IV.
HOOFDS
T U K .
Yflandfche
Valkenvangft,
De meefte Valken worden gevangen in dé
Noordelyke deden van den Aardbodem. In
Noorwegen komen jaariyks eenige op den Vangit
deezer# Vogelen afgerigte Valkeniers , uit
Duitfchland of Brabant, die daar toe verlof
hebben van zyne Deenfche Majefteit, en
blyven omtrent een Maand lang in het Gebergte
; weetende de Valken, door middel van een
Duif, onder een foort van Slagnet te lokken;
doch wel voornaamelyk gefchiedt in Yftand dee-
ze Vangft, gelyk ik gemeld heb: alwaar men
ze magtig wordt door middel van Vogelen ,
die daar op in ’t byzonder zyn geleerd, wordende
in Rouwen op den Grond gezet. Als
deezeVogelen denValk,indeLugt,op ongeloofly-
ke afftanden gewaar worden , geeven zy’er onmid-
delyk kennis van aan hunne Meefters, door
zeker gefchreeuw; waar op deeze, die in een
kleine T en t, met groente overdekt, verborgen
zitten, aanftonds een Duif aan een Touw
uitlaaten, en de V a lk , die ’er op neervalt,
wordt levendig gevangen, in het N e t, dat men
hem over ’t hoofd fmyt.
Wanneer het Schip, dat tot overvoering
der Valken gefchikt i s , gereed legt om
’t zeil te gaan, zo flagt men voor hun zeker
getal Rundvee en Schaapen; waar van het
Vleefch, met haaken,aan de Maften en Touwen
wordt opgehangen. Men fcheept ’er ook
eenige levendig Vee in, om daar van agtervol-
gelyk op de Reize gebruik te maaken, ingevalle
VAN D E V A L K E N , 153
valle men geen Eiland onderweg mogt kunnen
aandoen. Maar , zo menigmaal men elders
aan Land komt, verzuimt men niet, aldaar
een nieuwen Voorraad op te doen van Beesten
, frifch van ’t Veld gehaald; dewyl ’er voorgegeven
wordt, dat de Valken veel beter vaa-
ren, wanneer hun verfch geflagt Vleefch wordt
gegeven. Men neemt ’er al het Vet af,
en geeft hun niet dan het magere, aan dunne
Lapjes gefneeden, gemengd met Olie en Eije-
ren. Ook is men zorgvuldig, om ze alle morgens
te kammen en teborftelen. Met één woord,
men ftclt, al wat doenlyk is, in ’t werk, tot
behoud van dezelven. In ’t Schip zyn de,
houdt men hunne Oogen toegedekt en zy worden
’er geplaatft in onbeweeglyke Raamen, o f
op dunne Houten Latten , bedekt met Mos
en met grof Laken bekleed, op dat zy zagt
en tevens koel mogen zitten ; want anders
worden hunne Pooten heet, en ’er komt een
foort van Podagra in. De ledige ruimte, tus-
fchen de Raamen en Latten, is voorzien met
Touwen, overdwars en digt aan elkander gefpan-
nen; op dat de Valken eenig, fteunzel mogen
hebben in de flingeringen van het Schip , en
dat zy zig niet kwetzen mogen, wanneer zy
kwamen te vallen.
Dit alles , zegt de Heer A nderson , dat hy
vernomen heeft van een Koopman, die de Reize
van Ysland naar Koppenhagen hadt gedaan
jn het Valkfchip , dat jaariyks derwaards gel
. D l f t . IV. Stuc, K 5 zon-
II.
Afdeel,
. Wi
Hoofdstuk.
Hl fel
I Hl