jj , dat hy te veel heeft, in de Aarde te begraa-
Afdeel, v e n , de Menfchen eerfl de manier van
3£I, Zaaijen, tot hunne nooddruft, zou geleerd
Hoofd- hebben. OviDius gewaagt van zyne begeerte
Kaauw. tot Goud (*)• De Woonplaats is in Toorens
o f oude Kafteelen , die dikwils van Kaauwen
grimmelen. ’ t Geluid, dat zy maaken, zweemt
veel naar den Nederduitfchen Naam. ’t Getal
hunner Eijcren is v y f of ze s , in eens.
De grootte is ongevaar als een Duif : de kleur
van boven zwart, naar 't Violet hellende , van
onderen bleek-zwart: het Agterhoofd en bovenfte
van den Hals naar’t Afchgraauw trekkende:
de Staartpennen zw ar t, van boven hellende
naar ’t groen. De Oogkringen zyn w it , de
Bek, Pooten en Nagelen , zwart.
Gekraaide, Van A lb in wordt een Kaauw afgebeeld , met
wirreen een witte Halskraag, dien de Engelfchen Helzwarte,
vetian Daqv Qf Svvitzerfche Kaauw noemen,
enz, •
Ook ftaat ’er, onder de Sileflfche Vogelen, een
geheel witte Kaauw te boek. Deeze twee worden
van B risson aangemerkt als Verfchéiden-
heden van den gewoonen Kaauw. Nog is ’er
een zwarte Kaauw bekend, waar van F risch
een zeer goede Afbeelding g e e ft, zynde een
weinig kleiner dan de gewoone Kaauw. Do
kleur van deezen is over ’t geheele L y f glimmend
zwart, met witte flipjes rondom de Oogen,
(*) MHtat&efi tn ^4.vem,cju/t nunc quotfue diligit
i'figra pedes , nigris yelata Montdula pennis.
v a n d e R a a v e n .
geD, en zeer l a n g e , t a l i e , ftyve, Veertjes over n.
de Neusgaten; de Oogappel zwart, de Kun ^
gen blaauw. Hoofd-
Deeze maakt een byzondere Soort van Kaa- STUK.
ven, by den Heer B risson, zo wel
lifche Kaauw, die van de Ouden P y r r h o c o r a ^
genoemd werdt, en by Johnston is afgebeeld
uit G esnerus , onder den naam van Altrap;
wordende van de Italiaanen Spelvier, van de
Duitfchers Berg-Doel of Berg-Tul geheten, en
van de Switzers Wilde Tul of Alp rap, dat »
Alpifche Raaf. Deeze is van grootte als de ge-
woone Kaauw, van kleur zwartagtig; doch heeft
den Bek , en fomtyds ook de Pooten , gec •
Een ander van de Philippynfche Eilanden, die
de negende Soort van Raaven uitmaakt by B risson
, wordende aldaar genoemd Bali-Cajfio; is
weinig grooter dan een Merel, zwart van kleur,
met een gevorkte Staart, en kweelt zeer aangenaam.
* Ik zal nog kortelyk fpreeken van de Kaap- Kaaplche
fche Kaaim , d ie , overgebvagt zynde aan oenpl<xxxlv»
Abt A ubry , uit deszelfs Kabinet door den Heer Fl„. ,.
B risson is befchreeven en afgebeeld, als hier nevens.
Dezelve heeft ook omtrent de grootte
van een Merel, zynde, van de punt des
Beks tot aan ’t uiterfte van de Staart, elf Duim
en vier Liniën lang, en tot de punten der Nagelen
agt Duimen tien Liniën. De Bek hee t
de langte van agttien Liniën, de Staart van vy
Duimen. De kleur is glimmend zwart-groen;
v a de
I ,D eei. IV. Stuk. V 4