IJ98. fchcrmd, eengrooterlegerdooreenzwak-
---------- ker geftuy t, ja in zyn e eyge legerplaatfe,
zonder bloedftorten o f zich in gevaar tc
ftellen, overwonneir was. Mids het gebrck
van eetwaaren in Mendozaas leger
zo o groot was geweeft, dat de ovcrloo-
pcrs en achrergelaatene z ie k e n , die uyt
zw akh e y d met menigten langs den weg
CQH. dc laagen, eenpaarig vcrklaarden in ( i ) v y f
nS ° Hill gc™ ™
foi.jtj. ' dar door de geweldige peft en memgvul-
dige andcreziekten, die dees hongersnood
cn het ongewoone voedfel hadden veroorzaakt
, meer dan zevenduyzend menfchen
waaren omgekomen ; wier lykcn , alom
(c) Mctc- |a„gs het vcld en dc wegen ( i ) verlpreyd,
S . ' f S ' de waarheyd van dit zeggen beveftigden.
41». Maurits aldus den vyand tot zo o fchande-
, lyken aftogt hebbende genoodzaakt, heeft
den zelven in z y n aftrckken alle moogelyke
fchaade toegebragt, door aangehechte
fchermutfelingen outruft, en veclen zyner
achterhoede afgeftaagen cn gevangen genomen.
Naadat de vyand was afgetrokken,
zondt de zeegepraalende Veldheer dc ben-
: den der Vereenigde Geweftenindewinter-
legering, en is z e lf in perfoon , overlaaden
met glorie en zeegepalmen naar ’s
Graavenhaage vertrokken; alwaar h y met
geen mindere toejuychingen van de gemeente
als uytbundige d ank ze^ingen,
zoo der Algemeene als byzondere Staaten
is verwelkomd en ontfingen. Hebbende
die van Holland, u y t aanmerkinge van
den ingeleverden Staat der groote krygs-
koften, door den overleeden Prins W illem,
federt het jaar vyftienhonderdzevcn-
enzeftig tot vyftienhonderdvierenzeven-
t ig , d o o r ’t oprechten van verfcheydene
veldlegers gedraagen, aan des zelfs fterfhuys
vyfjaaren achtereen telkens eene fom
van veertigduyzend guldens tocgclegd, (3)
om dus eens van allc naamaaning u y t dien
hoofde ontlaft te weezen. Dc Algemeene
Staaten o o k , overweegendehctzonderlin-
ge gcvaar , waaruyt Gods goedheyd ,
d o o r ’t voorzigtig beleyd van Graaf Maurirs,
dc Vereenigde Landen ftaande de laatfte
veldtogt gered h ad , hebben ook in
dankbaare erkenteniife tegens den zeftienden
van Wintermaand ecnen (4) algemeenen
Dank-Vaft- en Beededag door allede
befchermde Landen uyrgcfchrecven , om
dus God voor z yn e verleende hulpe ce danken,
en zich in ’t vervolg van zynen b y ftand
op nieuws te verzekeren. H et welke
ook tot het munten van deezen legpenning
aanleyding heefc gegeeven.
(3) Refol.
derStaaten
vanHoll.
4ju ly
1598. fol.
133-
(4) Bor
Ncdcrl.
Beroerten,
XXXV.
boek,
fol. 6
verfo.
I n ’t verfchiet der cene zyde ftaan de legers van Maurits cn Mendoza tegens dkander gekant,
terwyl voorwaart ecn man en vrouw met opgehevene handen den naam des//.£.£ Ä £ iV , over
den vcrlccnden byftand en onder dit oprchrift, looven en danken:
IN V I C T O R I A G R A T I .
I N D E O V E R W I N N I N G E D A N K B A A R .
Rondom het wapenfchild der Admiraaliteyt van Zeeland, ftaat in den rand der andere zydc
dit omfchnft. C A U S A M N O S T R A M A G I T . 1798.
G O D H A N D H A A F T O N Z E Z A A K . 1798.
Mendoza dus mct ftank van de grenzen
der Vereenigde Geweften zynd e aigetrokken
was geenszins naar de Roomfche Nederlanden
getoogen, maar deed, op ontfangen
bevel van den Kardinaal Andries
van Ooftenryk , hec geheele leger op
den Duytfchen bodem overwinteren ;
zonder zich aan deeze openbaare ichcn-
nis en overlaft des Roomlchen R y k s re
kreunen , o f zo o onbeichaamd ecn be-
d r y f , g elyk ’tgemecnlyk g a a t , door eenige
fchynredenen te bewimpclen. Schrik-
ly k is ’t verhaal der baldaadighedcn cn gruu-
welen, door weike Mendozaas uyrgehon-
gcrdc
gerde krygsknechten de ingezeecene des
Duytfchen R y k s , ftaande deeze winterlegering
, gefoold hebben. Munfterland,
de grenzen van Bentheym, Reklinghuy-
z c , hec Hertogdom Bergen, en ’cGraafichap
Mark waaren her fchouwtooneel
dcezer geweldenaaryen. Alles wierdc geplonderd,
dc landen i ii’t doortrekken verwoeft
, en de inwoonders tot hec gebeente
geknaagd en uyrgemergeld. Z ulk s de roo f
. op deeze w y z e verkreegen zo o groot was,
(0 H. dfi ( I ) dat ook zelfs gemeene rotsgezellen da-
Nc™Hift wiflel groote geldfommen aan
fol.37j. ‘ hunne vrienden in Brabant overmaakten.
Maarde gierigheyd, diegeene paalen heeft,
klom ftraks op tot hoogmoed, die cot dar-
relheyd, en deeze tot ongehoorde w reedheyd.
Dus deeden z y deeze heel eenvou-
dige menfchen hen verregezochte ip yzen
en allerhandegerechten van lekkernyen en
overdaadige dartelheyd opfchaffen. Die ’r
weygerden, die te traag gehoorzaamden,
o f die in vermoeden raakten van ’c hunne
verfteeken te hebben, viel men te l y f met
ftokflagen en pynigen. Eenigen heefc men
de leden verminkt, anderen de huyd gc-
korven, deeze leevendig g e zen gd , gene
gefchroeid cn gcbraaden, ja getracht door 1798.
’c moorden van zwangere vrouwen (2) en —
onnozele kinderen den algemeenen fchrik
te vergrooten: van wclkc gruuwclen de Ned.Hift.
mishandelde gemeenten oncelbaarc voor- fo*-376.
beeiden , beveftigd door geloofwaardige
ge tuy g en , naamaals hebben in ’c lichc gegeeven.
Geene mindere zekerheyd heeft
men van dat geheele kloofters van Godge-
w yd e maagden cn geftichten van Edeic
jongkvrouwen gefchonden wierden. Als onder
anderedatvan(3)Schollcnhorft,’tgene (3)Meter,
z y opbraken, plonderden, en w a aru y tzyd e
ftichcjuffers moedernaakr, naa zemisbruykc 410.'
te hebben, langs dc ftraaten joegen: zynde
de geyle moedwil der foldaaten zo o bccft-
achtig, dat z y zich geenszins over de alte
tedere jaaren erbarmdcn. Met een woord
de Vrouwen wierden in ’c aanzien van haare
mannen misbruykc, de Moeders gedwongen
haarc (4) Dochters cer fchendin- (4)H.de
ge over tc geeven , en moeften echcer bey- §J5°Hift.
den den geleeden hoon, uyc vreeze voor foi.^6.
nog erger , met ftilzwygen vcrkroppen.
De gedachtenis echter dierbedreevene bal-
daadigheden en Godtergende gruuwelen
wordc op deezen legpenning bewaard.
Drie naalcte reuzen, want Mendozaas leger beftondt uyt driederhanden landaardt, als Spanjaarden
Duytfchen cn Nederlanderen, beftaan op de eene zyde den Hemel met hunne knodfen te beftormen:
doch vermids ftaande dit baldaadig bedryf veele duyzenden dier geweldenaaren doorde j>eft,
den honger, en andere toevallen omkwaamen, ziet men op de andere zyde die drie uytzinnigen
door de Godlyke wraak en het afgezonden hemelsvuur ter aarde geworpen en verflaagen. Ter
wederzyden lecft men dit opfchrift :
C O E L U M S T O L I D U S Q U I T E R R I T A T A R M I S , A R M I S
R U A T C O E L E S T I B U S . 1798.
D A T H T , D I E D W A A S L T K D E N H E M E L M E T W A P E N E N BE-
S T R T D T , D O O R 'S H E M E L S W A P E N E N V A L L E . 1798.
Graaf Maurits in tegendeel had, zo o v c e l
hem moogelyk w a s , den k ryg met de minfte
fchaade der gebuurvorften gevoerd : Invoege
h y de onzydige plaatien, die men
uyc nooddwang en toc e jg e befcherming
had moeten in b ezit neemen, g elyk ook
dicmen van den vyandgewonnenhad,aanftonds
en zo o dra hec gevaar afnam, aan
de Duytfche krygsbenden weder deed overleveren.
Waardoor h y z o o grooten lo f by
die Volkeren inleyde, dat z y door een pleg-
I.Heel.
tig Gezantfchap hunne dankbaarheyd (7 ) (5) H. de
en gehoudenis wegens dit edelmoedig ge-
drag en aan de Vereenigde Staaten en aan fol. 365. *
G raaf Maurits betuygd hebben. Integendeel
wierdc door de Gemagtigden van den Ne-
^ derwcftfaalfchen kreyts eene famenkomft
I ce Keulen (d) befchreeven, en b y die ver- (6)Meter.’
gadering beflooten aan den K e y ze r en
de naaftgclegene Standen om hulpe te
zenden, gelyk ook aan Mendoza , doch
om wegens zo o ongehoorden handel
Q .q q q q q op