,j was dien men in Europa kende, van den Leef-
Afdeel. tyd van Alexander den Groqten af tot aan
VII. dien van Nero.
■ fdaoFD- De grootte is ongevaar als een Tortelduif,
de Staart negen en een half Duim lang. Het L y f
is van boven en van onderen geelagtig
groen , doch aan de Keel zwart, de Borlt en
Hals Roozen-rood. De twee middellte Staart-
pennen blaauwagtig ; de naaften wederzyds,
van buiten dus en aan de tippen, maar in-
waards geel groen, gelyk ook de drie bui-
tenfte wederzyds. De Bovenkaak Bloed-rood
en zwart aan ’c end , de Onderkaak geheel
zwart. De Oogen, hebbende geele Kringen,
Haan in een kaale Huid van Vleefchkleur, de
Klaauwen zyn Afchgraauw. De Javaanfche
fchynt eigentlyk die gene te z y n , welken de
Heer Brisson onder den naam van Indifche o f
Indiaanfche met een Halskraag befchryft , en
dan-heeft hy nog een gekraagden Parkiet van
't Eiland Bourbon, die beiden weinig van den
Amerikaanfchen verfchillen. Hier uit blykt, dat
deeze Vogel in alle de drie Wereldsdeelen,
buiten Europa, niet alleen , maar ook op de
Eilanden gevonden worde.
X. ( io ) Pappegaay met een lange Staart, groen
GeeUWaqg van ^ eur ’ Wangen Goudgeel, de Slag-
Earkiet. en Staartpennen grysagtig.
In
(io) Pfittacus macrourus viridis, Genis fulvis, Remi-
gibus Rettricibusque canefcentibus. Muf. ^A-d. Fr. i. p.
14. Pfittacus minor viridis f Cawda longa Sc Malis cioceis.
pfUCSH. ~Ay. 4< X, 54.
In Brafil, daar deeze Parkiet gevonden wordt, jj
geeven ’er de Inlanders den naam van Tui d p i ite Afdeel.
0^ fubaam, zo wel als aan den volgenden, naar ’t AV il '
gene M a r k g r a a f meldt. R a y zegt, dat dit de stuk.
allergemeenlte groene Pappegaay is, met roode
Wangen ; die dikwils van ’t Vafte Land der
Spanjaarden op Jamaika wordt overgebragt.
B risson noemt hem de Illinoifche; als komende
ook uit het Land der Illinoifen in Noord-
Amerika, werwaards hy milfchien, even als de
Karolinifche, op zekeren tyd van ’t Jaar ver-
huift. Ik g e e f’er den naam van Geef Wang aan.
De grootte is als een gewoone Parkiet: de
langte van de Staart omtrent v y f Duimen. De
kleur is van boven groen , van onderen geelagtig
: het Agterhoofd , de Wangen en Keel
Oranje, en met Vlakken van die kleur is ook de
Buik getekend: de Staartpennen zyn van boven
groen , van onderen geel. De Bek helder,
de Klaauwen donker Afchgraauw, de Nagelen
bruin.
( 1 1 ) Pappegaay mot een lange Staart, groen x i.
van kleur, de Kop van voor en rood, van ag- Camcularls.
0 Rood en
teren blaauvo, gelyk ook de buitenfte Slag- hlaauw-
pemen. Par*
DcEngelfchen noemen deezen rood- en blaaunxf-
Kop-
(n ) Pfittacus macrourusviridis, Fronterubra, Occipite
Remigibusque extimis cccruleis. Sylh Nat. X. Pfitracus
Capit*rubro, coeruleoque. Edw. ^A>, tj6 . T. 176. Tui*
apme Juba. Marcgr. Bras. 206. N. 2.