n.
A fdeel.
XV. '
Hoofd.
STUK.
vt.
N ig e r .
Zwarte van
Bengale.
368
is merkelyk fraaijer van Kleuren; doch hy kan
niet ophaaien tegen den ge vlakten Koekkoek
van Mindanao, een der Phihppynfche Eilanden
die in het Kabinet van den Abt Aubry bewaard
wordt. Deeze is van boven bruin, met een Goudgroenen
glans, gelyk ook de Staartpennen, • met
rosagtige dwarsflreepcn; van onderen wit, met
zwartagtige banden; de Hals bruin met witte
Vlakken; het L y f van boven wit en ros gevlakt.
In grootte overtreft hy onzen Koekkoek zeer.
(6) >Koekkoek met een puntige Staart , het Ly f
glimmend zwart, den Bek geel.
De zwarte Indiaanfche van E dwards, die in
Bengalc Cükeel geheten wordt, voert by Klein
den naam van blaauwagtig zwarten Koekkoek,
met een geelen Bek, de Booten kort en vuil - geel ,
van Bengale. De kleur is zwart met een weer-
fcbyn van groen en blaauwagtig paaarfch over ’t
geheele L y f , zelfs de Staartpennen; doch die
der Vlerken zyn , inwaards en van onderen, geheel
zwart. Hy heeft de grootte omtrent van
een Merel.
De zwarte Oojlindifche, dien de voorgemelde
Hoog-Edele Heer aan den Heer Reaumur hadt
gezonden, heeft byna de zelfde Kleur, doch
de grootte is , ongevaar, als een Duif, en de
Bek niet geel, maar, gelyk de Pooten, bruin^
de Nagelen zwart.
( 7 ) K o e k pa)
Cuculus Cauda cuneiformi, Corpore nigro nitido,
Roftro flavo. S y f l, N a t , X. Cuculus Indicus aiger. Eow*
58- T. 58.
(7 ) Koekkoek met eene puntige Staart, het Lyf n,
van boven Afchgraauw, van onderen w it; Afioeel.
de Onderkaak geel• * Hoofd-
By de Engeljchen voert deeze deninaam vaüsr0^
Karolinifche Koekkoek, Hy is omtrent van groot- ^
te als een Merel. Die van St. Domingo, wel-
ken Brisson af beeldt, is byna over t geheele fcj,ei
L y f Afchgraauw, en van grootte als een Bcrg-
Lyfter. Beiden gelykqnzy, derhalven; in kleur
Veel naar den Europifchen o f gemeenen Koekkoek
, doch zyn kleiner van L y f , en de Staart
verfchilt door zyne puntigheid, dewyl de middelde
Slagpennen langer j niet gelyk met de ö-
\ erigén zyn.
(8) Koekkoek met de Staart eenigemaate ge- viIL
vorkt, de Keel en Borjl zwart , rood van
■ o. Nek. Vlerfei
Men vindt deezen, by CateSb y , de groote
Specht genoemd , met Gouden Klerken , en daarom
geef ik ’er den naam van Goud- Klerk aan j
die beter is dan vergulde of Goud-Koekkoek.
Het is een fierlyk gefprenkelde V o g e l, hebbende
de Schaften der voorde Slagpennen Goudgeel
, én de Staart gelykt naar die van een Specht.
De
(7) Cuculus Cauda cuneiformi, Corpore (upra dinèreo»
fiihtus albo, Maxilla inferiore lutea. Syfl. Nat- X. Cucu'.
lus Carplinianus. C atesb. Cur. 9. T. 9’ . . ..
(8) Cuculus Cauda fubforcipata, Gula Pectoreque m-
gris, Nucha rubra. Syfl. Nut. X. Picus major, Alis aS-
teis. C a t e sb . Cur. t . p. 18. T . 18.'
ï. deeé, i t . stuk< A a