Ij De Saaker o f Brktannifche Valk wordt voor
Afdeel, den beften gehouden tot de Jagt der groote
Iv - Vogelen, doch hy is zeer moeijelyk te behan-
STOK. delen. Men noemt hem in ’t Engelfch tbe Sacre,
De Saaker. io ’tFranfch le Sacré, en het Mannetje Sacret,
in ’t Hoogduitfch Sacker o f Socker: anders ook
Stok- en Stoot- Valk. By den naam van Falco
Sacer, dat is de Heilige Valk, vindt men hem
in de Werken der Ouden geboekftaafd * zonder
dat de eigentlyke reden van die henaaming bly-
ke. Men zou egter mogen denken, o f zy ook zag
op deszelfs uitmuntendheid in grootte en moed;
dewyl geen andere op het grove Wild aanvalt,
dan deeze. Hy is veel grooter dan de gemeene
Valken en komt den Gier-Valk zeer naby, hebbende
een bruinagtige Rug en een gevlakt L y f ,
met witte Beenen. De Valkeniers onderfchei-
den 'er drie Soorten van : de eerfte Saph genaamd
, die Haazen vangt en jonge Herten,
vindt men in Egypte; aan de tweede, die zig
meefter maakt van Deinen en Rheën , ‘geeft
men den naam van Leury, en de derde, die
Sinaire heet o f Pelgrim, wordt voor een Trekvogel
gehouden , die uit Rusland, Tartarie en
van de Zwarte Z e e , verhuift naar ’t Zuiden,
zelfs tot in Indie. Men vangt deezen , op
de Levantfche Eilanden, £yprus, Candia en
Rholyk
Woer denhoek van C homel, alwaar inxonderheid van
het leiren der Va lken breedvoerig wordt gehandeld; op
' l v o o rd Y o g ïl .
Rhodus; doch, waar hy neftele o f zyne Woon- II.
plaats hebbe, is geheel onbekend.
De Edele Valk, die den naam van Gentilis Hoofd-
draagt by de Schryveren , en van Albin tam stuk.
gemaakte o f getemde Valk genoemd wordt, Edele Valk.
maakt, volgens Brisson, een byzondere Soort
uit, zynde een weinig dunner en kleiner dan
de uitheemfche Valk. Van boven is hy donker
bruin, aan de toppen der Vederen roeftkleurig:
het L y f van onderen geelagtig,. met langwerpige
bruine Vlakken: de Slagpennen zyn bruin,
doch met zwarte Streepen overdwars geban-
deerd. Dezelve is het, welken L injleus in deeze
Soort noodzaakelyk fchynt te bedoelen, als
een Inboorling zynde van Sweeden , daar hy in
de Dalekarlifche Alpen menigvuldig gevonden
en ’er jaarlyks,. van de Duitfchers, gevangen
wordt.
Den uitheemfehen vindt men ook de Pelgrim De Pelgrim,
genoemd , wegens zyne verhuizing boven
gemeld, en in ’t Hoogduitfch Wander-Falcky
by de Engelfchen blaaaw geragde Valk of Ar-
dearius, dat is de Reiger-Valk. Zyne kleur is
van boven Afchgraauw, met bruinagtige Banden
overdwars geftreept; van onderen rosag-
tig wit, met zwartagtige Banden: de Slagpennen
beurtlings Afchgraauw en zwart geftreept,
aan ’t end rosagtig wit. Brisson, by
wien dit ook een byzondere Soort is, telt ’er
twee Verfcheidenheden van ; te weeten de
Barbaryfche, die wat kleinder, en de Tarta-
1. Dist. iY 's» s t rifche ,