l8o B e s c h r T v i s c
jj_ of drie Schreedcn van het Bofchje af. Zes Stok-
Afdeel, ken waren ’er rondom geplant, een Mans langtc
IV. hoog en een Duim dik, boven aan welken een
stuk Net was vaftgemaakt van zeer fyn groen Gaa-
ren. In ’t midden van ’t Berk was een Paaltje,
• met een Touw daar aan valt, welks end hy ia
de Hand hadt, en aan dit Touw waren ver-
fcheide kleine Vogeltjes die ’t Zaad aten, dat
op de Aarde was geftrooid, en welken de Vogelaar
deedt opvliegen , zo menigmaal hy een
Roofvogel van over Zee zag aankomen , die ,
deeze Vogeltjes van verre ziende, zo plots-
lings daar op nederviel, dat hy in het Net verward
raakte. Op dat oogenblik greep hem de
Vogelaar, en flak zyne Wieken, tot de buiging
toe, in een Linnen doek, die tot dit einde met
een Hals genaaid was , bindende hem verder
dien Doek om de Pooten, Vleugels en Staart,
zodanig dat h y , op den Grond nedergeworpen
zynde, zig niet verroeren, veel minder weg-
£
vliegen kon. Ik zag hem ’er dus, in twee Uu-
ren tyds , meer dan dertig vangen.
Gebruik in Van het gebruik der Arenden en Valken,
de Genees- jn de Geneeskunde , is reeds melding gemaakt.
Met de Havikken hadden de Ouden
niet minder op. Z y oordeelden het Vleefch nuttig
tegen de Vallende Ziekte en tot verfterking
van het Hart. ’t Is zeker dat de jonge Havikken
eetbaar zyn en goed Vleefch hebben; weshalve
het eeten derzelven aan de Jooden, om eene
andere reden, moet verbooden zyn geweeft;
z®