r":
'iifi
T 77 beftier van dicn Prins bevondt. Om deeze
ftad ook onder z yn bewind te krygen,
was ’er nu federt eenigen tyd met der ze lver
Gemagtigden , wederzyds met veel
naadruks gehandeld, en het verdrag den
■ zeventienden van Grasmaand te Dordrecht
(i)Bor geflooten: ouder ( i ) beding , dat voort-
£ o e n c n , aan de totnogtoe aUccn gedulde oeffening
x .b o e k , van den Roomfchen Godsdienft aldaar ge-
foi-139- handhaafd, geen Stedevoogd aangefteld,
end e ftad in haare voorrechten, vrydommen
en oude herkomften befchermd zoude
worden. Op deeze w y z e was Zceland
eyndelyk tot een lighaam gebragt, en naa
veelc rampen en elendc, ftaande de voorige
bclegeringen geleeden, van den Spanjaard
, en als u y t den kuy l der Iccuvven
verloft; waarom h e t, in naavolging van
U y tre ch t, deezen legpenning hcefc in ’c
lichr gegeeven.
Op de voorzyde ziet men den Profeet Daniel tuflchen vier leeuwen, onder den Hebrecuwfchen
naam J E H O V A H , H E E R E , en de befcherming van eene hand, die uyt de wollten komt,
hemelwaart verzuchten. Hec omfchrift luydt aldus;
(i)Pialin
LXXIV.
IS J U D I C A B I T (1) C A U S A M S U AM .
i/ .i i . Sal.
bpreuken
D I E Z A L Z Y N E R E C H Y Z A A K O O R D E E L E N .
kap.XXlf.
JcrcL Rondom het Zeelandfche wapenfchild, ziet men op de achterzyde dat der Ridderfchap en 2C-
kap.^L. ven ftemhebbende fteden van Zceland; binnen het randfchrift deezer (5) woorden ;
xv.(i^ii-.Ìkor. io. G R A T I A D E I SUM Q U O D SUM.
D O O R D E G E N A D E GOD S B E N I K D A Y I K B EN.
T e rw y l men aldus, zo o te Uytrecht
als in Zeeland, de ruft herfteld had, was
eene onderhandeling mec Don Johan,
wegens de voorwaarden zyner aanneemin-
g e , door de Gemagtigden der Algemeene
Staaten begonnen. Deeze liep meeft over
(4) Bor het (4) beveftigen van den Gentfchenpays;
Bereen. wegzenden der Spaanfche krygs-
X.boek, knechten: zynde beyde zaaken, d ied en
fo». 211. nieuvvea Landvoogd ganfch tegens de borft
waaren. Dan als door de byzondere Staaten
, meeft alle de A bcen, Dekens en Zie l-
zorgers van Nederland, de Gods- en
U) Hooft Rechtsgeleerden der Hooge Schoole (7 )
van Loven verklaard, midsgaders door
° den Raad van Staate beveftigd w a s , dat ’er
in den Gentfchen Vreede niets rot naadeel
van den Roomfchen Godsdienft o fh e t Ko-
yke gezag was beflooten, ftondt h y
ien tc zullen bekrachtigen ; en de
toe
Spaaniche k rygsknechten, naadat hun
achterweezen hen zoude b e taa ld zyn , te
water ny t den lande te zullen doen vertrekken,
mids dat tot deezen zeetogt de
Algemeene Staaten de noodige fchepen be-
zorgden. Dit antwoord fcheen in ’t eerft
voldocnde, maar naderhand in overweenini
Her gerucht hietvan verfpreydde z ich cn de zo o lang ontbeerdc kalmte eenmaal t s j f .
ftraks alom; zulks veelen, gedachtig der geheel herfteld mogte worden. A ls o n d e r -
voorgaande elende, tot den Hemel om anderen b ly k t u y t eencn legpenning, in
vreede vcrzuchtten: op dat de twiftzoe- din jaar door die van Geldcrland geflaa-
kers vcrftrooid, het bloedftorten geftaakt, gcn.
De voorzyde voert het borftbeeld van Philips tuflchen een Bourgondifch kruys eri vuurftaal.
Onder ’ c geknotte fchouderftulc ftaat G E L D E R , ten blyke dat de penning aldaar gemunt is.
In den rand leeft men dit omfcluifc;
DA PA C EM D o m i N E IN D I E B U S N o s t R I S ! 1777.
H E E R E l G E E F V R E E D E I N O N Z E D A G E N . 1777.
Op de mgzyde zict men de Spaanfche van de Inlandfche krygsknechten fcheyden ; zynde de
eerften kennelyk door hunne naauwe, gelyk de laatften door huiuic wyde broekcn. De rand is L X V lll,
omzoomd met deczc fpreuk van den (i)Koninglyken Profeet:
DI S S I PA C E N T E S , Q U ^ B E L L A V O L U N T . P S A L mo 68.
V E R S Y R O O I D E V O L K E N , D I E L U S Y H E B B E N I N
O O R L O G E N . P S A L M 68.
ging zynde gebragt de lange tyd en zwaare
koften, die tot het uytruften en onderhoii-
den van zo o groote vloot noodzaaklyk
vereyfcht wierden; waar het bootsvolk tc
vinden zoude z y n , dat onder den Spanjaard
en z yn e genade zoude willen ftaan;
en eyndelyk dat zo o magtige ftaatszenuw,
eens in handen der Spanjaarden geraakt
zynde , genoegzaam verlooren was, en
tegens den Staat z e lf konde gebruykt worden
, zo o wilde niemand dien voorftel aanneemen,
maar dat het krygsvolk teland
had te vertrekken. Don Johan, dieeenen
aanflag met dit volk op Engeland voorhad,
wilde geenszins hiertoe verftaan, maar dat
de aftogt te w a ter, vermids ’c gebergte mer
fheeuw b edekt, cn Italic met de peft bc-
frae tw as, zoude (6) gefchicden. Z u lk s , (6) Hooft
dewy l de handeling nu ganfch fcheen afge- nfit ffol.
broken, de Staatfche Gemagtigden hem 489.
fchrifclyk betuygden hoe ’c aan hen niet
gefchort had, noch fchoicte, dat ’cr niec
vruchtbaars uytgericht wierdt; des d a tz e
z ich v ry kcnden. van alle fchuld aan ’c naadeel
dac den dienft van God ( 7 ) en den Ko- (7) Hooft
ning, aan ’c verdcrf dac den Lande, door
eenen nieuwen o o r lo g , befchooren was. 493.
Het
M r i
{i)Bor.
Nederl.
Beroerten,
IX.boek,
fol. 176.
verfo.
(3) Hooft
Ned. Hift.
fol. 492.
Qp de bckendinaaking, die door de A lgemeene
Sraaten (x) b y brieven van den
laatften opftand der Spanjaarden aan K e y zer
Maximiliaan gezonden , doch mids
z y n overlyden aan zynen zo on en tocko-
mcnden naazaat, den Roomfchen Koning
R u d o lf gedaan was , had die Vorft nu
K e y ze r , cot het byleggen der gereezene
gefchillen, den Heer Gerard(3) van Groes-
beek BiiTchop van L u y k , cn Hertog Willem
van Gulik en Kleef, o f die z y in himne
plaats wilden zenden, midsgaders nog
ten zelven eynde van zynentwegede Heeren
Philips de Aide Baron van Wynenbcrg,
en Andries Gail der Rechten Dodtor als
Middelaars gemagtigd, en naar Nederland
afgczondcn. Welke de voorgemelde handeling
tuflchen D on Johan en de Algemee-
[*]Pmtß.i\c Staaten, naa dc laatftgedaane ( ff aan-
tiiygcnis en ’t vertrek der Staatfche Gemagtigden
, door hunne tuflchenkomft inmiddcls
nogieevend hielden, op hoope
van ze nog toc ecu gewenfcht eynde te
brengen. Eu waarlyk hunne aangewende
zorg was van die v rucht, dac z y nog verfcheydene
oneftcnhedcn b y Don johan
uy t den weg ruymden; zulks z y zich naar
Bruflel begaaven, om te zien hoe men (4) (4) Hooft
’ ■ ■ Ned. Hiftf
fol. 494. elkauderen nader zoude konnen te gemoec
komen en de nog onbeflechce punten veref-
j fenen. Om die u y t te werken, verfton-
deu de Staaten, dar hunne Gemagtigden,
' ill gezelfchap der Ke yzerlyk e Gezanten,
z ich weder naar Marche in Famine zouden
begeeven; en Don Johan, die zich daar
ophieldt, waare ’t m o o g e ly k , nog cot
het wegzenden der Spaanfche benden te
land te beweegen. Veel ftribbelens viel
’er over dit verfchilpunt; doch des Keyzers
Gezanten, bewyzende z y n ongelyk
en dc onmoogclykheyd van den togt te
water, ovcrrededen hem eynde lyk; zulks
Don Johan op den twaalfden van Sprokkeimaand
te Marche hec verdrag onderte-
kende, ’ c gene ook v y f dagen (7) laater (;) Bor
z o o door den rcgeerenden Raad, als door
dc Keyferlyke Gezanten , cn de G em a g -x . boek ;
rigden der Algemeene Sraaten, uytgezon-
derd die van Holland en Zeeland , te
Bruflcl gefchiedde; waarnaa het op ’s Konings
naam, onder den ty te l (6) van Eeu-
wig gcbod alom wierdt afgekondigd. T e r fol. 495. *
gedachtenis v a n ’c welk e, decs g e f in k -e n
legpenning in ditjaar gemunt is.