II. Hoofdstuk.
x x iit
XXiv.
x x v .
XXVI.
Aaninerdingen.
23. Die van den drie-en-twintigften Rang heb*
ben een agter-Vinger, welke vati de drie
voor-Vingeren afgefcheiden is4
Zes Geflagten. De Diomedes-Vogel ,
Onweersvogel , Strontjaager , Meeuw*
Stern, en Schaarbek.
24. Deeze verfchillen alleen van die van den
naaftvoorgaanden Rang, dat zy den Rek getand
hebben.
Drie Geflagten. De Z aagSe k , Gans*
Eendvogel.
De Zwaanen zyn onder de Ganzen begrec-
pen, gelyk de Teelingen onder de Een*
den, waar van door den Heer Brisson op*
'geceld worden twee-en*veertig Soorten of
Verfcheidenheden.
25. Die Van den vyf-en twintigften Rang heb*
ben vier Vingeren, welken alternaal tot Zwem*
pöoten zyn vereenigd.
Vyf Geflagten. DëANHiNGA, Keerkring*
vogel, VisscHER of Fregatvogel, Kor*
moran en Pellikaan.
26. In deeze zyn de Pooten langer dan het Lig*
haam, en de agter*Vinger van de drie voor*
ften afgezonderd.
Drie Geflagten. De FlaMmingo, Kluit
en L ooper.
Zie daar de Rangfchikking der Vogelen vaö
den Heer Brisson. Ik wil my niet onderwinden,
de keurlykheid van zyn Werk te toetfen,
noch hetzelve in waardy te vergelyken met dat
vaa
Van den Heer L innaeus. ’t Is te begrypen,
dat een Heer, die zo veel gelegenheid gehad
heeft, om dit gedeelte van het Ryk der Dieren
ten uitvoerigfte te behandelen, daar in nadere
önderfcheidingen en verbeteringen heeft kunnen
maaken , wat de Geflagten en Soorten betreft;
doch, aangaande de Rangfchikking, kan ik niet
Ontveinzen, dat my de Verdeeling van den
laatftgemelden eenvoudiger en ruim zo veel met
de Natuur" overeenkomffig fchynt te z y n : te
meer, om dat deeze Autheur met de grootlle Vogelen
begint, en, in ’t algemeen gefproken,
met dekleinflen eindigt, zo wel in de Rangver-
deeling, als in die der Soorten en Geflagten.
Ook zou men , met deezen voortgang, een
zeer uitgebreide Belchryving van de andere
deelen der Natuurlyke Hiftorie, zo veel de
Dieren betreft, van den Heer Brisson verwagt
hebben: doch zyn Ed. berigt my, in een Brief
van den 12 Augujlus deezes jaars 1 7 6 a , dathy
een weinig daar van afgeftapt is , om plaats te
maaken voor zyne Lellen in de Pr oef onder vin^-
delyke Natuurkunde, welke zyn Ed. thans,
als Opvolger van den Heer Abt Nollet, ia
het Kollegie van Navarte gaat onderwyzen.
Ik gaa dan over tot de Rangfchikking vaö
den Heer L inn^us, welke door my in dit
Werk gevolgd wordt.
P -
Afdeel.
II.Hoofd*
STUK.