Het Tchcen dc Zcckndcrs, die met liet water wel meeft hebben te woi-ftclen cn daaraan zyn
’^57^- bloot gefteld, door’t muntcn van deezen penning des Heeren lof wilden verkondigenj vercrou-
wcnde dat zyne vaderlyke kaftyding hen ten goede zoude gedyen: waarom zy ook op dit ruggeftuk
t’hemwaart vcrzuchtten, ten eynde zyne almagtige hand hen voortaan van dccze en alle andere
vyanden wilde bcvryden.
MI
( i) Hooft
Ned. Hill.
fo l.ii8 .
(2) Hooft
Ned. Hill.
foL Z19.
Door deezen vlocd waaren ook veele
voorneemens vcrachccrd, welke de Prins
van Oranje door z yn c Ichcepsmagc te water
meende u yt tc voeren. Want de ichepen,
die hy op de Eems en in ( i ) Engeland
verzameld, en met welke h y , door
’c neemen van andere fchepen, veel voor-
deels behaald had , waaren door dc laatfte
ftormwinden niet weynig bcfchadigd en
meeftendeels geheel reddeloos geworden:
ook vondt h y niet raadzaam thans zyn e
ontworpene aanflagen o p T e x e l , Hoorn
o f Enkhuyzen, met de onbefchadigd ge-
blecvene te onderneemen, o fom der ze lver
zwakheyd, o f u y t onkunde der killen
en kreeken, hebbende het harde weeder
tonnen en baaken, ja banken en zanden
weggefpoeld en veranderd. Andere aan-
ilagcn, daarmede men het op Dordrecht,
DcJfc,(x) Rotterdam en den Briel gemunt
had, waaren insgelyks door dit onweeder
verydeld, zonder dat de Herrog, van
vooripoed dronken en door ’t geluk zyner
wapenen in flaap gewiegd, het minfte vafi
’t belcggen der zelve ontdekt had; onaangezien
de groote menigte der meewuftigcn.
In tegendeel waande hy de Nederlandlche
ingczeetenen genoeg onder de knie , her
Roomiche G e lo o f en ’s Konings gekreukt
gczag herfteld, cn ieder buyten ftaat gebragt
te hebben van ooit weder eenige be-
weeging te können aanvangen, o f d o o r ’t
opvattcn van dc wapenCn de Nederlanden,
die h y langs zo o harde wegen bevreedigd
h ad , in ’t vervolg re durven ontruften.
O p deezen waan dan geruft, cn als o f h y
alle bedenkelykc gevaaren te boven was ,
verzocht h y aan zynen (3) Meefter van de (3) Hooft
Voogdy dicr Landen te worden ontftaa-
g en , als hebbende aan den dienft van God
en den Koning ’t gebruyk zyn s leevens
met zo o gewenfchte uytkomfte befteed,
Immers met dit z y n gevoelen zie t men
voornaamelyk den volgenden penning beftempeld,
welkc in ditjaar tot lo f van A i-
v a gemunt is.
Hl
I. De voorzyde voert in’t midden des Hcrtogen geharnaft borftbeeld, met de rechter zyde
naar buyten gekeerd, en in den rand deeze tytels:
F E R D IN A N D U S T O L E T a n u s , ALBrE D U X , BELG i i
P R A s F e c t u s . l y y i .
F E R D IN A N D F A N TOLEDO, HERTOG F A N ALFA,
L A N D F O O G D F A N N E D E R L A N D . ly / i.
Op de achterzyde ziet men eenen brandenden fakkel, ftaande op eenen kandclaar, die door ccncn
leeuw en twee kraanvogeLs wordt onderfchraagd; boven en onder dccze twee byfprcuken;
D E O E T R E G I
V I T jE U S U S .
A A N GOD E N D E N KONING
HET GEBRUTK DE S LE E F ENS .
Zulks hy door dit zinnebeeld en zyne byfchriften wilde tc kennen geeven j hoe hy ’ t gebruyk
zyns
zyns leevens gcliccl teil dienfte van God, door het handhaaven des Roomfchen Geloofs, en ten i r y i ,
befte des Konings, door ’t herftellen zyner achtbaarheyd, dus lang in Nederland had toegebragc L .
en met goed gevolg te kofte gelegd: ja dat hy eensdeels door’t middel van onbezweeke dapperhcyd,
waarvan de Leeuw het zinnebeeld is, met Graaf Lodewyk by Jemminge te verftaan, en
andersdeels door zyne onvermoeide waakzaamheyd, door de kraanvogels (i) betekend, met den
Prins van Oranjc te verduuren, als op eenen onbeweegelyken grondllag, de veyligheyd van dc symb.
Kerk en den Staat had verzekerd, dn alle gevaaren in’ c midden der beroerten was te boven ge- Cenr.ill.
körnen j waarom hy ook een zoo wel aangelegd gebruyk zyns leevens, als een dankoffer aan God, Embl.17.
cn het vruchtgcnot deezer heerlyke uytkomfte a;in den Koning opdroeg. Met hetzelfde oogmerk
is ook de tweede penning geflaagen, waarop hy betuygt alles onder het oppergezag cn ter
eere van den beften Prins verricht te hebben.
II. Zyne voorzyde is in alles gelyk aan die van den cerftenj doch op de rugzyde leeft men
dit opfchrift:
O P T IM O P R IN C I P E . ly yi:
O NDER D E N B E S T E N VORST. i f y i .
Des Hertogen vau Alvaas verzoek van
(1) Benti- ontflag der Landvoogdye zoude hem (x)
d e ? i* d toegeftaan, en zyn e plaats door den Hef-
Oori. pag.tog van Medina9Cli, toen Onderkoning
van Si9Üic, vervuld geweeft z y n , hadde
(3) Hooft h y moögclyk niet al te zeer getracht (3)
füi.z23.^ ' omveeleerzynenzoonFerdinand totzynen
naazaat in dat bewind te laaten; doch dit
haperde in ’t H o f van Spanje. Alv a niet-
ccmin ftelde zich quahiuys tot dc r e y s ; en
deed, om de gedachtenis van zynen ge-
drceven handel in Nederland te vereeuwigen,
even a ls o f de naaween en ftriemeii
zyner wrcede kaftydingcn nog te ras u y t
de harten e n ’ t geheugen der landzaaten
zouden gewift word en, zich in dit jaar
binnen den bürg van Antwerpen een me-
taalen beeid oprechten. De vierkante
voetftal, welke op drie trappen van blaau-
wen arduynftqen ruftte, droeg des Hertogen
beeid van Jtieer dan leevens grootte ,
ftaande gchecl in ’t harnas, uytgenomen
het h o o fi cn dc fichter arm, die naar de
ftad, tot een teken haarer befcherminge,
was uytgeftrekt. Onder de vocten van ’s
(4) Strada Hertogcii beeldenis lag een tweehoofdig
Dec > zynde h e t zinnebeeld van ’ t b e -
kpag.348. drog en op de twee leden (4) van Staat,
den Adel en dc Steden to^ ep aft, met viet
armen ( f ) voorzien. Dir beeid voerde in
de eene hand een gefchrift, in de andere
eeli’ -toorts, b y l o f gebroken vuyfthamer,
alstekenen van ’t voorheen gcpleegde geweld.
Aan zyn c oorlellen hingen voor
juweelen beedelnapjes en kalabasjes, gely
k door de Edellieden eertyds waaren
gedraagen, en aan den hals eene beedel-
tas waaruyt verfcheydene ("6) flangen
kroopen.Dc flinker voet van Alvaas ftand-
beeld vertradc een aigetrokken momaanzigc
eaeene weggeworpc morgenftar. A l het
welke zinfpeelde op het fmeekfchrift,
voorheen door Breederoode en de verdere
Edelen overgeleverd, op de oproe-
ren , het becldftormen en de andere beweegingen,
door welke het land zoo dee-
relyk was geilingerd ; o f op het ichoon
voorgeeven der vryheyd, door ’t mom*
aanzigt verbeeld ; en eyndelyk ook
6p ’c wedcrftaan en verydelen van ’s Prin-
feii krygsruftinge , door de morgenftar
betekend. De gedachtenis van diC
praalbeeld vind ik op deezen gedenkpenning
bewaard , o f liever door Niklaas
Chevalier op laateren tyd vcr-
nieuwd.
(3) Bot
Nederl,
Beroert.
IV boek;
fol. 185.
yeifo.
(¿) !Meter:
Ned. Hüli
fol. 67.
verfo.
Alvaas pronkbeeld, gelyk wy het zoo even hebben befchreeven, flaat op het voorfluk afgebeeld,
onder dit Griekfche opfchi-ifc> o f gelyk het behoorde te zyn;
i . Teel.
A A E S I K A K O S a a s .
M m DE
l ' i -
'( .
jil;'
« Ì
f = .
to A l
t o '