n .
‘A fdeel.
XXIII.
Hoofdstuk.
eaafch.
Deeze Soort wordt van" B risson gehouden
voor dat Vogeltje, ’t welk aan Clusius bekend
geweeft is onder den naam van OuriJJia of
Tominejo, en diestyds het allcrkleinftc Vogeltje
geagt werdt. Dat gene , ’t welk C atesby be-
fchryft en af beeldt, was het Mannetje, ’t welk
een rooden Borft heeft, gelyk uit E dwards
b lykt, die ons de Af beddingen van, het Mannetje
en Wyfje geeft, onder den naam van
Kolibriet. De Portugeezen noemen het Pegafroh
Het fchynt in Zuid-Amerika te huisveften, wordende
alleenlyk des Zomers gevonden in Ka*
rolina en zelfs in Kanada. Catesby heeftze,
*s W inters, ook op St. Domingo gezien, alwaar
het geheele Jaar Bloemen zyn.
Zyn grootte is omtrent als een Lid van een
■ Pink: de Bek agt Liniën, de Staart een Duim,
en de Pootjes een Linie lang. De kleur is van
boven Goud-groen, met een weerfchyn van
Koperkleur, van onderen vuil-wit, met bruin-
grys ’er ondergemengd; de Keel en onder-Hals
Goud-Purper, de zydelingfe Staartpennen bruinpurper.
Van het Wyfje zal ik vervolgens!
fpreeken.
B risson befchryft een roodborltig Brafiliaanfch
Kolibrielje, ’t welk veel grooter is , zynde, met
den Bek en Staart, . vier Duimen en vier Liniën
lang, en wel Goud-grocn over ’t L y f ,
' doch Robyn rood van Borft, met rofle Staart;-
pennen, die uitwaards en aan de tippen met bruin
Goud-groen gerand zyn. Het heeft, gelyk
«Uq
v a n ï>E B l o e m z u ig e r t j e s. 44-1
alle andere Kolibrietjes, de Bek, Pooten en |i.
, , Afdeel»
Nagelen, zwart.
(7) Bloemzuigertje met de Staartpennen omtrent {Hoofd.
g e ly k , bru in -G oud k leur ig, het L ig h a am ver - v n ‘
g u id , de Slagpennen zw a r t . Ourifpa.
Dit fchynt veel naar het zo even gemelde
Brafiliaanfche te gelyken. L inn^üs ze g t, dat
het in de Indiën woont. I
(8) Bloemzuigertje met de Staartpennen g e ly k , m
en R o e ftk leu r ig ; de buitenfte bruin g e t ip t , het ^ 7 '
L y f zw a r t met een Goud-glans , de S la g - staartje.
pennen zw a r t .
D e e ze , die ook in de Indiën huisveft,
wordt gevonden in het Kabinet van den Koning
van Sweeden.
(9) Bloemzuigertje met een krommen B e k , de IX>
Staartpennen gelyk aan't end,van boven zwart;
pet L y f van boven groen, de B o r jl b la a uw , b a n den
B u ik zw ar t. piU'xxxvi,
Het groene Bloemzuigertje , met- een zw a r - tï*
ten B u i k , wordt dit van E dwards getyteld, *
en
(7) Trochilus Re&ricibus fubaequaiibus , fufco-aureis,
Corpore aurato , Remigibus nigris. Syg. Nat X.
' (8) Trochilus Reólricibus aequalibus ferrugineis, exti-
tnis apice fufeis, Corpore nigto-aureo» Remigibus nigrif,
JMus. .A d . Fr. II.
(9) Trochiius curviroftris, Rectricibus sequalibus fupra
nigris, Corpore fupra viricli. Peditore coermeo , Abdomine
rigro. Sy[h. N u t . X. Mellivora virklis , Ventre nigro.
^D\y. ^Ay. 36. T. 36.
I. D eel, IV. Stuk, E 6 J d * * * ... .