JI.Hoofd-
STÜK.
Rangen
fier Vogelen
volgens
B rïssok.
fchreeven waren; zynde de overige 150 nog
zeer verbeterd.
Boven en behalve dit alles, is wel het voor-
naamfte, 't gene dit Werk doet uitmunten,
de goede order en fchikking , waar in het gant-
fche Heir der Vogelen door deezen Heer wordt
gerangeerd. Hy verdeelt hetzelve in 26 Rangen,
die 115 Geflagten bevatten, waar onder
pmtrent 1500 Soorten o f Verfchei den heden be-
greepen zyn. De Pooten en Bekken zyn dc
Lighaamsdeelen, welken zyn Ed. tot vaft (telling
van de Kenmerken heeft uitgekoozen: !t
getal der Vingeren, derzelver plaatzing, afzon-
dering o f vereeniging; ’t getal der Vliezen die
hun famenvoegen o f ’t gebrek van die zelfde
Vliezen , zyn zo veele Kenmerken, welke hem
gediend hebben tot de groote en eerlte Verdee-
lingen: de Onderdeelingen worden door herq
van de verfchiilende figuuren van den Bek afgeleid
; de andere byzonderheden bepaalen het Ge-
ilagt, en het verfchil der Kleuren, enz. eindelyk s
de Soorten. Ik zal hier, gelyk ik met de Viervoetige
Dieren gedaan heb, de Kenmerken der
Rangen aanwyzen, met derzelver onderhoorige
Geflagten.
De twaalf eerfte Rangen komen in de volgende
Kenmerken overeen.
De Vingeren zyn in ’t geheel ongevliesd: de
Schenkels, tot den Hiel toe, gepluimd, ’t Getal
der Vingeren is vier, die allen tot haar begin
toe, pf daar omtrent, zyn van elkandergefiphek
73.
fcheide^i: (taande drie voorwaards, één agter- jg
waards. Afdeel,
1. Die van den eerden Rang hebben, behalve H-Hoofd->
STUK.
deeze Kenmerken, den Bek regt, het end ’
van de Bovenkaak een weinig dikker en omgekromd
; de Neusgaten half gedekt met een
dik, zagt Vlies.
Een Geflagt. De D uif.
2. Die van den tweeden Rang hebben den Bek i j ,
Kegelagtig, gekromd.
Zes Geflagten. De Kalkoen, Haan en
Poule Peintade , deOuRHAAN, Patrys,
Faisant.
3. In die van den derden Rang is hy kort en m ,
baakswyze.
V y f Geflagten. De Sperwer, Arend,
Gier , Schuif-uit en Kat-Uil.
4. In die van den vierden Rang, Kegelvormïg IV.
en langwerpig,
Agt Geflagten. De Scharlaar, Rave,
Aakster , Kaauw , Nootekraaker ,
Vlaamsche Ga ay, Indiaansche W ielewaal
en Paradysvogel.
5. De Vogels van den vyfden en zesden Rang v.
hebben, behalve de gemelde Kenmerken deezer
twaalf eerfte Rangen, den Bek regt: doch
de Bovenkaak is, in die van den vyfden
Rang, aan de punt wederzyds uitgerand.
Vier Geflagten. De Klaauwier, Lyster,
Cotinga en Vliegenvanger.
Deil. IV. Stv*. E 5 6. In