ill.
l . t , .
' eM ùìà-'
ì ; J
t o
; .. Mi È ri r
to .-t
15Ö7. Ferdinand den I. te Frankfoort bclchree-
■ - v c n , ( i ) als Gezant aigevaardigd en ge-
Blafon de magtigd, om u y t den naam zyns Meefters
d'o''^fol M a je fte y t, wegens dc verheffing van
341. ‘ Maximiliaan haaren zoone tot Roomfch
Koning, geluk te wenfchen. Twcemaaï
is h y getrouwd geweeft; ccrft met Johanna
van Halewyn cn Commines, wier gedachtenis
men nevens de zyn e op deeze
twee legpenningen bewaard vindt.
T. Her geharnafte borftbeeld van den Hertog, met de Guldenvliesordre behängen, ftaat op
hec voorftuk van den cerftenj binnen deeze tytels;
P H i L i p p E S Y R E D E C R O Y , D U C D’A R S C H O T .
P H I L I P S H E E R V A N CROY, HER TOG V A N AARSCHOT.
Op het ruggeftuk ziet men het borftbeeld zyner eerfte gemaalinne, die te Hcverleê van
metaal verbeeld is en nevens veele anderen van haar gemaals geflacht , begraaven legt. Hec
randfchrift is;
J E a N N E D E H A L E W I N , D U S e s s e D ’A R S C H O T .
J O H A N N A V A N H A L EW Y N , H E R T O G I N V A N AARSCHOT.
f.» II. De tweede penning, die al in het jaar vyftienhonderdtweeenzestig gemunt is , voert het
•tf.gekroonde wapenfchild van Philips van Croy op de voorzyde 3 en tot omfchi'ift deeze (2) zync
(i) Mauf.
deUTotf. ____
gewoonlyke fpreuk;
S to 'd c
hT o if.
d’Or fol. 311.
J ’Y P A R V I E N D R A I C R O Y . lySz.
IK C R O r Z A L ' E R TOE G E R A A K E N . lySz.
Op de tegenzyde ziet men het gerayte wapenfchild van Johanna van Halewyn, met des Hcr^
togen gevoegd> en deeze haare gewoonlyke fpreuk tot randfchrift:
R A I S O N L E V E U L T H A L E W I N .
D E R E D E N WI E H E T (ZOO) HA L EWT N .
Want hoewel deeze Philips de twccdeHer-
tog van Aarichot, naadat z yn e eerfte gemaalin
Johanna van H alew yn , (4) in den W
B y deeze huysvrouw heeft h y drie hinderen
geteeld , te weeten: Margreta van
C ro y , naderhand getrouwd met Pieter
van Hennin, Graave van BolTu, doch zonder
kinderen naa te laaten geftorven : voots
Karel van C r o y , van welken w y hiernaa
zullen moeten fpreeken, die noch by zyne
eerfte huysvrouw Maria van Brimeu, noch
b y z yn e (3) tweede Dorothee van Croy
Havre geene kinderen hebbende gereeld ,
in het jaar zefticnhonderdentwaalf, mede
zonder naakomelingen is overleeden: en
eyndelyk Anna van C r o y , door welker
huuwelyk met Karel de Ligne Priiife van
Arenberg, b y gebrek van broeders en zuf-
ters kinderen, alle de heerlyke goederen
van den huyze van Croy in dat van Arenberg
z y n overgegaan en alsnog beftaan.
.... ‘
jaare vyfdenhonderdeenentachtig, was
-
overleeden, zich andermaal in ’t huuwelyk 187.
begaf met Johanna van Blois, dochter van
Lodewyk, Heere vanTreflon cn Charlotte
v anH umieres , heeft h y b y dezelve geene
kinderen gewonnen. Z yn e en zyner
tweede echtgenoote gedachtenis wordc
op eenen legpenning bewaard , die
wel in den jaare vyftienhonderdvyfen-
tachtig gemunt is , doch welken, mids
dit gewag van den huyze van C r o y , ik
niet ongevoeglyk acht alhier, zonder op
den tyd zyner muntinge tc le tten , toc
bewys van 't gezegde , z yn e plaats te
gunnen.
O p
Mauf.
de hT o if.
d’Or, pag.
H I S T O R I P E N N I N G E N .
-j- —
/. Boek. 9 5
15Ö7.
Op de Cene zydè ziet men het borftftuk \'an den iiertrouwden Hertog ; binnen dccze tytels töt
omfchrift :
P M i L i p p E S Y R E D E C R O Y , D U C D ’A R S C H O T .
P H I L I P S H E E R V A N CRO Y , HERTOG V A N A ARS CHOT .
Op de andere zyde ftaat het gekroonde wapenfchild zyncr tweede gemaalinne met lies zync
vereenigd ; binnen dit randfchrift :
J E a N N E d e B L O Y S , D U C H E S S E D’A R S C H O T . ipgy.
J O H A N N A V A N B LOI S , H E R T O G I N V A N AARSCHOT . iy 8 f .
De Landvoogdes, die zoo ilaatkundig
het eerfte verbond der Edelen had ontze-
nuwd, was niet min vooripocdig in ’t ftuk
der opgevatte wapenen, die z y onder het
beproefde beleyd van Noirkarmes tegens
Valençyn gewend had : want ledert die
groote ftad het inneemcn van krygsvolk
weygerdc>op hoope van door den verbon,-
deii Adel wel u y t haare benaauwdheyd te
zullen gered worden , had de Hertogin
meermaal getracht haar veel eer door mid-
(i) Strada del vaii oiiderhandelinge, volgens ( i ) des
voorfchrift, als geweld van wa-
1.^5.159^.’ penen tot het openen haarer poorten te
brengen. Met dit oogmerk waaren de Graaf
van Egmond en Hertog van A a r fch o t,
van Wiens geflacht w y z o even hebben geiproken
, als middelaars (aan de ftedelingen
gezonden , op hoope dat hunne bekende
achtbaarheyd hen meer, d a n ’t gezigt der
voor de ftad gebragte wapenen, tot het in-
neemen der bezettinge zoude moogen bc-
weegen: dan ook deeze begönne hande-
l in g , u y t een opgevat wantrouwen van
wc^e Noirkarmes onverrichtcr zaake z y n de
afgcbroken, ontfing die Veldlieet van
dc LandvoogdeiTe laft, omhct langer draalen
a f tc iiiyden cn door de wapcnen de
weygerende ftad tot reden te brengen.
Hicrop wierdt dc voorftad, gelegen aan de
W Mete- poort ( z ) naar Bergen, bezer, de loopgra-
Hift. fol" vcn met kle yn verlies geopend, end e wal
49. vcrfo. ccrft met twa alf daarnaa twecentwintig
muurbrcekers, die van Doornik waaren
ontbooden, heftig bcfchooren. Zulks büinen
vier imrcn de verbaasde ftedelingen;
met cen groot gedeelte des muurs ook hun
grootfte vertrouwen geveld ziende, eenen
trompetter uy tzond en, om b y verdrag
nog te moogen bedingen, ’t gene z y niet in
ftaat waaren door de wapenen langer te
können befchermen. Noirkarmes in tegendeel
(3) floeg niet allecn den voorftel der
gemagtigde ftedelingen a f, welke hem de
ftad nu op gelyke voorwaardcn wel wilden
overgeeven, als hen door Egmond en Aarfchot
voorheen waaren aangebooden,
maar deed de aanvechtingen verdubbelcn,
en den krygsknecht z ich tot den ftorm
vervaardigen , mids de gracht door de
ftukken (4) van den gefloopten muur mee-
fteiidcels gevuld was. Z yn d e nu het gevaar
dus voor oogen, en geene hulp van
de verftrooide Bondgenooren, veel min
u y t Vrankryk voor handen, bleefdenbe-
legerden niets overig als zich aan dc genade
der Landvoogdefte te onderwerpen.
Noirkarmes, dus den vierentwintigften (5)
van Lentemaand die ftad hebbende bemagtigd,
deed twee Onroomfche Leeraars op-
hangeiijden Stedevoogd MichielHerlin en
zynen zoon onthoofden, en vericheydene
anderen Onroomfchen, o f die zich de
yverigften in het verhaalde voorval ge-
toond hadden, met andere ftraffen vervolgcn.
Staande dit beleg, dat niet min
(3) Stradi
de Bello
Belg. Dec.
I.pag. 162,
dc eetwaaren als ’r geld had fchaars gc-
m.aakt, acht ik dat dit loode noodmuntje,
het eerfte der Nederlandfche verdeeidhc-
dcn, is geflaagen.
(4) Nie;
Burg. Hift;
Bdg. pag,
333.
Cî) Hoofl
Nederl.
Hift. foL
A a 1 Het
■ .Ti .
i ' r ;
■15 '
to
■i’ M ."
„i; ri : ,
? . .>;■ . 1