i4 i l l
OndertuiTchen fchecii ook de Hemcl,
p cergd door de dagelyks toencemcnde
boosheden, tot de overmaac dcezer inland-
fche elende nog zyn e ongenadetoe te bren-
gen : want door de ftrafheyd van eene
vorft ( i ) wierdt het geheele
Beroerten, en door de daar uyt ryzende dierte
S ' voeffcr de veehocder fol l6 '****^ VIV V GVUG>l.UV,J. (%) lnlIiteLt wWeCyJnlliIgg
(Vi-), ■ H^ oofftt C1gVe’ d' r"uk' tv, d. ovordi ie. nv e.en1er koeije lhlUoWoii vvyyfi--
Nederl o f zescntwincig goudguldens, van achtcnt^,'
° twintig ftuyvers, kwam te geldcn, daar
men, b y effene tyden, ligtelyk het becft
om koopen kondc. Dierhalven was de
drocfheydin Nederland alom gemeen, terw
y l vaft ieder uytzag o f ’er geene middelen,
tot verligting van’sLandsrampenkon-
den beraamd worden. Oranje Icheen de
eenigfte daar zich aller oogen op geveftigd
hadden : welke alles ter zyd e ftellende,
dat een achterdenkend gemoed zoude können
weerhouden, eyndelyk een befluyt
nam van door kracht van wapenen het u y terfte
te waagen, het geluk te beproeven,
en A lv a , thans nog vlot in het onbeftor-
ven bewind, in ’t hart v an ’t land langs verfcheydene
kanten te beftooken. Eer h y
echter dit voorneemen werkftellig maakte,
lenNed!*' *^cn achtcntwintigften van ( 3 )
Hift. fol. Zomermaand, een vertoogichrift in druk
uytgaan, i n ’ t welke h y , den handel der
Spanjaarden op ’t leevendigfte hebbende
afgemaald, verklaarde: hoe de Nederlanden
op het punt en in het uyterfte gevaar
(4) Bor
Nederl.
Beroerten, ecUW
ftonden (4) van door een gewis bederf en
— eeuwige flaaverny overrompeld te wor-
h y , zo o u y t loutere geneegenheyd
tot deeze eertyds zo o vrye
(5) Hooft landen, als aangezet door den e ed , voor-
irfft^foi handhaaving hunner vrydommen
1S6.' ' gedaan, eyndelyk beflooten had (5) dewa-
pcncn o p tc v a t ten , en dus ieder aanmaan-
d e , om insgelyks door rechtvaardigenood-
wccr z ich van dc dagelyks toeneemende
overmagt der Spanjaarden te ontflaan, de
overgeerfde vryhedcn te handhaaven en
hunne w y v en cn kinderen van het ju k der
voor handen zynde flaavernye te bevry-
den. Behalven dit kwaamen ’er nog verfcheydene
andere boekskens en gefchriften
zo o in de Duytfche als Franfche taale in ’t
lich t, welke(6) nergens anders toe ftrekten
als om de werreld van de rechtvaardig- Nedjaarb.
heyd deezer toeruftinge te overtuygen, 33- *
en de gemoederen der ingezeetcnen te Beroerten,
meer tot het verdeedigen hunner vrydom-
men aan te zcttcn. Deeze krachcigc be-
weegmiddelen lietcnde Spanjaards niet on-
beantwoord,nochte daar ontbraken’er,die
dezelve uytkreeten als eenen dekmantel,
waaronder Oranje flechts z yn e ftaatzuch-
tige aanflagen ten kofte der arme ingezee-
tenen verborg. En wat het verlies der
voorgcwende vryheyd aanging, betuygden
z y , datmen dit niet aan de heerfchzucht
der Spanjaarden, g elyk men voorgaf, maar
aan de toomelooze vryheyd z e lv e , die
zich ieder in de voorleedene beroerten had
aangemaatigd, te wytenhadde: om welke
m haaren voorigen luyfter re herftellen
niets beter was, als de fchuldigen,
die g e lyk breydelooze paarden de garee-
len van gehoorzaamheyd hadden af-
geworpen, thans anderen ten voorbeeld
met fcherpe fpoorflagen cn (7) op 't (7) D=
ftrengfte te ftraffen ; doch integendeel de S T ,' p.
getrouw gebieevene in den dienft van f o l l v '
God en den Koning met weldaaden tc be'-
loonen en op te hoopen. Welke zin-
Ipccling de mhoud van deezen legpen-
ning is.
L I B E R T A S L I B E R T A T E P E R I T . ij-öS.
DE V R THE TD GA A T DOOR DE V R YHE TD V E R LOOR EN. if68.
OndcrtuíTchcn had de Prins van Oranjc,
om z yn c krygsmagt op de been te bren-
(I) Hooft gen, zich veivoegd b y ( i ) eenige Duyt-
Nederi. í¿he V o r fte ii, en van hen, naa ’c voor-
draagen van den nood des Lands, volko-
(z) Hooft lue vryheyd gekreegen , om (a) de ver-
Ned^ Hift. zochte manfchap in hun gebied re ligten.
Dus wierden alom wapenen verzameld,
k rygsmyg aanbcfteed, laft- en bcvelbrie-
ven afgevaardigd, cn op ’s Prinfen naam
met allen Ipocd de trom ter wervinge geroerd.
Graaf Johan van Naflbu bewces
ook op dir pas den Prinfe eene zonderlinge
proef van broederlyke liefde, ftellende alle
Hilf dir ^ ^ ^ heerlyke goederen tot onderpand,
Ned.Ow]. om te vinden eene zo o groote geldfom,
foJ. 6. dat al het gene door Ke y ze r Karel b y Koning
Chrifiiaan van Dencmarke, o f door
Hertog Karel van Bourgondie b y Koning
Eduard van Engeland, hunne verdreevene
zwagers, eertyds gedaan w a s, fchoon van
ongelyk groocer magt cn rykdom weezen-
dc , by dir bewys van hulpe niet haalen
mogt. De Prins van O ran je , die voor
z y n vertrek u y t (4) Holland van deszelfs
Staaten achtienduyzcndguldens, o p z yn c
vafte goederen, geligt had, willende too-
nen dat alles voor de gemeene zaak ten
befte w a s , verkocht nu z yn c dicrbaar-
fte k le ynood icn, goude cn zilvere va-
ten, tapyten Cn alle s , wac verder die
doorluchtige huys tot pracht en Vorfte-
lyken luyfter ftrekte : hoopende met Gods hulpe, zo o voor de wetten enden
Koning, als de gemeente, den voorgeno-
men krygstogt gclukkiglyk te ziillcn voj-
voeren. Welk verpanden en verkoopen
zyner Vorftelyke goederen zo o w e l,
als het ftellen der gemelde woorden
(5) in zyn e vendels dc reden geweeft
z y n , dat de volgende penning gemaakt
Í4) Refol;
der Staat,
van Holl.
16. Dec.
1567. fo l
Hooft
. icd. Hift.
fol. 196.
b e S c r r ™ Spaanfchen Koning fn’t hamas fla.« afgcbeeld, heb-
t o d c de rechterhand een bloot zwaard en in de flinker eeSen lauwerkrans; b L c n diVom-
P O E N A E T P R A EM IO .
DOOR STR A F E N BELOONING.
Í*' IlT“ '“' Op ‘I ' an'iare tyáa ziet
v a i
als het zinnebeeld der voorige
(8^ Lucanus: Mdaadighcden. Het om- cn opfehrift is genomcn uyt het hcidcndicht
l i b e r -
Op de cenc zyde ftaat des Prinfen wapenfchild en daar onder het gulden VHes, hebbende vooits
de rand deeze tytels tot omfchnft:
G U I L I E L M u s , D e i G r a t i a P R I N C e p s U R A N I a E , C O m e s
N a s s a v i ® , C a t t i m e l i b o c i , D i e t z i ® Z c . B a r o
D o m i n u s q j u e B R E D A e .
W I L L E M , DOOR GODS G E N A D E P R I N S V A N O R A N J E ,
GR A A F V A N NAS SOU, K A T Z E N E L B O G E , D IE T Z
e n z . B A R O N E N H E E R V A N B R EDA .
Op de andere zyde ziet men eencn pellikaan afgebeeld, die zyne borftopent, om zyne jongen
met zyn bloed te voeden. Welk zinnebeeld de Prins mede in zync (ö) vcidtekens voerde, gelyk
gezegd is van het opfchrift der woorden;
P R O L E G E , R E G E , E T G R E G E .
VOOR D E WE T , D E N KON ING , E N H E T VOLK.
Nog ftaan zoo boven als onder het zinnebeeld dccze twee woorden:
•n (<5)Mete-
ren Ned.
Hi», fol.
61.
I. Deel.
D I V I N O F A V O R E .
O N D E R GODS GUNST.
F f Bet
o )
Í' 1
^ I