XXL
Hoofdstuk.
Naam-
424
fchreeven (*). Dien, welke Coracias van hun
genoemd wordt, kan men tam maaken, en dan
opvoeden met een Pap van Vleefch | en Brood
of Zemelen, in Melk gemengd. Dit z a l, waar-
fchynlyk, onze Klip-Hoppe zyn.
XXII. H O O F D S T U K .
Befchryving van 't Gcflagt der Boom kruipertjes
, die bunnen Naam hebben van hunne Ei-
genfehap, en waar onder ook de Muurkrui*
per en Amerikaanjche Suiker-Vogeltjes behoor
en.
Di t Geflagt van Vogelen heeft zynen Naam,
in meelt alle Taa}en, van een'e Eigen-
fchap, waar in het byzonder uitmunt, naame*
lyk van op zulk eene manier by de Stammen
en Takken der Boomen op en neer te loopen,
dat het als langs dezelven , hoewel op een zeer
vlugge wyze, fchynt te kruipen. Hierom heet
het in ’t Engelfch Creeper, Tree-Creeper, dat is
Bóomkruiper; in ’t Franfch Grimpereau, in ’t
Sweedfch Krypare , in ’t Hoogduitfch Baum-
kletterlin of ook Rindelkleber en kleinfte Baum-
backer o f kleine Specht; dewyl die Vogel ook
zulks op dergelyke wyze doet, hoewel niet zo
v lu g ; en om de flimheid, waar mede het als
jn een oogenblik|jvoor ’t Gezigt zigj.verbergtj en
w eg
(*) Pladz, 311.
weg kruipt, zou het van de Grieken Kerihion n,
genoemd zyn , daar de Latynfche naam Certhia Afdeel.
van afkomltig is. Sommigen hebben het ook, XXII.
Hoofdmet
een badaard-woord, Scandulaca arborum en stuk.
Crepera getyteld.
De Heer B risson (lelt tot een byzonder Ken- Kenmer-
merk van zynen twaalfden Rang, waar in deken'
Boomkruipertjes , Kolibrietjes jen Bloemzuigert-
jes begreepen zyn, een draadswyzen Bek; die
in de Bloemzuigertjes regt i s , in de anderen
een weinig krom Haat. Voorts onderfcheidt
hy de Boomkruipertjes van de Kolibrietjes,
doordien in hun de Bek allengs dunner wordt,
uitloopende in een zeer fpitfe punt; in de anderen,
in tegendeel, de Bek by na overal even
dik is en naar ’t end toe zig een weinig verbreedt.
Het Boomkruipertje heeft, volgens
L innaïus , een boogswyzen , dunnen, omtrent
driekantigen Bek; de Tong icherp.
B risson heeft in dit Geflagt drie-en-dertig Soorten.
Soorten o f Verfcheidenheden , waar van eenigen
tot de v y f Soorten van L ink&us , anderen tot
de Kwikflaarten behooren.
■ (1 ) Boomkruipertje , dat van boven grys is, 1.
van onderen wit , met bruine Slagpennen Familiaris.
1 . T-, , ' Gemeen of
waar van tien met een witte Vlak getekend. Europifch.
Dit
(1) Certhia fupra grifea, fubtus alba, Kemigibusfuscis.
decem macula alba* Syfil Nat. X. Gen 59. Certhia.
Faun. Suec. 213. G esn. A tv . 241. A l»r. Ornith. ]. 12.
c 44. Bell. 98. a»WiLt,. Orn. 100.T. 23. R aj- Atv.
47 N. y. Alb Atv. 3. p. 24. ï , »j ,F*bch. 39, f. x,
1. D eel. IV, Stlk. D d J