Ij die zy ook Aakfters noemden , te onderfcbeidefh
A fdeel. Deeze voert egter, in ’t byzonder, den naam
XI- van Pica, in ’t Franfch P ie, in ’t Engelfeh
stuk. Magpye of Pianet, in ’c Italiaanfch Picba of
Aakjler. Gazzola, in ’t Spaanfch Pigaza. De Griekfche
naam was KiJJ'a of Siitci, als ook Poikilis, wegens
zyne bonte kleur; de Duitfchersnoemen
hem Aalfter of Elft er, de Pooien Stroka, de
Sweeden Skata. Men plagtze, in ’t Neêrduitich,
Exter te noemen; doch hedendaags zeggen wy,
in Holland, Aakfter.
De Aakfters zyn immer zo gemeen in Europa
als de Kraaijen en Kaauw.en, en nuttigen
het zelfde foort van Voedsei... Zy verlchillen
’er niet alleen van door hunne bonte kleur en
lange ^puntige Staart, maar ook door debyzon-
dere Konft, waar mede zy hunne Neften fa-
menvlcgten en van boven geheel toefluiten met
Doornige takken, laatende alleenlyk een G a t,
tot den ingang, aan de zyde open. Z y leggen
zeven o f agt Eijeren, die witagtig zyn , met
zeer zwarte Vlakken getekend. Hunne Broed-
tyd is vroeg in ’t Voorjaar, en als hun Neft,
daar zy de toppen der hoogftc Boomen toe uitkiezen,
geftoord wordt, zo leggen zy fomtyds
weer een nieuw aan , en brengen evenwel Joh-
gen voort. Tegen allerley Roofvogelen , inzonderheid
Kraaijen, verdedigen zy dapperlyk
hun Gebroedfel. Daarentegen maaken zy hun
werk van de Teelt van veelerley Gevogelte te
vernielen, flurpende de Eijeren uit, inzonderheid
heid die der Merelen, waar van het Neft zeer
open is, en zelfs het jonge Wild van Haazen x [
en Konynen: want het is een Vogel, die zo Hoofd-
wel Vleefch en Infekten of Wormen, als Vrug-stuk.
ten en Graan eet. De jonge Aakfters zyn ge-
makkelyk op te voeden als Huisvogelen, en dan
klappen zy niet onaardig, bootzende het Ge-
luid van allerley Vogelen en alles wat zy hoo-
ren, naa; doch men dientze in Kooijen te houden,
om dat zy zo diefagtig zyn en alles weg-
fteeken wat zy voor—de hand vinden, inzonderheid
Spyze. Zeker Engelfeh Doktor
hadt een 'Aakfter, van meer dan twintig
Jaarenblind geworden door Ouderdom, die ,
zonder van de Tongriem te zyn gefneeden,
zo wel praatte als eenige andere.
De geftalte en kleur deezer Vogelen is té be-
kend , om ’er een breede befebryving van te
doen. Zy zyn zo groot niet als de Kraaijen en
Kaauwen. Het Vleefch der Ouden is taay en
oneetbaar; doch men kan’er Soupevankooken,
die zeer kragtig is en voedzaam. De Jongen
zyn voor k Landvolk, in Vrankryk, een lek-
kerny, ddt dezelvcn Piats of Piots noemt, en
om ze magtig te worden dikwils de Neften
ftoort. Dit zelve is in Holland en Weftfries-
land uitdrukkelyk geordonneerd, op de boete
van 6 Gulden, te verbeuren door den Eigenaar
van Plantagie of Geboomte , waar in eenige
•Neften, met jonge Aakfters daar in , gevonden
worden. De Staaten merken, in hun Plakkaax
I . D e e i, IV. SitK» X van