II. de grootftcn uitwendig naar het groene, d©
Afdeel, kleinften naar Violet-kleur hellende. De Keel
Hoof 1s een^Serrnaate Afchgraauw. De twee middel-
stuk. fte Staartpennen zyn een weinig langer dan de
overigen, die allengs verkorten tot aan de buitenden
toe. Haar getal is twaalf, de kleur zwart,
agtig. De Bek en Klaauwen zyn git-zwart’; de
agterden, inzonderheid, zeer groot en derk.
Deeze Vogel is aanmerkelyk wegens een Zak
o f Krop, die hy aan den Hals heeft, gelyk de
Duiven, om het Voedzel voor zyne Jongen in
te bewaaren, dat hy aan dezelven, waarfchyn.
lyk , ook al bekkende overgeeft. Zyn Maag
is , voor ’t overige, van binnen zeer gerimpeld:
de Lever is in twee Lobben verdeeld: de Galblaas
wyd. ’t Gedarmte heeft eene lapgte van
drie-en-veertig Duimen,
WitteRaaf. Behalve de zwarte Raaven vindt men’erfom-
tyds die wit z y n , doch zo zeldzaam, dat iets,
’t welk zeer ongepieen is , al boertende by een
witte Raaf vergeleeken wordt, volgens de Spreek
vaD Jüvenalis (*). De Ouden widen van de
fraaiheid deezer Vogelen reeds te fpreeken, en
Aldrovandus tekent aan, dat ’er een door de
Koningin van Éngeland aan Henrik den III. a
Koning van Vrankryk, was prefent gezonden,
die op de Vogeljagt was afgerigt en praaten
kon: zo hem de Gezant van dien Vorft, aan ’t
Paufelyke H o f, mondeling Verhaald hadt. Verfcheidq
(*) Cervo quoque rariir albe»
fcheide anderen zyn ’c r , nu en dan, geweell n.
aan de Vorftelyke Hoven, en Joh. Gajus meldt, Ar^ E *
in ’t Hertogdom Cumberland, in ’t jaar 1548^ Hoo;d ,
gezien te hebben twee jonge witte Raaven, die stuk*
in een zelfde Neft gevangen en de Vogeljagt
geleerd waren. *t Schynt egter, dat de witte
kleur, onder deeze Vogelen, veel zeldzaamer
is, dan onder de Valken, en men vangt thans
byna nooit witte Raaven, dan in de Landen j
digt naar den Noordpool gelegen; zodanig dat
L inisleus ’er geen onder de Sweedfche Vogelen
optekent. B risson befchryft ’er een, die
van ’t Eiland Faro aan den Marquis van Marigny
gezonden was, door dén Heer T hurot
en thans opgezet in ’ t Kabinet van deh
Abt Aubry bewaard wórdt; als volgt.
Hy noemt denzelven de witte Noordfche Rad•
Fe. De grootte komt nagenoeg met die van den
gewoonen zwarten overeen, o f overtreft dezelve
want de langte is volle twee Voeten. Van
bo-
' (*) Dit is waarfchynlyk gefchied, by gelegenheid van ’c
' 1 Verblvf van dien Zee-Kapitein met zyne
I g g r J S a f lu .0, een. O . t a n i n g reg.n G.oo.Bri.-
«nnie in de Winter tuffchen 1759 en *7& i aan f f Fa'
alwaar die Vloot van den 27 December toe
• Eilande , . ueeft. Men weet, hoe dit Esden
26 Febmary g g Ierland vernield
werdt door de Enge fch Y yanh y «zfellfv iea, Hda tG evegrtf
gebragti
1,Deh, IV. Sto*<