.,.1' ''I
i
I i l r
? 1 j
\ì
i 5'7 9 -
Op de eene zydc zict men eenen Arend met eenen olyf- of Vredetak in zynen bek: welke vo-
'el (i) al van de Romeynen ten tyde van Tarquyn, den vyfden Koning Tarquyn^^ ^ van Rome, tot een
(i)Hcifs
Hift. de g;
l'Emp. veldcekcn aangenomen, cn als nog" het zinnebeeld des Duytfchen Ryks is. Waar op ook die
tom.I.pag. omfchrift zync betrekking heeft;
C Æ S A R I S A U S P I C IO .
O N D E R ’S K E 7' Z E R S G OED B E L E T D .
(i) Ou- De olyftak is van de oudfte tyden zoc by Heydenen als Chriftenen geweeft het zinnebeeld van
daan R. den Vreede. By de Heydenen; omdat de konften in tyden van Vreede meeft (z) bloeijen; en
Moos- Minerva, die de Godin der konften is, den olyfboom in haare befcherminge houdt. By dc
(’3^^?l3ock Chriftenen; om dac, nait dat de wraakoeffening des Zondvlocds (3) ophieldt, een’ duyf mct ee-
Mofts kap. nen olyftak tot een teken dat de wateren gevallen waren, en by gevolg de gramfchap Gods bc-
¥111.^11- vrecdigd was, in haaren bek naar de ark te rüg keerde.
Æn Ub Op andere zyde ftaat cen Vreedebeeld houdende eenen fruyt- of overvloedshoom in den
XI.y.3Ö2. rechteren arm; waarop die (4) omfchrift zict:
T E P O S C IM U S O M N E S .
PFT A L L E N S M E E K E N OM U. 1779.
(0 ßor
Nederl.
Beroerr.
XIII.
boek,
fol. 103.
vcrfo.
Van der Staaten w e g e , waaren tien
Gemagtigden op den vicrden van Bloei-
• maand (7) te Keulen gekomen, en federt
de handelingen , tot het verkrygen van
eenen gewenfchten V re ed e , wederzyds
met veel yvers begonnen. Dan terwyl
men buyten ’s lands om ’t hereenigcn der.
vreedebreuke arbcydde,reezen geene klcy-
ne verdeeldheden over het aanneemen o f
verwerpen der aangeboodene voorwaarden
van dien onder de verfcheydene Leden der
Regeeringe, naar dac ieder, o f door belang
van Godsdienft, o f byzondere inzigten
wierdt gedreeven. Want de Roomfchen
betuygden, dat de vrydommen des Lands,
b y de gedaane aanbiedingen genoegzaam
verzekerd waaren, des dat het tyd wierdt
om cenmaal dc wapcnen afcc leggen, die
men alleen tot hec bekomen van deeze ver-
zekerdheyd voorheen had opgevat. Dac
verder, wat de Vryheyd van den Hervormden
Godsdienft aanging, z y zich ongehouden
achtten daarvoor langer de wapcnen
te voeren, mids men in Holland en
Zeeland, daar men den Hervormden Godsdienft
in volle vryheyd zag , den Roomfchen
(6 ) genoegzaam onderdrukt hieldc,
vanHoll. Geeftlyke goederen zag aanflaan, ja
30 April zelfi» cot uycrooijing van hunnen Gods-
1^79-fol. gebruyken. De Onroomfchen in tegendeel
betuygden dat hen hun Godsdienft
(6) Refol.
firStaaten
ruym zoo ve e l, als ’s lands voorrechten ter
harte ging, cn weynig naa zoo veelblocd-
ftortens zoude gevorderd z y n , zoo niec de
zekerheyd voor beyden bejaagd was. Dat
verdcr de vrees der Roomfchen zonder
grond w a s , mids z y overboodig waaren de
zelfde verzekeriqg aan de Roomfchen te
geeven , welke z y , om van hunnen Godsdienft
zeker te z y n , althans te vergeefs
van den Spaanfchen Koning verzochcen.
Anderen (7) weder maakten de gemeente (7) Hooft
diets hoe’t vergelyk bereyds getroffen was, h S
en alleen achterwege bleef door de baat- 670.
zucht der genen, die in ’t bewind waaren
geraakt ten tyde der beroerten, en geene
kans zagen om, zo o de Vreede getroffen
wierdt, daarvan het ongcrechtigdc vrucht-
genot te können behouden. Het welkc te
Üyfrechc van die uytwerking w a s , dac dc
Regeering genoodzaakt wierdt b y openbaare
(8)afkundiging deeze betigting tC(8) Bor
wederleggen. Eyndelyk men vondt ’e r ,
dien de haat tegens den Spanjaard niet xin
weynig in den krop ftak, en die openlyk
betuygden dac dc aangeboodene voorwaarden
ganfch onaannecmelyk waaren, mids
z y de gemeente gccnzins eenen bcftandi-
gen Vreede, maar flechts uytftel tot zwaardere
beroerten voorfpelden. Dierhalven
dat het bctciAvas eenen opcnbaaren oorlog
te voeren, als door een gevcynsd Vreedcverbond
verftrikt zynde zich ^
tyds Egmond en Hoorn, zonder ’c doen
van tegenweer ter flagtinge gebragt te zien.
Het gene ook de Scaaten door deezen
aangebooden Vreede ontftaan, hebben
doen muntcn, om dc gemeente cot het
achtervolgen van den begonnen oorlog
aan te moedigen ; zoo de Spaanfche
r f 7 9 -
denk!!en legpenning betuygen, welke z y , ¡Koning toc hec bewilligen van gunftiger
ziende zoo groote verdceldheden over den ’ voorwaarden nict te brengen waare.
i. en II. Op de voorzyde van beyden ziet men twee ruytersj cn even zoo veel knechten, door (i) Hooft
hunne klecding ligt te onderkcnnen, in een onderling gevecht: en op de achterzyde de (i) rom- Ned. Hiil.
pen van Egmond en Hoorn uytgeftrekt, en hunne hoofden op ftaaken , hebbende beyde tot
randfchriften deeze fpreuk van de (i) Lagedemoniers:
P R ^ S T A T P U G N A R E P R O P A T R I A , Q U A M S IM U L A T A
P A C E D E C I P I . 1779.
’T / S B E T E R F O O R ’T , F A D E R L A N D TE S TR TD E N , A L S
D O O R E E N G E F E T N S D E N F R E E D E V E R S T R I K T
TE W O R D E N . 1579.
w'. !1
r.-p
Nederl.
Beroerteni
XIII.
boek,
fol. ly j .
boek,
fol.147.
Wat men ook wegens de waarheyd deezer
verfchillende gevoelens mag oordeelen,
zoo is ’c echter zeker, dac de Spaanfche
Koning (3) b y deeze handeling geenkleyn
gewin deed; zoo door den twift/ die on-
BeroHten» verbondeiic Staaten federt meerder
tocnam; als door de verzoening die de
WalfcheGcweften,des tecerdcr metParma
aangingen. Veel moeite hadden de Sraaten
aangewend,opdat die Landlchappen den
Spanjaard nier zouden toevallen; cn niet
alleen by brieven een- en andermaal hen
daartoe aangemaand, maar, om die on-
weder tc doen verdwynen, den A bt vati
Sint Bernards, den Markgraaf van Havre
(4) Hooft (4) en den Raadsheer Meetkerken aan dc
Geweften gezonden om die, tot
hec aankleeveii der onderlinge vereenigin-
g e ,t c beweegen.Terwy l deeze Zich aldaar
met de uytvoeringe van dien laft ophiel-
deii, vondt de Magiftraat van Bruffel goed,
ook eenige Gemagtigden ten zeifden eynde
derwaart a f cc vaardigen, en koos daartoe
den Schacmeefter Willem van Hekke, en
den Geheymfchyver Meefter Kornelis
Aatffcns. Vriendclyk wierdcn ze tc Bergen
ontfangen; maar gekomen rot Atrecht
verftonden z y uyc de Staatfche Gemagrig-
b') Hooft den (7) hoe onwaardiglyk die daar b^ejc-
gend waaren, en dat hen niec beters te
wachten ftondt. ’c Gene ook alzoo gebeurde
; want z y wierden. onheufchlyk
voor ’c hoofd geftootcn, en hen door dc
Staaten nict alleen gehoor, maar ook dè
ftad ontzeyd , met bedreyginge van dat
de burgery gefchaapen was hen op het l y f
te loopen. N a a ’t vertrek deezer Gezanten
vcrdroeg Emanuel van Lalain Heervan
Montigny zo o voor z ich zelven als de
misnoegde Walfche benden (6) ren getalc (¿) Hooft
van zeven- o f achtduyzend knechten,
midsgaders vierhonderd ruyters en etiyke ° ’
delvers, zich voegende rot den Koning;
onder uytdrukkelyk beding, dat de Gentfche
Vreede, de nadere Vereeniging e n ’c
Eeuwige gebod in alien deele zoude haage-
komen worden. Op deezen v oet zich met
den Koning verzoend hebbende, begaf hy
zich den zevenden van Grasmaand naar A-
trecht,en verfcheen in de vergadering der
Staaten van Artois, der Gemagtigden van
Henegouwe, R y f le l, Douay en Orchies,
en ontdekte daar niet alleen zyn e gcmaak-
ce verzoening, maar wift ook de gemoederen
in z o o verre over re haalen, dat alle
die Landfchappen , gelyk ook z yn Broeder
Philips van Lalain, Landvoogd vanHenegouwe,
op de aanmaaning vanden Graaf
van Mansvelc en Aremberg, z ich mede
(7 ) op den zeventienden van Bloeimaand (7) Hobft
denKoning onderwicrpcn. VandeezenPhi-
lips van Lalain, als Landvoogd van Hene- 061.'
gouwe, wordc een legpenning, in h e tja a r
15-77. gemaakt, gevonden , welken ik ,
mids gewagmaakcndc van z y u e verzoening
met den Koiiiirg, hier plaats gccve.
Z z z 2 • Het
:i*
I f f ' .
i l . i' ; " ÿ j