226 B e s c h r y v i h o
IT.
Afdeeî
VII
Hoofd»
STOK.
Onder-
lchei ding
van Bris*
SON.
o f als een Zikkel; om zig duidelyker uit te
* drukken. De Pappegaaijen hebben daar in de
eerfte plaats, waar onder hy twee Hoofd-ver-
deelingen maakt, naamelyk de ecne van lang.
Jlaarten, die de Staart Wigswyze hebben, de
andere van kortftaarten, met de Staart aan ’e
end gelyk o f breed. De Heer Brisson maakt
een andere onderfchciding , in zyn Pappegaaijen
Geflagt, fpreekende daar van aldus.
De Vogelen van dit Geflagt zyn ongelyk van
dikte: fommigen, naamelyk, komen in Lyvig-
heid naby aan de Hoenderen ; anderen gaan een
Lyfter , ja een Leeurik , naauwlyks te boven.
Onder de grooten , zo wel als onder de kleinen
, heeft de eene Soort de Staart zeer lang,
de andere veel korter. De grooten, met een
zeer lange Staart, noemen wy Ara's, in ’t La-
tyn Ar®, en de Engelfehen heeten ze Maccaos.
Van de grooten, wier Staart kort is , zyn fom-
migen bykans geheel w it, en deeze noemen
wy Kakatoes, in ’t Latyn Cacatuie , en de En-
gelfchen geeven ’er den naam van Cockatoons
aan; in anderen heeft de roode kleur de overhand,
welken w y , zow e l als de Engelfehen,
Lory's noemen, in- ’t Latyn Lorii: anderen}, ein-
delyk, zyn met verfcheide kleuren gemengeld,
en wy geeven ’er den naam aan van Perroquets,
in ’t Latyn PJittaci, en de Engelfehen heeten
dezelven Parrots. De kleinen, die de Staart
lang hebben , noemen wy Perruches, in ’t Latyn
Pfittac®, de Engelfehen long-taU'd Parrakeets
• ©f
ö f langftaartige Parkieten. De zodanige kleinen
, voor ’t laatft , welker Staart kort is, worden
van ons petites Perruches, in ’t Latyn Pfit-
taculce, en in ’t Engelfch, ecnvoüdiglyk, Parrakeets,
dat is Parkietjes, genoemd.
Op deeze wyze heeft Bri'sson byna honderd
Soorten o f Verfcheidenheden van Vogelen, in
dit Geflagt, als by Afdeelingen geplaatft; waar
van ik , om de aardigheid, de Naamen zal op-
geeven.
A R A 'S of MACCAO'S, zeven in getal.
1. De Ara van Bralil. j 5. De gemengelde van dé
2. Die van Jamaika (1). Molukkes.
3. De blaauw en geele 6. De groene van Brafil
van Jamaika. j (5).
4. De blaauw en geele 7; De groen en roode van
van Brafil (2). | Brafil.
K A K A TO E S , vyf in getal.
8. De gewoone witte.
9. Die met een geele
Kuif Cl6).
10. Die met een roode
Kuif.
11. De kleine Kakatoes
12. De Kakatoe met roodeWieken
enStaart.
0 9 >
L O R T S , zeven in getal.
f3. DeLory.vanCeram.
(22).
14. DeLory van deMolukkes
(21).
15. Die uit Ooftindië
( 23>
I . D t ï i . IV. Stuk.
ï 6. Dte van de Pbilippytl-
fche Eilanden (24.
17. De Brafiliaanfchei.
18. Die met een Halskraag
uit Indie.
tg . De Amboineefche.
P a 20.
VII.
Hoofd.
STUK.
, Verfchel
denhederi
van Pappé-
gaaijetü