■erTj '"' . . . to 'to'./, to'“
I IÜ . .0
' f i|
lllIV
■334 N E D E R L A N D S C H E
i fS q .
I. Oil dc voorzyde van den ca-ftcn ziet men Alexander gewapend tt paarde zitten, en onder
il) Pfalm des zelfs voeten de vcrfla-agene Nederlanders, binnen deeze Ipreuk van den Koningen (l)Profeet
N O N C O N V E R T A R , D O N E C D E F I C I A N T .
I K Z A L N I E T W E D E R K E E R E N , F O O R D A T Z E
F E R D E L G D ZTN.
Op de achterzyde ftaat, böven de wapenfchilden van Brabant, Limburg en Luxenburg , dat
vanSpanje, tuflchen’t jaar i f S j j hebbende onderaan alleen het gulden Vlies hangen. Het
omfchrift is dusdanig:
G e c t o i r p o u r L a C H A m b r e D e s C O m p t e s D e B R a b a n t ,
L I M b o u r g , L U X e m b o u r g , A N A m u r .
L E G P E N N I N G F O O R D E R E K E N K A M E R F A N B R A B A N T ,
L IM B U R G E N L U X E N B U R G , T E N AM E N .
II. De tweede penning is den voorgaandcn gelyk, uytgezonderd dat het Spaanfche wapen
mct den halsband van’t gulden VUcs alhier is omhangen, en hec jaar 83. onder het wapenfchild
gefteld is.
III.De derde penning verbeeldt, op dc eene zydc, den Spaanfchen Landvoogd aan’t hoofd zyns
legers .ten beleg van eene ftad trekkende, ondcr de gunft en befcherming des Hemels. Het
(1')Pfalm omfchrift, dat mede van den Koninglyken (z)Dichter is , geeft hcc betrouwen te kennen, dat
XXI.V.2. Qp byftand Gods in zyne verdere onderneemingen fteldej want het luydt aldus:
D O M IN E IN V I R T U T E T U A , L ^ E T A B I T U R R E X .
O H E E R E l D E K O N I N G Z A L F E R B L Y D Z T N O F K R
UWE S TERKT E .
Op de andere zyde ftaat het gekroonde wapenfchild van Spanje omvangen door het guldea
Vlies, dat weder door dit randfchrift:
G E C T o ir D U b u r e a u D E S F I N A N c e s . 1783.
L E G P E N N I N G F A N D E K A M E R D E R G E L D M I D D E L E N . 1783.
Nu hieldc in deezen hoek byna niets de
Staatfche zyd e als Y p e re , ’r gene een der
vier Leden van Vlaandre , en door z y n
groot getal van inwoonders en goede veftingwerken
niec ligt te dwingen was. T e
(3) Meter, meer, vermids ( 3 ) de Heer van Marquette
S î o ! ^ daarin 't bevel had, die van z y n beleyd
en kloekmoedigheyd reeds vericheydene
blyken had gegeeven. Parma echter willende
gaarne deezen doorn uyc den voer,
en die ftad in handen hebben om den Francoizen
alien toegang langs dien kant a fte
inyden, deed, n a a ’t winnen van Dixmiiy-
de z yn e Volkeren die ftad naderen en tuffchen
de zelve en B ru^ e cen hechte fcliaiis
opwerpen ; als vanwaar haar alleen de
eenige toevoer (4) kon worden aangebragt. rcn^
Zoodra deeze fterkte voltrokken cn in verfo.
ftaat
H I S T O R I P E N N
ftaat van tegenweer gebragt wa s, wierdt
ze van den noodigen voorraad,gefchut en
manfchap voorzien, en het Bcvelhebber-
fchap der zelve den Heere van W c rp e ,
Grootbaljiiw van Kortryk opgedraagen.
Eeu-en andermaal trachtten de Staatlche
Volkeren de ingeftoote ftad den noodigen
toevoer te bezorgen; maar de aaiivoerdcrs
(i) Mete- ecus te ( i ) Wyno xb erge, en naamaals digt
h Ä I onder de ftad z e l f zynde geflaagen, be-
i : j . verfo. gönnen de belegerden bereyds den voor-
linaak van eeneu zeer zwaaren hongcrs-
I N G EN. I llI .E o e h 33^
nood te proeven. Want de eetwaaren, die
in den beginne der influytinge nog voor
handen waaren en voor eenen taamely-
ken prys konden bekomen worden ,
wierden dagelyks fchraaler , en tot z o o
hoogen prys bereyds v e rk o ch t , dac de
fobere foldy der bezettelingen nice konde
toereyken om die ce k oopen , ten waare
de Steevoogd door ’t laaten munten
van deeze loode noodftukken den bezettelingen
eene mymre van geld verfchaft
had.
I. Het eerfte, ’ t gene ftaände het beleg voor twintig ftuyvers is gangbaar geweeft, als blykt
uyt de bovengefteldene fyferletteren, heefc rondom het wapenfchild van Vlaandre, enhet jaar
83. der muntinge, dit opfchrift :
Q U ID N O N C O G I T N E C E S S I T A S ?
W A A R TOE D W I N G T D E N O O D N I E T }
t
II. Het tweede, dat in ’t zelfde jaar gemunt, cn maar voor tien ftuyvers gangbaar geweeft is,
heeft om den Vlaamfchcn Leeuw j dit randfchrift :
N J L R E S T A T R E L I Q U I .
N I E T S I S ' E R M E E R O F E R IG .
(i) Meter.
Ned. Hift.
fol.iio.
verfo.
(3I Meter.
Ned. Hiß.
fol. 111.
vc:iü.
Staande deczc influyting van Y pere b ehaalden
de Spaanlchen nog vericheydene
andere voordeelen. Dus bczettedeii de
RyiTelaars het ftedeken Menen , waaruyt
die van Brugge ( z ) r’hunner eyge befcher-
minge de Staatfche knechten getrokken
hadden.De zelv c landaardt,diebinnenBre-
da in bezetting la g , had ookop den twaalfden
van Oogftmaand(3)Stecnbergen door
krygslift veroverd, even gelyk T a x is , begunftigd
door de duyfterheyd des nachts,
naa den eenentwintigften van Herfftmaand
de ftad Zutfen voor den Koning overrompeld
en ingehouden. Welke zeege Parma
z e lf nog vergroocce raet het Sas van
G en t, A x e l, Hulft en Rupelraonde te
vermeefteren. Z ulk s de algemeene verflaa-
genheyd, vermids de groote voorfpoed van
’s vyands wapencn,dc oogen allerStaacsle-
dcn uytblonk. Waartoe hcc verraadcrlyk
verkoopen van Aalft door dc (4) Engelfchen
aan den Spanjaard niet weynig hielp. Naar-
maate dan deezer bedcesdheyd nam ook de
verwarring en’t inwendige mistrouwen dagelyks
(7 ) nog meer onder de Staatsieden (4) Meter;
de overhand. Want federt den laatften aan-
flag des Hertogen van Anjou op Antwer- xio.
pen, had hec bcwind van den Raad van
Staate opgehouden, dien men nevens hem
had opgerecht, eu was het opperlandsbe-
ftuur den Algemeene Staaten weder in hande
gevallen: wier leden onderling niet
weynig in gevoelen gelplicft waaren. Want
deeze wilde met den Koning, die met A n jou
, gene weder met geen van beydcn ver-
zoenen. Zulks deeze onderlinge verdeeldheden
den Spanjaard eenen gladden weg
tot de gemelde voordeelen baanden,en die
beyden weder gelegenheyd tot het munten
van deeze legpenningen hebben gegeeven.