H. Cuntur noemen, den Soortnaam van Gier, die
Li deel hruin is van }>ieur hoven op ’t h f donkerer
Hoofd» van onderen bleeker, of uit den witten en zwarstuk.
ten gemengd: de Keel en Hals van onderen kaal
en rood; de Slagpennen zwart, de Pooten ongegevederd.
Men ziet ook , waar van hy den
Nederduitfchen Naam van Grypvogel of Griffioen
bekomen hebbe, die egter waarfchynlyk van
■ t Latynfche Woord Grypbus, en dit van ’c
Griekfche Gryps zynen oorfprong heeft.
" Grypvo- Doch wat behoeft men een dergelyk flag van
gelen in Eu* y je te zoeken in de andere Wereldsdee-
fppa. o
len; daar het bekend is, dat in Europa Gie?
ren van dergeiyke grootte of fterkte zyn. Immers
geloofwaardige Schryvers verhaalen, dat
in de Alpifche Bergen van Switzerland Roofvogelen
gevonden worden, die dikwils Geiten
enLammeren, ja fomtyds jongeKinderen weghaaien
tot hunne prooy. Weinige Jaaren geleeden
werdt by het Thuner-Meir, in ’c Bernfche
Gebied, een Gier gedood, die een Kind op-
neemen wilde van drie Jaaren, en welks Vleugels,
zo men bevondt, eene uitgeftrektheid
hadden van veertien Voeten. Dit zou der-
halven de breedte der Vlerken van den i\meri-
Jcaanfchen Condor overtreffen. En, wat zal
men zeggen van den zeldzaam grooten V o g e l,
die, in ’t laatfte des jaars 1 749, door de Boeren
gefchooten werdt in Dauphiné, in wiens Ingewanden
men yyf-en-dertig Ponden Vifch
Yondtjzynde den 22 December aan denKoning
vap
van Vrankryk vertoond. Deszelfs langte, [maar
(zoo ik denk) die der Vlerken,] werdt gezegd
ge weel! te zyn zejtien Voeten en vier Duimen.
Men getuigde, dat hy wit van Vederen was,
behalve rondom den Bek, die met rood en ver-
fcheide blaauw en geel gemengde Pluimen was
verfierd ( f ) .
(2) Gier met het Agterhoofd eenigemaate
gekuifd.
Deeze Roofvogel, die in Mexiko huisveft, is
door Hernandez op de volgende manier be-
fchreeven. Hy heeft de grootte van een Ram,
de Bek is aan den Wortel geel en verder
zwart: de Buik uit zwart en wit gemengeld;
de Pooten zyn bleek; de Hals, Rug en Staart,
zwart o f bruin. In ftoutheid aapt hy de Roofvogelen
na, en, getemd zynde , wordt hy door
een kleine oorzaak wederom zodanig getergd,
dat hy de Menfchen aanvliegt. Het zoude egter
niet moeielyk zyn, hem tot de Vogeljagt
op te brengen.
Men kan hier .mede vergelyken, zegt L in-
najus , den Mexikaanfchen Gekroonden Arend ,
die te Madrit in het Koninglyke Vogelhok levendig
gezien is door Z. Hallman. Deeze
hadt
ff) Europifche Mircurius, van ’t Jaar 1749. II» Deel,
Blaciz 310.
(2) Vulrur Occipife fübcri Haf o Syft. PTat. X. Yzquau*
thll. Hernand. Menie. p. 34. Aquilae criftatse genus.
B-aj. ^A-V. 161,
II.
Afdeel.
III.
Hoofdstuk.
II.
Harpy ja.
Harpy.
Gekroonde
Arend,