II. Jamaikaanen hetzelve Tomtit noemen. Lm.
A fdeel. NiEÜS merkt het aan als twyfelagtig, tuflchen
Hoo^d 4bh Ysvogel en het Bloemzuigertje. B risson
stuk. maakt ’er een byzonder Geilagt van , ’t welk
door een horizontaal platten en Hompen Bek
van den Ysvogel verfchilt, gelyk gezegd is.
Het is , volgens Ray , een der fchoonlte
Vogeltjes die hy ooit hadt gezien. Het onthoudt
zig door geheel Nóörd-Amerika , zegt
B risson , die ’er een in ’t Kabinet van Re-
aumür hadt, van grootte als een Winter-
Koningje , zynde vier Duimen lang met Bek
en Staart! Hetzelve was van boven groen ,
van onderen geelagtig wit, met Roozenkleur
gefchaduwd : aan de Keel rood , de zyden
Roozenkleur: de Staart van onderen Zwavelgeel
; de Staartpennen groen, met Afchgraauw
van onderen en aan de randen, doch de bui-
tenften geheel Afchgraauw.
v (5) Ysvogel met een lange Staart , Roejlkleu-
Smymenfis. n g , de Wieken, Staart en Rug, groen.
Smyrnfche.
D e e z e , die onder den naam van Smyrnfche
Ysvogel door A lb in befchreeven wordt, is van
grootte byna als een Spreeuw, van boven don-
ker - groen van onderen Kaltanie-bruin, gelyk
ook de Kop en .Hals; doch 'heeft den Keel en
een
(f) Al eed o’ raacroura ferruginea, Alis Cauda Dorfoq.ue
virldibus. S y f l. N a t X. Alcedo Smyrnenfis. Alb.
III. p. 26. T. 27. Ifpida major Afiicaca. Edw. ^Ay. 3.
X, 8.
Cen dwars-ftreep op de Bortt wit: de Staart-
pennen zyn van onderen zwart, van boven ^
donker-groen. Men noemt hem dus, om dat HooFD
hy zig omtrent Smyrna onthoudt.
STUK.
De groote Afrikaanfche Ysvogel van E d-
wards , dien B risson de Madagaskarfche
noemt, komt in kleur taamelyk met deezen o-
vereen; doch op het L y f is hy blaauwagug
«roen. De groote Eengaalfche Ysvogel van Albin
verfchilt ook maar in eenige kleinigheden.
De Bek en Pooten zyn in de eerftgemelden rood,
doch in deeze laatftezyn de Pooten Oranjekleur.
(6) Ysvogel met een lange Staart, die bruin en
witagtig bont is.
B risson noemt deezen de wit en zwarte Y svogel
~ fludis,
Bonte.
PI. XXX VI.
Fr•’X'
volgens E dwards, en de Engelfchen van
Tamaika geeven ’er den naam van Krabbenvanger
aan. Hy is grooter dan een Spreeuw; ont-
houdt zig in Egypte en heeft een gelyke Staart,
met een regten breedenzwarten Baodoveidwals
getekend.
VI.
(7) Ysvogel, met twee zeer lange Staartpen- VH.
nen, het Lyf blaaimagtig zwart, de Wieken
groenagtig. D i t^ J x x v i .
(6) Alcedo macroura fufca albido varia. Syfl. Nat. X. Fig. 3,
Alcedo rudis. Hasselt 245. N.l 22. Ifpida ex albo
Sc nigro v,aria's.' Euw. 9. T. 9. _
(7J Alcedo Redricibus duabus longiffimis, Corpore
nigro - coerulefcente, Alis virefcentibus. Sy fl. flat,, .
cedo binis plumis in Cauda longiffimis. E dw. '*'• iO. v
10. Avis paradifiaca Ternatana; S eb. p. JQ>
T- 46- f- ?• ^