jj 1net een zwarten Kop,van Jamaika. Albinheeft
Afdeel, hen den langftaartigen Mango-Brommer geheten.
XXIII. Het L y f van dit Beertje is geen Duim lang;
JS S kD" doch het heeft een StaarC van Z6Ven Duimen *
een Bek van tien Liniën. De kleur is van boven
geelagtig, van onderen Goud-groen , met
een Hemclfchblaauwc weerfchyn: de Kop van
boven blaauwagtig zwart: de randen der Vlerken
wit ; de Staartpennen zwartagtig en de
Staart gevorkt. Het onthoudt zig op Jamaika.
V. (5) Bloemzuigertje met een krommen Bek, de
Fcificatus. zydeiingfe Staartpennen zeer lang, het Lyf
u f b i ï u ï - groen, de Veertjes om J Hoofd en de Staart-
Kopje. pennen hlaauw.
Schoon Sloane dit genoemd heeft allerkleinjl
Honig-eetend Vogeltje, is het doch van de
kleinften niet, en de Staart is nog geen v y f
Duimen lang.,* daar de geheele langte, met Bek
en Staart, over de zeven Duimen is; zo dat ’er
voor het L y f een Duim overfchiet. Browne
hadt het den grooten zwartagtigen Polytmus,
met een weerfchyn van Goud, getyteld, en
E qwards noemt het, groen langjlaartig Honig-
cetertje. Men vindt het op Jamaika,
Ray
Trochilus curviroftris, Rectricibus lateralibus lon-
giffimis, Corpore viridi, pileo Redtricibufque coeruleis.
Sy(t. Nat. X. Polytmus major nigricans, aureo var ie
fpiendeus , Permis bir.is Uropygü longiffimis. Brown.
Jam. p. 47f. Mellirora viridis, Cauda longa. Euw- 'gffp*
- i. T. '33, Mellivora Avis minima. Sloan. Jam, II* p*
307. T. 264. £ x. RaJ« Aty* i%Ji
R av houdt dit voor een der fchoonrte Vo- H.
geitjes, welken hy ooit gezien hadt. De top
van ’t Hoofd is blaauw , de Onderbuik wit, het
L y f groen met een Goud-glans; zo ook de Staart- stuk.
pennen, die een weerfchyn hebben; van He-
melfchblaauw. De Staart is gevorkter dan in
de voorgaande, alzo de buitenrte twee Pennen
omtrent drie Duimen buiten de naaften uitftee--
ken, en de middelften (geen Duim lang zyn.
Die lange Pennen zyn aan hunnen wortel, van onder
en van boven, met een ftyf Veertje geftevigd.
Ik geef hier de Afbeelding van het Vork- Vork daar-
ftaartig Bloemzuigertje van Cayenne , t weik £ayenne>
BaissoN uit het Kabinet van den Heer de Ban- pi.xxxvr.
deville befchryft. Deszelfs L y f is ongevaar F‘s ' I0’
een Duim lang, gelyk ook de Bek , de Staart
drie en een vierde Duim. De kleur verfchilt
van het Jamaikaafch Blaauwkopje weinig; dan
dat Kop en Hals paarfchagtig is , en de Staart,
pennen Staal-blaauw. De Staart is ook zeer gevorkt
, doch een weinig minder dan in de
voorgaande.
Nu volgen de Bloemzuigertjes, welken L in-
NiGUs kortjlaartigen noemt.
QSy Bloemzuigertje niet zwarte Staartpennen,
de drie zydelingfen aan de tippen w it , en Roocl„
een rooden Keel. borftig Ko-
Dee- librietje,
(6) Trochilus Re&icibus nigris , lateralibus tribus A-
pice albis, Gula rubra. i'y/f. Nat. X. Mellivora Avis ca.
rolinenlïs. Catesb. Car. I. p. öy. T, Mellivora -Gula
ffjabra. Epw. ^Av. 38. T 38.
I. Deel, IV, Stuk, D o 4