. r , j
H tïio
iii:
3<io N E D E R L A N D S C H E
i 5'^5'- gelen bykaiis geheel overlchaduwde. Ver-
icheydene konftftukken / als de Elcfiint,
Walvifch , ’t Oorloglchip , en andere
konftgevaartcn van den ommegang
verraeerdcrden ook den fteep. Onder anderen
hadden ook de Genueezen' op'
Ned.^H?ft Meerbrug ( i ) eene Stcvcn zuy l, vol-
foUofc/ gens de Dorilche bouworde gefticht, dic
mct haaren voetftal b y de honderden vyftig
voeten hoog, het ftandbeeld van Alexander
den Grooten gekleed in krygsgewaad,
naar de w y z e der oudc Grieken en R o meynen,
voerde; door het welke (2) A-
lexandcr van Parma bctekcnd wierdt. foi.
Welke gefchipbekte kolom men als nog
op deeze zyn e penningen verbeeld vindt.
I. Op de voorzyde ftaat hec geharnafte borft&eeld van den zeegepraalenden Landvoogd, eft in
den rand deeze tytels:
A L E X A N D E R F A R N E S iu s , P A R m « P L A C e n t i ® q u e
P R I N c e p s , B E L G I U M D U M G U B E R N a r e t .
A L E X A N D E R F A R N E Z E , P R I N S F A N P A R M A E N P L A C E N Z E ,
A L S H T L A N D F O O G D F A N N E D E R L A N D W A s !
De rugzyde verbeeldt de hiervoor befchreeve ftevenzuyl, waarop het ftandbeeld van Alexander
den Grooten ftaat, houdende in de eene hand den bevelftaf van’t gevoerdc gebied, en in de andere
een flangerond, zynde het zinnebeeld der eeuwigheyd, of, om beter te zeggen, der eeu-
wigduurende eere, die Parma, met Antwerpen te winnen, verkreegen had. Ter wederzyde van
de kolom ziet men twee zeegetakken, en aau den voctftal zyne overwonnen vyandcn vaftgckluy-
fterd. Vei'der leeft men tot byfchrift:
I N V I C T O O P T IM O qjje P R I N C I P I . lySy.
A A N D E N O N F E R W I N H E L T K E N E N B E S T E N P R IN S . lySf.
II. De tweede die Ideyner en maar een Duytfch naamaakfel is,
m omfchriften, en dierhalven geene nadere befchryving van noode.
heeft de zelfde verbeeldingen
Geduurende de influyting van Antwerpen,
hadden de Vereenigde Geweften zoo
Cff Meter eenige (3) voordeelen
Nederl. * behaald: dan die waaren v ry kleyn in opzig-
S^vcrfo der genen, die aan den Prins van Parma
’ inmiddels waaren te beurt gevallen. Want
zyn e benden, die h y in den beginne deezes
jaars tegens de Vriezen en in de Velu-
we gezonden had, belegerden en veroverden
aldaar verfcheydene fchanfen en fterkten.
Desgelyks raakten dc Roomfche inge-
zeetcnen te Nieumege op de been, en krceg
daar door de fchok dier beroerce de ftaat
W Hooft der regeering aldaar eenen ( 4 ) geheel andc-
fof.989! Want de Roomfchen den v y f tienden
van Lentemaand hebbende de
wacht overvalfen, en de overige bezettclingen
onverhoeds aangetaft en in de gevangenis
gefmeeten, zetteden de oude R e geerders
af, en anderen van hun G e lo o f
in hunne plaats: waarop ftraks hec handelen
mec Parma en de overgaaf van Nieumege
volgde. Diergelyke aanflaagen
waaren ook reKampen, Aarnhem, en (7) (s) Hooft
Doesburg ondernomeu, dan alleen in de
laatfte plaats, toc genoegen der Spanjaarden,
uytgevoerd. Oin welke en de andere
voordeelen deezes jaars, als was hec veroveren
van Bruflel, Mechelen en Antw e r pen,
die van Henegouwe thans cenc vafte
hoope opvatteden , dac ook ecrlang de
overige Landfchappen, zo o niec geweldiger
hand veroverd , ten minfte zich zouden
genoodzaakt vinden , om mec Parma
te handelen , en dus Nederland ecnen
Vreede , dien men zo o lang ge-
wenfchc
H I S T O R I P E N N I N G E N . IIII. Boek. 361
w-cnfcht cn tot nogtoe vergeeffch langs gene klaarblykelyk door deezen legpen- i f » ! -
ZOO verfcheydene wegen gezocht had, ning van dac geweft wordc bewaar-
cyndelyk bekomen en aancreflcn. Hec heyd.
Dc arke vari deri Aarts\>ader Noach,door cene heldere bovcnftaande zon befcheenen,wordt °P / nt n l
de eene zyde in ’c midden der ovcrftroomende wateren gezien; tot welke de uytgelaate duyf met ^¿^5°
eenen olyftak ( i ) tc vug keert. De rand is omzoomd met deeze woorden; kap.Viil,
S P E S N O B I S P A C I S C L A R I O R I N D E V E N I T .
D A A R U T T K O M T O N S E E N E I F I S S E R I IO O P E
F A N F R E E D E .
Op dc andere zyde lecft men, rondom het wapenfchild van Henegouwe, in den rand dit omfchrift:
C A L C U L U S O R D I N U M H A N N O N I A . 1787.
R E K E N P E N N I N G D E R S T A A T E N F A N H E N E G O UWE . 1787.
(i) Refol.
derStaaten
vanHoll.
3 Oilob.
k S j , toi.
eol.
Beroerten,
XX. boek,
fol.73.
(ffBor
Nederl.
Beroerten,
XX. boek,
fol.n .
Terfo.
Om deezen gehoopten vreede te bevorderen
, zondt Parma verfcheydene brieven
aan die van Gouda (2) en andere fteden
der Vereenigde (5) Geweften: waarin h y ,
naa de reddeloosheyd der Staatfche zaaken
ten breedfte te hebben uytgemeeten, hen
het geduchte vermoogen zyn s Konings
vooroogen ftelde, en tot b ly k van zyn e
meer dan gemeene goedertierenheyd deeze
tot hunne vermaaning niet alleen afzondc,
maar hen ook u y t des zelfs naam een zoo
voordeeligen Vreede en gunftige voorwaarden
aanboodt, dat ieder, b y welken
maar de minfte redelykheyd plaats h a d ,
geene reden zoude hebben v a n ’t aannce-
men der ze lv e te weygeren, o f z ich , naa.
die aangegaan te hebben, naamaals daarvan
te beklaagen. Dan wat ook hiervan
z y , de gemelde brieven hadden geen gevolg
: i n ’t tegendeel men dreef in de Vereenigde
Geweften mer de afgevallene fteden
wegens den grooten hongersnood
openlyk den fpot, welke in alle de landen,
die zieh met den Koning verzoend hadden,
in dit jaar wicrdc geleeden. Z ulk s Graaf
Maurirs (4) trachtende den vyand nog
meer te benaauwen, van dic drukkende
ongemak door de Heeren Braflart en
Te y lin g e aan de Algemeene Scaaten b y
tyds kennis g af, welke dierhalven op den
achtentwintigften van Oogftmaand een be-
ftuyc namen, dat gcene(7) eetwaaren buyt
e n ’s lands, langs wac oorden, o f op wat
voorgeeven het ook waare, zouden moogen
den vyand worden toegevoerd. En
niet vernoegd met dit gebod aan alle Uyc-
leg gers , Tolh uy zen , eu fchepen van
oorlog te hebben laaten aankondigen ,
hebben z y iedert nog den gemelden Graaf
en den Raad van Staate gemagtigd om
eenige vrybuyrers aan te neemen, ten eynde
die de toegangen en (ri) ftroomen zou den
bezetten, en allé zulke fchepen weg-
necmen, die den toevoer van eetwaaren
naar den vyand onderftaan mogten. Door
welkc voorzorg hec gebrek in de vyand-
ly k e grcnsftcden federt nog zeer merkelyk
roenam en geen mondkoft, als voor zeer
hoogen p ry s , was te bekomen. Invoege
men in de Vereenigde Geweften deezen
legpenning tot fchimp der afgevallene
Antwerpenaaren heeft geflaagen; welkc
o m ’t kleyne gebrck van eetwaaren te ontgaan,
’ cgene z y door de influyting begoften
te lyden , zich te voorbaarig onder den
Spanjaard hebbende begeeven, thans in
geen minder ongemak, als de overige van
dien landaardt, zich bedraaid vonden.
Refol.
lerStaaten
van Holl.
31 Aug.
ij8« .fo l.
514.
I Sept.
fol. 534.
8 Sept.
fol. 542.
XX. bock,
fol. 72.
1' ' ’
' (to
'V, ’ to
F't