II. Dit denkbeeld, hoe algemeen ook aangeno.
A fdeel. men} werdt onlangs beflreeden door den ge-
stuk° ° FD ^ecrc^en Natuurkenner Kle in, in zyne Inleiding
DeVerhui- van de.Hiflorie der Vogelen: daar hymetkragt
zing der beweert, dat de Zwaluwen, zo min als de OijeT
en óijevaa- vaaren, tegen den Winter naar andere Gewes-
renberwifh ten trekken, Hellende in tegendeel valt, dat
z y , of in de Aarde, o f in de Slyk van Poelen
en Moeraflen kruipen, en daar den Winter
als levenloos doorbrengen, tot dat de Voorjaars
warmte haar wederom in beweeging helpt en
als doet herleeven (*). Ook beweert hy verder
, hoe het zeer waarfchynlyk is , dat byna
geenè Vogelen uit het Land, waar in zy ge-
booren zyn, verhuizen ( f ) . De ongerymdheid
van dit Gevoelen is in verfcheide opzigten blyk-
baar. Men zou deeze Beeften, immers, byna
overal in de flaande Wateren of Rivieren moeten
aantreffen. Daarenboven wordt opgemerkt,
hoe z y , in de Herffl, zig op de Kullen van
Engeland, aan de Noordzee, by een verzamelen,
en ook aldaar ’s Voorjaars in menigte gezien
worden; ’t welk een duidelyk bewys is
van haar vertrek en wederkomlte over Zee.
Men ziet ze zelfs, met een gunftigen Wind,
van daar weg vliegen. E n, op dat men niet
moge denken, of zy ook in de Noordelyke
deelen van Europa blyven, behoeft men flegts
deq
(*) Zie het II. Deel der Uitgezogte F'nhandelingtn ,
bladz. 2io. en 260.
(f; Zie het V. Deel, bladz. 22, enz.
den Reistogt in te zien van den Heer Adanson II.
naar Senegal, die ten dien opzigte het volgen- Afdéel.
de heeft waargenomen (*). stuk?0™"
„ Den 6 Oktober des jaars 1749, omtrent Waarnee.
i, half zeven Uuren ’s avonds [zegt hy] ons ming va«
bevindende omtrent vyftig Mylen van de ADA
j, Kuil, [tuffchen Senegal en Goerée,] kwamen
„ vier Zwaluwen haar nagtverblyf neemen op
„ ons Schip en llreeken neer in het Want. Ik
„ ving ze allen gemakkelyk en kende ze voor
„ Europifche Zwaluwen. Dit gelukkig Voor-
5, val beveiligde my in het denkbeeld, ’t welk
ik my geformeerd had, dat deeze Vogelen
„ Trek-vogelen zyn , en, tegen de nadering
„ van den Winter in Europa, de Zee paffeeren,
„ om in de Landftreeken tuffchen de Keerkrifi-
,, gen te komen. Ook heb ik federt opgemerkt,
„ dat zy zig nimmer te Senegal verwonen,
„ uitgezonderd in dat Saizoen. Een niet min-
der merkwaardige omllandigheid is, dat te
„ Senegal de Zwaluwen geene Nellen maaken,
„ gelyk in Europa, maar alle nagten, by paa-
„ ren of enkeld , in het Zand leggen op den
„ Zee-Oever, daar zy liever verkiezen haaré
3, wooningteveffigen, danLandwaardsin. Ook
„ ziet menze aldaar, wanneer het Winter in
„ Europa is , vergezeld van Kwartels, Kwik-
„ Haartjes en eenige andere Trekvogelen, die
„ daar
(¥) VoyAgt at* Smtgal, dam l’ffij}. Nat* dti Stne•
gal. Pari* 1757. p. 67.
I. Pm*.. IY. Stuk.