ILHoofd-
STUK.
85. O t is . Roflrum fubfornicatum. Lingua emar-
ginata.
86. Struthio. Roflrum conicum. Aloe non voli-
tantes.
G A L L I N G .
87. Pavo, Vertex pennis revolutis. Roflrum
nudum.
88. M eleagris. Facies carunculis verrucofa.
89. Crax. Bafis roflri Cera obteEla,
90. Phasianus. Gem nudce Iceves.
91. T etrao. Super cilia nuda, papillofa.
P A S S E R E S .
* Granivori craffiroftres.
92. Columba. Roflrum Cera obliterata. Naribus
tumidis,
93. A lAuda. Roflrum porrelitum. Unguis pollicis
longijjimus.
95. T urdus. Roflrum naribus membrana femi.
te£lis.
96. L oxia. Roflrum conico - gibbum. Lingua
Integra.
03
85. De T rapgans. Een Bek die eenigermaa- jj.
te gewuifd is; de Tong aan de randen in- Afdeel,
gefneeden. II.Hoofd-
& STUK*
86. De V ogelstruis.’ Een Kegelvormige Bek:
de Vlerken niet tot Vliegen gefchikt.
H O E N D E R E N .
87. De Paauw. Een Kuif van omgeflagen
Pluimen op den top van ’t hoofd: de Bek
naakt.
88. De Kalkoen* Het Gelaat met wrattige
Vleefchheuveltjes.
89. De Paauwies. Het agterfte van den Bek
met Wafch bekleed.
90. De Faisant. VVaDgen die kaal en zonder
oneffenheden zyü.
91. Het Berghoen. De Wenkbraauwen kaal
en getepeld.
M U 8 S C H E N .
* Zaad-eetende Dik-bekken.
92. De Duif. Een Bek die flaauwelyk mét
Wafch gedekt is; de Neusgaten gezwollen.
93. De Leeuriig Een uitgeftrekte Bek: aan
den Duim o f agter-Vinger een zeer lange
Nagel.
95. De L yster. De Neusgaten aan den Bek
ten halve met een Vlies gedekt.
96. De Kernbyter. Een Kegelvormig bultige
B ek: de Tong niet iDgefneeden.
IjPfili, IY. Sryit