XIII.
Hoofdstuk.
Ir.
F Feetida,
Stink-
Vogel.
340
zyden van den Kop zyn verfierd met twee
kaale geele Vliezen, loshangende, en in ver-
fcheide lappen verdeeld ; gelyk de Afbeelding
eenigermaaten voor ’t oog brengt. De Wieken
zyn zwart, met glanzig groen gezoomd , en de
Slagpennen hebben een breeden Band, die ’et
dwars door heen loopt. De Staart is groenag-
tig zwart: de Bek aan den wortel rood, aail
’t end geel. De groote Mainate heeft den Bék,
Pooten en Klaauweh, ’t eenerhaal geel, zonder
eénig rood. De kleine zingt en fluit zeer fraay,
bootzende ook, in ’t klappen, de Menfchelyke
Stem volkomener naa, dan een Pappegaay.
(2) Kaauwtje dat zwart is , de Slagpennen mn
buiten blaauwagtig, met een kaale Hals-»
kraag«
Volgens den Heer R olander , doorwien,
in ’t jaar 1755 , tot bevordering van de kennis
der Natuurlyke Hiftorie, een Togt gedaan is naar
Suriname en ’t EilandEuftatius,wordt deezeVogel
in Amerika gevonden. Zyn grootte is als die
van een Aakfter: het L y f zwart! de Vlerken,
als de Slagpennen op haare plaats gefchikt zyh,
van buiten blaauwagtig zonder witte Vlak; de
Staartpennen even lang. De Köp‘ is zwart , met
zeer kleine regtopftaande Pluimpjes, als de pool
van Fluweel: de Bek byna als die van een
Koek-
(2) Gracula nigra, Remigibus extu* coerulefcemibue»
fafcia Collari Dada. Sjft. Nat. X.
Koekkoek : de Neusgaten Eyrond en onge- n.
dekt ? de Tong ongefplitft, Vleezig, Tpics: de
Pooten vier-Vin,gerig, met den édneu Vinger j_joöfd_
agterwaards gekeerd. STUK*
fa') Knauwt je , 'dat grysagtig is , met blaauwe m -
„ , '.v Dartta,
Schouderen , de Slagpennen van buiten groen. p.fang_
^ . 1 j j Spreeuw.
Volgens den zelfden Reiziger, onthoudt deeze
Vogel zig in de Pifang-boomen van Amerika,
welker Vrygten hy vernielt, ik zou haaft
denken, of dezelve niet behoorde tot die Bana-
nas-Vogelen, genaamd Xantbornus of Qarouge,
waar van Brisson fpreekt, en we] mooglyk tot
die foort, welke de Engelfchen kleine blaauwe
Gaay noemen, de heidenen Peach-Caye, van
R a y befchreeven en afgebeeld (*). De kleur
egter komt niet volmaakt pvereen. De Kop en
Wieken zyn hooger blaauw dan de Staart: het
L y f , voor’toverde, zwartagtig of Afchgraauw,
behalve de Pooten en Bek, die iets rosagdgs
hebben. Hy woont te Madras in Opltipdie.
Zie hier de geftalte van onzen Pifang-
Spreeuw, volgens Rolander. De Bek is aan
den korten kant, Meswyze, zwartagtig, aan t
grondftuk ongedekt, van onderen witagtig. De
Vier-
(3) Gracula fubgrifea , Humeris coeruleis , Remigibus
extus viridibus. Syft• Nat. X. ; .
(*] Pica Maderaspatana minima, e coeruleo nignscens.
R aj. p. 195. % Tab. I. Fig. » . iaerus mger
aut cinereus ♦ Capice , Aiis ôc Caudâ coeruleis. P*
Buisson. Tom. II» p.