268 B E s c a ii r v i H r,
]j. De grootte is als die dergewoone Pappegaab
Afdeel, jen: de kleur van boven groen, van onderen
VH. purperagtig; de Vederen blaauw gerand: de Kon
stuk. graauwagtig o f bruin: de Hals eenkleurig met
de Borft : de Staartpennen van onderen blaauw-
agtig zwart, van boven groen; de zydelingle
aan de tippen hoog blaauw: de B e k , Klaau-
wen en Nagelen, zwartagtig.
Zodanig een, waar deeze befcbryving naar
gemaakt is , werdt in den Jaare 1754 uit Ooft.
indie aan Madame de Marquize van Pompadaur
gebragt, die hem tot haar vermaak nahoudt.
2yn voornaame aardigheid beftaat daar in , dat
h y , vergramd zynde o f getergd, de Veeren
van zyn Hals loodregt o p ze t, 't gene hem
rondom den Kop een zeer fraaije Kroon o f
Krans, en op denzelven een fierlyke Kuif maakt;
gelyk R ajus dit reeds heeft opgemerkt.
XXXIII.
Melanoce•
fbalns.
Witborftige
■ vanMexiko,
Im
( 33) Pappegaay met een korte Staart, groen
van kleur, van anderen geel, den Kop zwart,
de Borft wit. '
E dwards noemt deezen flegts de Witlarfli-
ge. B risson voegt ’ er den naam van Mexi-
kaanfcbe b y , om dat hy van daar afkomftigisj
gelyk men hem ook in t.Land der Caracques
' ontmoet. De grootte is als een Tortelduif: de
. . kleur
(3;) Pfittacus brachyurus viridis.fubtus luteus, Pileoni-
gro, Pedore albo. Maf. Ad. Fr. 2. Pfittacus cocdneua
▼ entre albo. Edw. Ay. 169. x. 169,
van d e P a p p e g a a i j e n . 269
kleur van boven groen, van onderen \yit; de jj.
Kop boven op zwart; een groeDe Vlak onder Afdeel.
de Oogen; de Wangen en Keel geel, de Hals
en Onderbuik Oranje, de Slagpennen groen, stuk;
De Bek Vleefchkleurig: deKlaauwenbruin, de
Nagelen zwartagtig.
(34) Pappegaay met een korte Staart, groen x x xiv .
van kleur, den Hals rood. Coiiaüus.
Men yindt deezen , Pappegaay met een roo&n^raaSde L appegaay*
Hals genoemd : de Engelfchen geven er den
naam van Pappegaay van Jamaika aan. Ik
noem hem rood-gehaagde. Hy de heeft gewoone
grootte der Pappegaaijen of iets minder. Zyn
kleur is als boven gemeld. Men brengt hem uit •
Jamaika dikwils in Engeland over. Hy praat
zeer duidelyk.
( 35) Pappegaay met een korte Staart, groen XXXV.
van kleur, rood van Voorhoofd, de Staart FMarmsi
Guineeich
vaal, met zwart geboudeerd. Parkietje.
In ’t algemeen wordt deeze de allerkleinfte
Pappegaay geheten, welken naam Clusius ’er
eerft
r (34) Pfittacus brachyurus viridis, Collo rubente. Syfl.
Nat. X. Pfittacus minor, Collo miniaceo. S loan . Jam.
2, p. 297. Ra j; ^Av. 181.
(33) Pfittacus brachyurus viridis, Fronte tubrä, Caudä
fiilva, Fafcia nigrä. Mas. ^Ad. Fr. 2. Pfittacus par«
vus viridis, ex India Orientali. A lb . ^Av . 3. p. i f . T.
15". Pfittacus minimus vitidis, cum Fronte et Gula rubra,
F risch. * A v . 4. T . 54. Pfittacus pufillus viridis Äthiopiens.
Raj. ^A~v. 31. Pfittacus minimus.Clus. Exot. 3^J*
Pfittacus minor verficolor, Seb. Mus. 1. p. 40. T. 40.
I. D e e l . IV. Stvk.