VIL
Hoofdstuk.
240 B E S f c H R Y V I N Ö
gaay, met de. bovenkant der Wieken rood;
Z y is de allergemeenfte in Engeland , zo
Rajus getuigt, en voert ’e r , niettemin, den
naam van Main-Parrot, of uitmuntende Pap-
pegaay; gelyk ook de Heer L innasus ’er den
bynaam van de Edele aan geeft. Door de kleur
wordt zy geheel van de Kakatoes afgezonderd.
Het Kenmerk van deeze Amazoon is , volgens
den Heer B risson , dat het groen van onderen
naar ’t geele trekt, zynde de Vederen,
bovenop ’t L y f , aan de tippen zwart gerand:
het Agterhoofd groenagtig Hemelfchblaauw;
de top bleek g eel, de Keel en Wangen geel 3
de v y f middelde Slagpennen , uitwendig, van
boven, de helft, van den wortel a f , rood de
rand van de Wiek uit rood en geel gemengeld:
de vier buitenfte Staartpennen, wederzyds, in-
waards, de onderdo helft rood, met geele randen
, de andere helft groen met geel bepaald.
Om de Oogen loopt een witte kaale Huid. De
Bovenkaak is rood , blaauwagtig , zwart: de
Onderkaak geheel wit van kleur. De grootte
is als een groote Duif. Zyn Brafiliaanfche ver-
fchilt weinig van deeze , en in alle de andere
Amazoonen, die hy optelt, is het voornaam-
fte vèrfchil in de Lyft , hier voor, opgetekend.
Zy komen altemaal, zo veel men weet,
uit Zuid - Amerika, en wel meeft uit Brafil o f
uit het Land der Amazoonen.
0 ) i V
V A N t> E P AP P ECAAI J EN. 24!
t5) Pbppegmy met een lanë e Staart, groen , jp,
<can kleur, de Wangen kaal, de Slag- en Afdeeè.'
Staartpennen blaauw , van onderen purper-
agtig. stuk.
v.
Zo min als op den voorigen paft op deezen Styerus.
de naam van Kakatoe, en de grootte, die niet Groene v:tó
meer dan als een groote Duif is , onderfcheidt ƒ
hem van de Weftindifche Raaven ; hoewel dë
Heer Brisson hem, wegens de lahgte van zyri
Staart, die puntig is, tot de Ara’s betrëkt, heni
noemende groene Ara van Brafil, ' onder welken
naani hy door EowARDsfchynt afgebeeld tezyn^
Op Plaat 229. De Engelfchen noemen hem,
zo die Autheuf getuigt, groene Brafiliaanfche
Maccaw.
De langte is, van ’t uiterfte des Beks tot aan
st end van de Staart, een Voet en v y f Duimen,
de hoogte, tot aan ’t end der Nagelen, omtrent
twaalf Duimen. De kleur van ’t L y f is groen,
doch het Agterhoofd , en een breede ftreep,
die wederzyds langs de Onderkaak loopt, Pur-
peragtig bruin; de top van ’t Hoofd blaauw;
de randen der Wieken Vermiljoen-rood; deOog-
kringen Goudkleurig: de Wangen kaal, wit,
met zwarte gevederde ftreepen; de Staartpennen
van boven aan den wortel groen, aan de
tippen blaauw, van onderen donker rood; De
Bek
(5") Pfittacus inacrourus viricHs, Genismidis, Remisji.
bus Re&ricibusque cocruleis, fubtus purpurascemibus. M»i>
tXd. Frid. 1. p . 15.
I 'D iu , XY.Stwk. O
mmmi
B I
a ü i
■ •v.r I
S||§||
WÊl