II. ftere verwarring brengt. Alles is aldaar, zot}-
Afdeel. d er eenige agtgeeving op de Soort - Gelykheid
II. Hoofd- Gf Levens manier , onder elkander gemengd.
De Arenden , Valken en andere Roofvogelen ,
bevinden zig , met en benevens de Reigers,
Oijevaaren en andere Steltloopers, in een zelfde
Gezin als de Hoenderen , Duiven , de
Leeurikken, Muffchen, Vinken, Meezen en al
het zingende, benevens de Kolibrietjes, Bloem-
zuigertjes en ’t allerkleinfte Gevogelte; om dat
deeze allemaal drie Vingeren voor en één agter
aan de Pooten hebben. Bovendien is deeze Heer in
de byzondere befchryving, zo de Heer B risson
aanmerkt, niet naauwkeuriger, plaatzende zom-
tyds een zelfde Soort in verfchillende Geflagten,
en dan wederom twee gantfeh verfchillende
Soorten tot ééne te famen voegende. Zie hier
een Kort Begrip van zyn Samenftel.
Hy maakt van den Stam der Vogelen agt Fami-
lien, welker eerfte twee-Vingerige Pooten heeft,
van welken maar één Geflagtis,te weeten deStruis-
vogel. De tweede Familie bevat de Vogelen met
drie-Vingerige Pooten, waarin zes Geflagten. De
derde Familie beftaatuit Pooten met vier Vingeren
, twee agter en twee voor; waar in de Pap-
pegaay, Aakfter, Koekkoek, Ysvogel, enz. De
vierde Familie, welke byfter talryk is , en niet
het minde ftrookt met de voorgaanden , bevat
de Viervingerige Vogelen, met gefpleeten of niet
te famengevoegde Vingeren en één agterwaards:
waar onder wel twintig Gellagcen zyn ; van
Roof-
6p
vogelen , ,Hoenderen, Duiven en byna allerley jjr.
Soort, gelyk zo even gezegd is. In devyfde zyn Afdeel.
de Viervingerigen begreepen, welker drie voor H.Hoofd-
de Vingeren met een Vlies famengevoegd o f s
gepalmd zyn, de agterfte Vinger enkeld: hier
toe worden van hem de Ganzen, Meeuwen ,
Ecndcn en dergelyken , in vier Geflagten, betrokken.
De zesde Familie van K l e in bevat de
eigentlyke Platvoeten , met alle de Vingeren
door één Vlies veree'nigd, hebbende ook vier
Vingeren. Inde zevendezynzodanigengeplaatd,
die insgelyks Zwempooten hebben , doch maar
drie en geen agter-Vinger; gelyk de Grocnland-
fche Duif, Domme, Pinguins, énz. Tot de
agtfte Familie , eindelyk, behooren die Vogelen
, welke Viervingerig zyn , doch de Pooten
niet geheel gevliesd, maar ten deele en als met
Vliezige byhangzels , gelyk Falbalaa, aan de
Vingeren hebben; naamclyk de zogenaamde Duikers
of Dompelaars , in ’t byzonder genaamd
Fuuten en Meirkoeten.
Behalve de gemelden, die over de Vogelen Befchry.
in ’t algemeen fchryven , hebben verfcheide l er® f er ö J Vogelen
andere Autheuren, met meer of min naauwkeu- v*n byzon-
righeid , gefproken van de Vogelen van by- rfere Laa"
zondere Geweften, Landen , o f Rivieren en
Wateren. N ieremberg en H ernand e z befchry
ven die van Mexiko, doch zeer onvol.
komen en alleenlyk met de Naamen van daE
Lapd; zo dat het zeer moeijelyk is derzelver
Geflagt te bepaalen. De befchryvingen , welken
M a r cg r a a f geeft van de Vogelen van Bra-
L 1Y. St«*, E 3 fiU