U noemt hy de gekraagde Indiaanfche, om dat de-
A fdeel. zelve een geele Halskraag heeft. Zyn Kop is
VIL Hemelsblaauw. Albin geeft ’er een taamelyke
J g P ' Afbeelding van. Eindelyk heeft hy een Lory
van Amboina, die grooter is dan alle andere
Lorys, zynde ook door den Heer G raaf van
B entinck , die hem van Amboina gekreegen
hadt, aan den Heer R eaumur toegefchikt.
X3{V.’ (2 5 ) Pappegaay met een korte Staart , de Kop ,
Cxritlo- fiorft en Rug blaauw , de Buik , Stuit en
^Blaauwe, Staart groen, de Kop van boven geel.
, appegaay. vjnc]t deezen onder den naam van roodblaauwe,
’ o f veelkleurige Pappegaay, by Al-
drovandus afgebeeld. L innjEUs meldt zyne
Woonplaats niet, doch B risson noemt hem de
blaauwe'Pappegaay van Guajana, zeggende, op
’t Berigt van anderen , dat dezelve het L y f
blaauw, den Buik groen, den top van’tHoofd,
de Zyden en Stuit, geel heeft, de Slag-en Staart-
pennen Roozekleur. Hier uitblykt, dat men herp
geen Blaauvokop dient te noemen. Deeze, dien
de Guajaners Kiankia, de Franfchen in dat’Land
Perroquet Violet heeten , fchynt in Europa niet
zeer bekend te zyn.
(26)
r (2 c) Pfittacus brachyurus, Capire Peâore Dorfoque cos-
ipleis , Ventre Uropygio Candâque viridibus, Verticefla-
To. Sylt. Nut. X. f. Pfittacus verllcolor C erythrocya-
neus.ALDR.Or». L.II. 09, Wu.L.ür».7ï« 3**
F
(2 ó) Pappegaay meteen korte Staart, gr oen van II.
kleur, de Slagpennen blaauw, bet Voorhoofd DE
wit.
VIL
Hoofd •
STUK
Witkoppige Pappegaay noemt E dwards dee- XXVI_
zen, en B risson geeft ’e r , naar het Vaderland, Leucocepha-
den naam aan van Pappegaay van Martinique, "^itko
hoewel hy ook in andere deelen van Amerika
gezegd wordt te huis vellen. De grootte komt
met die der gewoone Pappegaaijen overeen,
zynde nagenoeg als die van een Duif. De kleur
is groen, op den Buik met rood gefprenkeld,
en aan de tippen der Vederen bruin. Het Voor-
hoofd is wit, het Agterhoofd blaauw, met roo-
de Hippen. De Wangen en Keel zyn rood, ge-
lyk ook de zydelingfe Slagpennen, met groene
tippen ; de twee uiterften wederzyds blaauwag-
tig gerand. De Bek is witagtig, de Klaauwen
donker bruin.
(27) Pappegaay met een korte Staart, groen van x x v ii.
kleur, het Voorhoofd blaauw, de Schouderen
bloedrood.
De
BonteAtna*
zoon.
(26) Pfittacus brachyurus viridis , Remigibus coeruleis.
Fronte albä. Syfl. Nat.X. Pfittacus leucocephalus. A i.dr.
Ornith. L . II. c. 8. Raj. ^Av. 31. Pfittacus viridis,
Fronte albä, Collorubro.Frisch, ^Ar. 4. T. 46. Pfittacus
viridis, Capite albo. Edw. Atv. 166. T. 166.
(27) Pfittacus brachyurus viridis. Fronte coerulei, Hu.
meris Sanguineis. Syfi. Nat: X. Pfittacus viridis melano-
rhynchos. Ald r . ^Af. L. II. c. 7. R a j. ^Av. 30. Fap-
pagallo. Olin. ^Ay. 23. T. 22. Pfittacus viridis & luteus
Barbadenfis. Al b . ^Ay. 3. p. n . T. n . (male,) Pfittacus
viridis major Occidentalis. Edw. ~Ay. 162, X. 162, Pitt«
t-ifia
«
1 f.;
J , Ui-tL. 1Y. Stuk. R 4