1563. A N T O N I P E R R E N O T , P R I E S T E R D E R H E T L I G E RO OMS CHE .
^ K ERK E , - K A R D I N A A L , A A R T S B I S S C H O P F A N
ME CH E L E N .
Dc tegenzyde verbeeldt cen zwaar en byfter' onweeder , door het welkc het fchip van Eneas
tot zinkens toc, ja met her over boord vallcn zelfs der boof^gczellcn , op zee wordt gefold en
geflingcrd: tenvyl de Zeegod Ncptuun met eenen opgcheven drietand de bulderende winden dreygc
enbcltraft, om de noodlydenden uyt het voor oogen zynde doodsgevaar te redden; van welke
eenigen met in dcii mail, anderen met in de boot te klimmen zieh trachten te behouden. Gelyk
ook de Trojaanfche'Voril zelF op 'de ifierplecht zittende zyne reysbroeders aanmoedigt met het
meergedaclite woord ; bier boven eenen regenboog tot opichrift gefteld :
D U R A T E .
F O L H A R D T .
II. De tweede heeft wederom het borftbeeld van Perrenot in BiiTchoplyk gewaad, doch met
ontdekten hoofde en dc Ilinker zyde naarbuyten ; binnen den zoom deezer tytelen op her
I'oorftuk ;
A N T o n i u s , S a c r , * e R o m a n .® E c c l e s i / e P r e s B i ‘t e R ,
C A R D i n a l i s G R A N V E L A N U S .
A N T O N I , P R I E S T E R D E R H E T L I G E R O OM S C H E K E R K E ,
K A R D I N A A L F A N G R A N F E L L E .
Het raggeftuk vertoont wederom het gemelde fchip met gefcheurde zeylen, door eenen gc-
weldigen ftorm beftookt; en den Trojaanfchen Held, ftaande op de ftierplecht, en zyne lands-
gcnooten moed geevcndc met het woord :
D U R A T E .
F O L H A R D T.
III. De derde vertoont hem wederom met de rechter zydi naarbuyten, ontdekten hoofde cn
in zyn BiiTchoplyk plegtgewaat, binnen deeze tytels op den eenen kant :
A N T o n i u s , S a c r ® R o m a n ® E c c l e s i ® P r e s B i t e R ,
C A R D i n a l i s G R A N V E L A N U S .
A N T O N I , P R I E S T E R D E R H E T L I G E R O OMS CH E K E R K E ,
K A R D I N A A L F A N G R A N F E L L E .
Op den anderen kant ziet men wederom cen fchip verbeeld ; wiens groote maft door cen zwaar
onweeder is gebroken en over boord geworpen; onder dit bovcngeftelde opfchrift:
D U R A T E .
F O L H A R D T.
IV. Rondom des Aartsbiflchops borftftuk leeft men, op de ecnc zyde van den vicrden, in den
rand deeze tytels :
A N T o n i u s P E R R E N O T , S a c r ® R o m a n ® E c c l e s i ® P r e s B i t e R ,
C A R D i n a l i s G R A N V E L L A N u s .
A N T O N I P E R R E N O T , P R I E S T E R D E R HE T L IG E
' R O OMS CH E K E R K E , K A R D I N A A L F A N
G R A N F E L L E .
Boven een reddcloos fchip , dat met gebrokene maften en touwwerk , door eenen gcwcìdigen
zeeftorm gcflingerd wordt, cn in T uyterfte gevaar is, lecft men het meergemckfc woord op dc
andere zyde:
D U -
D U R A T E .
F O L H A R D T .
1503.
V. Op den laatften is eensdeels Perrcnots wapenfchild onder eenen Aartsbiflchoplykcn hoed;
andersdeels een fchip in’t midden der ontroerdc golvcn cn groot zccgcvaar afgebeeld ; en daaron-
dcr op cen fierlyk fchildtje wederom te leezen het woordt :
D U R A T E .
F O L H A R D r.
Welk woord ongctwyfcld genomen is uyt den 21 r. dichcregcl van Virgilius eerfte bock der
Encade;
• D U R A T E , & vosmec rebus fervate fccundis.
F O L H A R D T flechts, en bewaart u zelfs voor beter' zaaken.
Waarmede de godvruchtigc Eneas zyne afgcmatte en gefolde Trojaanen heeft aangefproken >
even naadat ze bet uytgelaaten onweedcr en dreygende zeegevaar,door den byftand van Neptuun,
ontkomen, en behoudcn op de kuft van Libie geland waaren ; om dus het harcewce zyncr vermoeide
reys-en landsgenooten te verzachten, en hen met de hoope van cen beter lot en toeko-
mende voorfpoed verquikkcnde , tot verdere onderneemingen aan rc moedigen. Geheel anders
dan hier Granvelle, cue met dit woord in fchimp der Edelen overdaad quanfuys aanmoedigende
cn hunnen wedcrwil tergende, zieh zelven tegens hen tot de uyterfte proef van volhardinge aan-
boodt.
H ie rkw amn o gb y dat h y dagelyks meer
cn mccr, door oogluyking der LandvoogdeiTe
, zoow e l al het gewigt der Neder-
(i)Hooft landfche ftaatzaaken,als het begeeven ( i )
geeftlyke en werreldlyke anmtcn aan
zieh t r o k , en veeltyds naa ’t icheyden
van den R a a d , met Viglius en Barlemont
geheym naagefprek houdende, de
Prinieii van Oranje en Gavcre met den
Graavc van H o o rn , als over de hand
z y n d e , her ftaan toekeyken. Dit fcheen
lien onverdraagelyk, zulks Egmond, de
G raa f vanden Berg en de Baron van M on tign
y , benevens meer voortreffelyke Edel-
lieden te iaamen op zeker gaftmaal aan
tafel zittende, en van hunne Nederduytfche
gemoederen doo r’t nuttigen des wyns
alle hooffche achterdocht hebbende a^e-
ip o e ld , begoften onderling het hoogdraa-
vende gedrag des Kardinaals a f te maalen en
hun ongenoegen des weegen te uyten. De
een betuygde dat z yn e baat-en ftaatzucht,
cn andere haatelyke eygenfchappen niet
langer te lyden waaren ; een ander dat
hunne verdraagzaamheyd hem des te meer
moeds g a f : dierhalven wierdt eenpaarig
beflooten zieh met gelyke fchamperheyd
en eenen duydelyken boon aan dienvreem-
deJing te wreekcn. En kleeddcn z y hicr-
op, volgens Egmonds voorflag (dien (2 ) ('i)i3entir.
’c lo t , d a ar 't aan gefteld was, tot dc uyt-
fpraak hadt uytgekipt) hunne dicnaars (3) 13- °
in zwart iaken met eenen zotskap op de a^eleifo*
mouw geborduurd, om daarmede des Kar- Belg. Dec.
dinaals uieuwbekomc waardigheyd tc be-
fchimpen, en hcm te doen verftaan, dat
z y n v erwy t van quiftzotternye hen nog in
den krop ftak. Dit befluyt wierdt genomen
ten huyze van Gafpar Schets Heere
van Grobbendonk, welke het gezelichap tot
zynent onthaalde. Van deezen, die een
goed (4) Dichter cn ook een voornaam(5) ^4) F«nc.
kennet en bezitter van penningen was, is AThen*
my dit gedenkpenningtje ter hand geko- Bdg. fol.
men , ’t gene in het jaar vyftienhonderd-
negenenzeftig gemunt Ts ; dan dewyl ik ciard.
in dat jaar niets van hem gemeld vinde,
heb ik voegelykft geacht her zelve , mids fo]. 302.
dit gewag zyns naams , alhier te plaatfen.
Dc voorzyde voert rondom zyn borftbceld, dat met dc rechter zyde naar buyten ftaar, dit
i-andfchrift :
m .
t- .
7 . Deel . GAS