( 0 Bot
Ncderl.
Beroert.
VHI.
boek,
fol. X19.
cn met nog eens rykelyk. in de beurs re '
caften, den laftigen k ry g , die chans op
zo o vooripocdigen draf ging, in ’c kort
gclukkiglyk ten eynde te moogen brengen;
Hoe fchoon die ook was voorgedraagen,
weynig fmaaks nogtans vonden ’er de b y zondere
Staaten in ; ’ t gene genoeg was a f
te meeten uyc hec neemen van den eenen
uytftel op den ( i ) anderen, ’c voordraagen
van bezwaarnillcn en andere vergczochtc
uytvlugten. Die b y Requezens zynde
gemerkt, had h y hec fchatten cen placccii
lande, op rekening y a n ’t gene de Staaten
ftonden in te willigen, begonnen;cn door
de krygsknechten ruyg en kort paardevoe-
derden ingezeetcnen laaten afvordercn.En
hoewel die de klagten ten Hove vermeerderde
, zo o was die ongehoorde beftaan
echter oorzaak dac van de twaalf conuen
fchats, door den Landvoogd tc leen ge-
e y ich t, de ,ßrabanders eyndelyk, in (2) (^) Hoot;
driehonderdvyftigduyzcnd guldens bewil-
ligdcu, en dc overige Staaten insgelyks
voor him aandeel, volgcns dc voorheen
beraamde verdeeling ; onaangezien U y t recht,
mids dc armoede zyner ingezcece-
nen , daarcegens naadrukkelykc vertoogen
gedaan had, cn hicrom met zwaare ( 3 ) Beroertfn.
inlegeringen was gedreygd geweeft. In-
voege zelfs ook de afgelegenfte landen, fol. 130,
hoewel niet d o o r ’t oorlogsvuur verwoeft,
nogtans door ’t opbrengen der geeyichtc
ichatcingen wierden uytgeput, cn aldus,
mec den Spanjaard in den oorlog tegens
den PHns van Oranje ten dienft te ftaan,
z ich zelve verteerden: gelyk die van Henegouwe
d o o r ’t uytgeeven van deezen
penning nict duyfterlyk betuygen.
De eene zyde verbeeldt den Henegouwfchen tuyn, als blykt uyt het daaivoor geftelde wapenfchild;
waarin op eenen kandelaar eene brandende kaars, binnen dit opfchrift, gezien woordt;
S E R V I E N D O C O N S U M O R . jyy6.
D O O R D I E N S T TE D O E N W O R D I K F E R T E E R D . 1776
Waarom men de Hencgouwfche maagd op de'andere zyde verbeeld ziet met den iiytgeftorten
hoorn van overvloed der verfpilde fchatten aan haare voeten, en om van dien geldverflindenden
oorlog verloft te zyn,, naar den aangebooden vreedetak, onder den verauchtenden wenfch van die
omfchrift, zeer bcgee.rig,reyken:
D A P A C E M D O M I N E !
H E E R E l F E R L E E N F R E E D E.
(4) Hooft
Ned. Hift.
fol. 443.
(J) Refol.
derScaaten
van Holl.
22 Febr.
1576.
fol. Ç.
3 Maart
ijvó.folp.
ijd ito
fol, 19.
Door deeze gelden, die van de onwilli-
ge landfchappen mec (4) dwangmiddelen
wierden gevorderd, raakte de Landvoogd
in ftaat om de begönne influyting van Sie-
r ikzce ftaande de geheele winter te achtervolgen.
Die. van binnen droegen zieh ondertuflchen
moedig, en deeden zo o nuzoo
dan- heftige uytv allen: want al o f ichoon
z y op den achtentwintigften van Louwmaand
door de belegeraars mec een taameiy
k verlies wierden te ruggedreeven, zoo
ontzonk hen daarom demoed niet, maar
z y hervatteden drie dagen daarnaa het ge-
vechc, d o o r ’t welke z y twee der grootfte
Ichepen van den Spanjaard veroverden.
Sedert bekwaamcn z y nog tweeentwintig
fchepen vol. (y ) leefcogts, te Rotterdam
en Delft gekocht, tot onderftand, even
voor dar de vloor onder Don Sançio met
twintig galeyen en zes kromftevens, om
zoodaanigen toevoer van de waterzyde ce
beletten , den zestienden van Sprokkel-
maaiidoplaft van Requezens, was verfterkt.
Mondragon,die over den geheelen aanflag
als Opperhoofd geboodt, deed ook omden
ftedelingen in ’t vervolg (6) diergelyken
onderftand a f te fnyden, de kreek voor Ned. Hill.’
den mond der haven door paalen en daar-
tuflchen geipannene y ze re ketens fluyten ;
daar de diepre’t heijen niet toeiiet, fchip-
bruggen met gefchut voorzien leggen ; den
d yk op de naafte toegangen befcHanfen,
cn de v loo t, zoo tot ftopping der haven
als tot befcherming der fchipbruggen in dc
gegedaante
ccncr halve maane op ankers
Ichdarcn. Dc toevoer dus gcftremd, ftee-
gcn dc eetwaaren in p ry s , waardoor die
van S icrik zce, en om dc bezettelingen te
betaalen, in die jaar zich wederom genood- i
zaäkt vonden om op nieuw deeze tinne •
noodftukken / als in hec voorgaande 5 te
laaten muntcn.
-S %
I. Het eerfte is rond, cn heeft in ’t midden eene hooge verheere F , ter wederzyde 76, zvntle
hetja.tr der munt.nge, en nevens die letter het ZeelandTche wapenfchild, tot bewys dat de vergoeding,
daaivan naamaals door de Staaten van Zccknd gedaan IS.
IL Het twecdc, dat wcrkant is, heeft in ’t midden het wapenfchild der bclegerde ftad en
omhoog, dat van Zeeland, waarvan de reden hier voor gezegd is: bcneden ftaat het jaar I’yyS.
aanffr7?“ f f en onder-
T e rw y l nu de Spaanfche Landvoogd
dagelyks de cyding verwachtte van hec
ovcrgjjan van Sierikzee eu Woerde, welke
laatfte plaats ook even naauw als deeerftge-
inelde door den Spanjaard tot nogtoe was
ingeflooten gehouden ? kwam hem eene
geheel’ andere, ce weeten van het muyten
zyn e r ligte paarden in Vlaandre, en het
zeer (.1) groote moedwillig-
(01,^6.* ‘ geen kleyn verdriet ter ooren.
Want ziende z ieh , mids berooidheyd van
geld en geloof, buyten ftaat van het begönne
quaad' tc konnen ftuyten, en vree-
zende dac de fmet der m uyrerye voortloo-
pende ook de andere benden mogte vergif-
tig en ; g a f liy den huyslieden magt van
zieh te wapencn, cn geweld mec geweld
te koeren. H y z e lf in z y n gemoed geheel
W Strada y f f verreysde mec alien fpoed van
W y e c h e le n naar ( z ) BruiTel; alwaar h y ’s
^yneaaiRomft op den eerften
van Lentemaand van eene zeer heetekoorts
wierdt aangetaft , wier heevige brand .
verzeld van een gewis teken van peft op
z yn e (3) Tchoudet, hem z yn e aanftaande
dood voorfpelde. Vermids nu de Koning
tegens zoodaanig een onverwacht toeval
op het beftier zyn e r Nederlanden niec
voorzien h a d , benoemde de ftervende
Landvoogd Graaf Karel van Barlemont rot
her bewind over de burgerlyke regeering
des lands, en Graaf Pieter Ernft van Mansvelt
tot her gezag over (4 ) ’s Konings
krygsmagt, met laft dat men zo o tot de
eene als andere aanfteliing de vereyfchte
volmagtsbrieven- zoude vervaardigcn: doch
dir verricht z ynd e vondt ( j ) h y zich b u y ten
ftaat van die re konnen tekenen , en
overleedt des morgens van- den vyfden
derzelve maand, in (6) den ouderdom van
v y ftig jaaren. Geene gedenkpenningen,
als dees eene, z y n my van hemvooige-
komen, welken ik beft heb geoordeeld alhier
b y z y n overlyden plaats te gecv eii,
H h h z on-
(3} Metef:
Ned. Hift;
fol. 1 14.
Ì4) Bof
Nederl.
Beroerteoi
VIII.
boek,
foi.134-;
verfo.
1.5) Strada
de Bello
Belg. Dec.’
I.pag.407;
(6) Hoof!
Ned. Hift,
fol. 446,