Ou-
..-an R.'
Moog.
p:»g-337.
(2) Dio
LXVIII.
P-7 JS.
^ 3 8 N E D E R L A N D S C H E
In de v/edcrhclft van den rand der zelfde zyde leeft men verder zyne gewoonlyke zinfpreuk :
V I R T U S N O B I L I T A T .
D E D E U G D V E R J D E L T .
Op dc tegenzyde, gemaakt naar eenen penning van (1) G.ilba, ziet men ncvens cenc gewapende
Amazoon, dic eenen fruythoorn in den ilinker’ arm houdt, de manhattigheyd vcrbeeid, welkc
in de cene hand cene fpeer, en inde andere den breedcn degen, Parazonitm{z)g t\yixma,\oc xi .
Hct randfchrift is:
H O N O S E T V I R T U S . A N n o 1799.
E E R E N M A N H A P t l G H E T D . I N U J A A R 179p.
1600.
C3) iir.B.
vanMoics
kap. XXV.
y¡. 9. enz. ,
(4) Valer.
A iitia s ,
apud Cen-
forin.de
Die natali
cap.17.
Naadat op de verhaalde w y z e de inhulding
teLoven verricht was, is met deove-
rige plegtighcden, die te BruiTel, Mechelen,
en Antwerpen mec groote pracht cn
luyfter gefchiedden, het overige des jaars
en te g elyk der oude eeuwe gefleecen: zulks
mec den aanvang der nieuwe eeuwe, de
zeventiendeuaa Chriftusgeboorte, tegelyk
ook de nieuwe regeering der Aartshertogen
in Brabant haar begin heefc genomen. Dic
jaar wordt hec Jubeljaar, .van hec Laryn-
fche woord J u b ila r e , dat is Juycben o f
Vrolyk zyn , geheeten. B y de Jooden
wicrdc hec vyfcigfte jaar onder den naam
mec (3 ) bazuynengefchal
den Volke aangekondigd, om ditfceft
plegtelyk ce vieren,zonder in dac jaar te moogen
zaaijcn o f eenige vruchten inoogften;
keerende ieder roc z yn e oude bezitting en
geflacht, en de flaaven tot hunne voorige
v ryheyd. B y dc Romeynen wierdc hec
honderdfte jaar mec heerlyke eeuwfpelen
gevierd; van welker inftelling men onze-
ker is , onaangezien eenigen fchryven (4)
dat de zelve naa’c verjaagen der Koningen,
in hct tweehonderdvyfenveertigfte jaar naa
de bouwing van Rome , aldaar door Valerius
Publicóla zouden z yn ingefteld: z y n de
de vertellingen meeft op eenigebygeloo-
vicre verdichtfeien van ’t heydendomgevef-
tigd, ende ceuwipelen zelfs temec buyten
gewoonte geraakt. T o t dat ze door A u guftus
wederom vernieuwd, o f, om beter
te zeggen, u y t den grond ( 7 ) opgehaald,
en door verfcheydene volgende Keyzers
achtervolgd z y n geworden. Onder Kon-
ftantyn, den eerfteu Chriften K e y ze r , z y n
ze achtergelaaten, doch voor de laatfte-
maal onder Honorius, alleen mec rooneel-
en renfpelen, affchaifende alle Heydenfche
bygeloovigheydenofferpligcen,(ö)gevierd.
Sedert deezen z y n z e verwaarlooft en geheel
in ongebruyk geraakt , toc dat dic
hcydenfche"^wangebruyk van hoedaanigheyd
over driehonderd jaaren verwifleld,
onder den naam van ’ t Gulden ja a r door
Paus (7 ) Bonifaas den V III ingevoerd, cn
eerft om de honderd jaaren allecn gevierd
is. Naderhand heeft Paus Klemens de V I ,
omte meer geloovigcn daar aan deelachtig
te maaken, het vyfcigfte jaar doen vieren.
Dan Paus Urbaaude V I , oordeelende dac
z e l f dees ruffchencyd te lang was, heefc
d a tom d c dertig jaaren doen houden; toc
dat eyndelyk dees ty d weder door Sixtus
den V op vyfentwintig jaaren bepaald, en
dit gebruyk roc heden ten dage in dc
Roomfche kerke gebleeven is. De aanvang
van dic tegenwoordige Jubeljaar
was op Hemelvaarcsdag des voorleeden
jaars door Klemens den V I I I , die thans
de Pauslyke waardigheyd bekleedde , in
hct Vatikaan re Rome met de gewoonly
k e plegtighcden afgekondigd , en daarvan
ter gedachtenis decs penning gemunt.
Ou-
n R.
Moog.
pas. 436.
f U .
Moog.
pag.438.
(7) Bon-
nan. Num.
Pontif. fol.
23.
Rondom hec borftbedd van den Roomfchen Paus leeft men in den rand def voorzydc deezen
tytcl: C LE - I
H I S T O R I P E N N I N G E N . F L B o e k . j j p
C L E M E N S V I I I , P O N T i f e x M A X im u s .
P A U S K L E M E N S D E V I I L
Hebbende het hoofd mct een Pauftyke muts gedekt, zit hy op de rugzydc op cen verheeven
geftoclte, en tuftchen twee Kardinaalen: terwyl van eenen predikftoel, àie aan zyne rechter
hand ftaar, onder trompetgefchal hec aanftaande Jubeljaar den kerkgenooten wordt aangekondigd}
als blykt uyc dit omfchrift :
J U B I L E I I N D I C T I O A N n i m d c ,
A A N K O N D I G I N G V A N ' T J U B E L F E E S T D E S J A A R S 1600.
1600,
Veele plcgtigheden worden te Rome ,
zo o b y ’c openen der Poorte, als ’c doen
van de kerkdienften onderhouden, door
welkc de nieuwsgierigheyd der menicheii
wordc opg ewekt, cn daardoor wel dric-
honderdduyzend menfchen ( i [) z y n
Beroerten, aangezcc geworden , om dezelve b y te
woonen eu naar Rome te reyzen. Maar
fol. 69. gelyk dit zo o door huyflyke beletfclen ,
yerfo. onvermoogen, o f ziekte als andere verhinderingen,
aan alienniecgebeureukan, zoo
hebben deRoomfche Pauzeneenegewoon-
te ingevoerd van naar alle de Geweften der
werreld brieven a f te vaardigen , waarby
aan alle de zoodaanigen , welke deeze
plcgtigheden teR om c nice konnen by woonen,
voile Aflaac, o f qiiytfchelding van
alle de ftraffen vergund w o rd t , welke
die Kerk op alle misflaagen ftelc, en van
haare onderhoorige Ledemaaten vordere:
z o o z y naamelyk door cen waar berouw
cn oprecht leecweezen over hunne be-
dreevene mifdaaden door, ’c wectige geb
ruyk der Sakramenten met God en d e
Kerke z ich verzoencn , cn op eene onge-
veynsde verbetering van leeven toeleggen.
Volgens deeze gewoonte dan zondt Paus
Klemens de V I I I eenen Kornelis de (x)
Bie Auguftyner Monnik , die algemeen
Stedehouder van den Generaal dier ordre
was, met diergelykeGenadcbrieven naar
Nederland : alwaar Oktaaf Biflchop van
Trikarie z ich thans als Pauflyke (3) A fg ezant
aan het h o f te Bruflel bevondt. Dees
leverde z e den Aartshertogen o v e r ; w e lkc,
naa’tgoeddunken der BiiTchoppen geind,
en b y hunne herfchry ving verftaan te hebben,
dac ze niets, ’c gene het Vorftlyke
gezag konde k rcuken, inhielden, aan den
Pauslyken Afgezant hunne toeftemmingen
bewilliging gaa ven, buyten welke geene
Pauflyke b^rievcn (4) in Brabant moogen a f
gekondigd worden , om op laft der Biffchoppen
in alle hunne onderhoorige kerken
van de prcdikftoelen plegtelyk te worden
afgeleezen. In diervoege nam door
alle de Roomfche Nederlanden het Jubcl-
fceft des jaars zeftienhonderd z y n begin,
en wierdc niec alleen in alle kerken met
veele plcgtigheden gevierd , maar ook ter
eeuwige gedachtenis van ’c zelve deeze
legpenningen aldaar gemunt.
(i)Hjft.
Epifc. VI*
traj. fol.
433-
(3) Meter.
Ned. Hift.
iol. 412.
verfo.
(4)Efpe--
nius de
promulg.
leg.part.V;
cap.3.
I. Op de voorzyde.vnn den eerften ziet men hct gekroonde wapenfchild van Spanje, omvangen
door hcc gulden Vlies, en dac weder door dic omfcliritc:
A L B E R T u s E T I S A B E L L A . A N n o 1Ö00.
A A L B E R T E N I Z A B E L L E . I N ' T J A A R 1600.
Wclke op dc achterzyde den Nederlandfchen Leeuw aan een fnocr gebenden houden, binnen
.^it randfchrift:
Vvv vvv X LI-
¿ 1“
! Í:
Ì '
f »
:iil