tl. den Bananas-Boom o f Pifang; zo dat dit zelve
A fdeel. g |acj een der zyden van het Neft uitmaake.
XII.
H oofd- '
STUK.
X I I I . H O O F D S T U K .
Befibryving van ’£ Geflagt der K aauwtjes ,
zynde Vogelen, van kleur mar de Kaauwen
gelykende , doch kleiner ; gelyk de Pifang-
Spreeuw en anderen.
Keniner» T ^ e Naam van Graculus, die met een niet
ken. - L ' zeer y aare betekenis toegepaft is geweeft
op de Kaauwen en dergelyke, wordt, in het Vrou-
welyke, doorLiimsos gebruikt, tot den merknaam
van een Geflagt van Vogelen, welken wy,
om die reden, K aaüwtjes noemen. Z y ver-
fehillen van de Scharlaaren zo zeer niet door den
Bek, die ook als een Mes is , doch platagtig*
niet ruigf, maar glad en aan ’t Grondftuk by-
kans naakt ; als wel door de Tong , die niet
• Kraakbeenig, in tweeën gefpleeten , maar Vlee-
zig i s , fpitsagtig en ongefplitft. Daarenboven
hebben z y , aan de Pooten, drie voor-Vingeren
en één agter-Vinger.
Soorten. B risson heeft geen Geflagt, dat eigentlyk
hier mede overeenftemt, en die Vogelen, wel-
• ken L innaeus aanhaalt, zyn ten deele by hem
door andere Geflagten verfpreid. L innaeüs
heeft zeven Soorten daar in , altemaal uitheem-
fche Vogelen.
( i ) Kaauwtje dat zwart- Violet i s , met een n.
witte Vlak op de Wieken, en een kaale geele Afdeéb.
1 YTÏT
Band om ’t Jgterhoofd. \ ' hoofPIndiaanfcheAakfter,
of liever Spreeuw, vindt Siü *
men deezen by B ontiüs genoemd i anders de
Javaanfche Raaf, en by K l e in het Kraaitje o f Rjligiofai
Kaauwtje van Ooftindie. Immers hy gelykt, in ^7
• • i i * i j i i pkaXa Iy *
verfcheide opzigten, inzonderheid van de kleur, Fig. g<
naar de Kaauwen, doch is veel kleiner. Ed-
wards noemt hem Minor o f Mino, en Albin
Mineur; miflchien, om dat hy Gaten boort, die
als Mynen maaken. B risson geeft ’e r , in het
Geflagt der Lyfteren, den naam aan van Mai-
nate, en aan een anderen, die van deezen al-
leenlyk in grootte verfchilt, dien van grand
Mainate. Dezelve, die op ’t Eiland Hainan, in
Afie, gevonden wordt, heeft de grootte van
een Kaauw.
Onze Mineur is weinig grooter dan een Merel.
Zyn kleur i s , aan den Kop, K e e l, HalS
en Rug, glanzig zwart-Violet; aan de Stuit
zwart-groen. De Vederen, op den Kop* zyri
kort en zagt als Fluweel, eenigermaate groen-
agtig; doch een fmalle Band, van langer Vedelen
, ftrekt zig tot aan ’t Agterhoofd uit, en de
zyden
(t) Gracula, fllgro Violacea, Matula Alarum alba * faf-
tia Occipitis nuda flava. Syfl. Nat. X. pen. fo. Cor?wis
Javanenfis. O sb. It. 102. Sturnus Indicus. Bo n t .
67. W11.L. Orwlli. 145’. F. 98 R a j . ^Ay. 68. Minor, ti
Mino. Edw. ^Ay. 17. T. 17. Alb; „ 4 y> 2. p. 3J. T.38
J, D eel. IV« Stuk« y %