflunculus moeite zyn,
van het Italiaanfch Woord Triftatello, ’t welk
een loozen Guit betekent, wegens hunne doortraptheid
in ’t vangen van Vogeltjes en Muizen
, dat de voornaamlte fpyzedeezerRoofvogelen
is. De SpaanfcheNaamCero/cfl/o en deFranfche
Cresferelle, als ook de Engelfche Keftrel, zouden
van het Griekfch kunnen afkomltig zyn. Hy
maakt een zonderlinge beweeging met zyne
Vleugelen in de Lugt, even o f hy aan het
wannen ware, en deswegens noemen hem de
Duit.
( i j ) Falco Cerâ Pedibufque flavis, Dorfo rufo punc»
lis nigrls. Peftore maculis longitudinaltbus fufcis, Cau-
dâ rotundatâ. Faun Suec. Tinnunculus five Cenchris. Gf.su,
*Ay. 44. A ldrov Ornhh. V- p. 39J. W’H.L, Ornithel.
$0. Tab. 5. RaJ. A-y. i <S. A lbin, ^Ay. I. p. 7, Tab*
7« (foeminaj & UI. p* T*b. 5.
J, IV. Siwk, JL 2