zo wel als dat van alle Roofvogelen: en we l,
miflchien , om hunne geilheid, ’t Gebruik der
Klaauwen tegen de Roode Loop en van den
Drek tot bevordering van ’t Kraamen, zal men
hedendaags niet hooger agten, dan dat van. andere
dergelyke Middelen.
V. H O O F D S T U K .
fiefchryving van 't Geflagt der U il e n ,■ waar in
van den Schuifuit, Rans-Uil en andere ge-
boomde ; als ook van den grooten graauwen
Nagt- en witten Dag-Uil uit de Noordelyk?
Landen; van de. gewoone Steen- Kerk- en
Boom-Uilen ; van den Kras-Uil, gemeenen en
kleinen Kat.Uil, en anderen, omftandig gefpro-
ken en derzelver nuttigheid aangeweezen wordt.
T N dit Geflagt zyn de Roofvogelen begree-
J- pen, die by Nagt vliegen, gelyk de Vle-
dermuizen ■, en over dag flaapen o f tig fchuil
houden, wordende anders door het klein Gevogelte
, ’t welk in ’t donker hunne Prooy is,
vervolgd en , naar oogenfchyn, uitgejouwd.
M oehring hadt dezelven in ’t voorfte van zy-
nen Rang der Scherpvogelcn geplaatfl:, K l e in
in ’t agterfte Gelid van zyn Geflagt van Roofvogelen.
De Heer B risson maakt ’er, wegens de
Vederen, die ’t Grondfluk van den Bek in plaats
van’t Wafch bedekken, zyne tweedeAfdeeling
van,welke uit twee Geflagten beftaat,waar van het
j»dbei iv. stvk, M 3 een«
IV.
Hoofdstuk,
Rangfchikking.