r a i l
»
J O H A N K A Z IM I E R , D O O R G O D S G E N A D E P A L T S G R A A F
— — — D E S R TN S , H E R T O G V A N B E T E R E .
Op dc achterzyde ftaat zyn wapenfchild, en daarboven een Olyf- en Palmtak, beydci
vangen dvoor eenen diiunantring , beftaande uyt twee geftrengelde rechtcrhanden : zync
. ’den omvangcn
diiunantnng bcitaandc geltrengelde recntcriianoen zynde het
zinnebeeld van cen vaft eii onverbrcekelyk verbond, waardoor de overwinning cn vreede be-
jaagd wordt. In den rand lecft men tot omfchrift des Hertogen gewoonlyke fpreuk;
C O N S T A N T E R E T S IN C E R E . 1778.
S T A N D F J S T I G E N O P R E C H T 177S.
(r) Hooft
Ned. Hilt
fo].6oo.
nL) Hooft
Ned. Hilt
fol. 601.
(3) Hooft
Ned. Hift.
fol.004.
Hoe vruchrloos ook de hooge voornee-'
mens der Staaten tc Icur licpen, zoo hadden
ook dc Spanjaards geen reden van op
gunftiger geluk te roemen. Want federt
hun leger onder Namen was g eweeken,
leedt het groot gebrek aan mond k o it:
waamyt bloedgang en pcft fprooten, die
r y k ly k onder de benden gingen weyden.
De Opperlandvoogd ( i ) z e l f was aan eene
quynendc zickte v a f t , en v o l hartszecr
vanzichin zo o fchraalen hoek verdrongen,
en geen h ulpe,als h y wel wenfchte, u y t
Spanje te gemoete rc zien. Voorts tot
deeze zyn e in- en uytwendige ontftelte-
niflen iloeg onlangs hiernaa eene peftige
koorts, die hem op den eerften van Wynmaand
, en haaftiger dan men waande,
u y t het leeven rukte; ’t welke de reden is
dac eenigen ( 1 ) z yn e dood aan vergiftiging
toefchryven. Prächtig wasde uytvaart,zoo
in fieraaden den overleeden aangedaan,
als in de forme der Iykftaatile,in de g roote
kerk van Namen gehouden. M e t D on Johans
overlyden (3 ) wierdt, ten verzoekc
der andere krygshoofden, het hooge bewind
des heirs aangevaard by Alexander
Farneze Prins van Parma, die ecn Z o o n
was van de geweeze LandvoogdeiTe Margreta
van Parma; en d ie , mede brengeu-
de de oude regementen der Spanjaarden cn
Italiaanen, in ’c begin (4) deezes jaars tc (4) Bor
Marche in Famine b y Don Johan was ge- ledevi,
komen, omde krygsbedryven deezes lands xii.boek’
by tc woonen. De Koning, kennende
Parma voor kloek van verftand, gezet van
zinnen, en geen minderen konftenaar, als
z y n overleeden Broeder, om harten te
winnen, beveftigde hem i n ’c aangevaarde
Opperlandsbewind ; ce meer, mids h y hier
tc lande een ruym deel zyner (7 ) jeugd
gefleecen, der inboorlingen aardt doorkee- Ned. Hiil,
ken, cn goede kennis en vriendfchap met
den Adel gehouden had. De gedachtenis
v a n ’c affterven van Don Johan, en v a n ’c
aanftellen van Alexander van Parma tot
Opperlandvoogd is op deezen legpenning
voor dc naakomelingen bewaard geblcc-
(6) Ovid.
Faftor. lib. I. P-ilfiS, & feqq.
(7) Ovid.
Faftor. lib.
I.Y.43&
(8) Ovid.
Faftor. lib. II. ^.19.
Op de eene zyde Ilaat in den rechter’ hoek hec gekroonde wapenfchild van Don Johan j en
daarncvens aan den flinker’ kant dac van den nieuwen Landvoogd; binnen dit omfchrift:
M O R T u o D o MiNo J O a n n i A U S T R I A CO S U C C E d i t A L E X a n d e r ,
P r i n c e p s P A R m ® E T C .
O P D E N O V E R L E E D E N D O N J O H A N V A N O O S T E N R T K
F O L G T A L E X A N D E R , P R I N S V A N P A RMA . EN Z .
Verder ziec men op de zelfde zyde, boven die twee wapenfchilden, het jaar 1778; en ondei-
de zelvc I. 8?- dat is den eerften van Oäoher o f der achtfte maand van ’c jaar 1778. Want naar
de rekening der eerfte Romeynen was dc Wynmaand (die de tiende by ons is, en op wier eerften
dag Don Johan overleedt) by hen de achtfte genaamd. Want Romulus in den beginne maar
tien (6) maandcn in’t jaar ftellende, telde de maand Martius o f Maarc voor dc eerfte. Naderhand
heefc Numa (7) de maand Januarius , ter eere van Janus ; cn Februarius ter gedachtenis
zyner afgeftoi^ene vrienden b y ’t jaar gevoegd: ontleenende de tweede haaren naam xmFebrua,
oat het zocnofter voor de overleedenen (8) was.
Op
Op dc andere zyde van deezen legpenning ftiut het gekroonde wapenfchild des Konings; zyn- '^S7^-
dc de rand omzoomd met die omfchriit:
G E T o i r D U b u r e a u B E S F I N A N C e s D U R O Y . 1778 .
L E G P E N N I N G V A N ' S K O N I N G S R E K E N K A M E R . 1778.
(0 Hooft
Ned. Hift.
£01.589.
O) Meter.
Ned. Hift.
10!. 146-
(3) Montanus
over
Gnicc.
Belehr, der
Nederl.
foi. 156.
(4) La
Court m-
tereft van
Holl. pag.
(5) Montanus
over
Guicc.
Befchr. der
Nederl.
fol. 15 6.
(6) Mete-
ten Ned.
Hift. fol.
146. verfo.
(7) Hooft
Ned. Hift.
fol, 590.
Bctcr geluk hadden de Algemeene Staaten
in d itja ar aan den kant van OveryiTcl,
waarover z y tot Stadhouder ( i ) den Graaf
van Rcniienbcrg benoemd hadden. Dees
ziende dat de Hoogduytfchen, d ie ’t mer
den Spanjaard hielden, geenszins tot het
overgeeven vau Kampen en Deventer waaren
tc brengen, ontwierp onder belcyd
van Wouter Hcgeman tegens dc eeritge-
mcldc ilad eenen ( z ) aanflag om de D u y tfchers
daaruyt, cn de plaats zelv e aan der
Staaten zyd e rc krygen. Doch het voornccmcn
ontydig ontdektzynd e, floeg die
’er op den derden van.Hooimaandhctbeleg
voor. Kampen is eene der zesenzeflig ile
den, f s ) die in den jaare dcrtienhonderd-
zeftig door den oorlog, tuflchen Deene-
marke en Zweede gevoerd, zeer in haaren
koophandel wordende b efchadigd, tot
handhaaving het befaamde Hanzeatifche
verbond (4) onderling oprechtten, waarvan
z y alsnog den naam van Hanzeileden voeren.
Naamaals, flaande de regeering van
Ke y z e r Maximiliaan,heeft Kampen z ich ,
benevens nog eenentnegentig andere fle-
deu b y ’t K e y ze r ryk , ter verflerkinge
van ’t z e lv e , in den jaare (7 ) veer-
tienhonderdvyfentnegentig v e rvo egd , en
’t is hierom dat het eene v ry e Rykflad
genaamd is. Moedig vcrweerde he: z ic h ,
ftaande deeze belegering, als van alle nood-
druft r y k e ly k (6) voorzien z y n d e , hoewel
’t maar vyfhonderd man tot bezetting
inhad. Maar federt Sonoy mct de benden
van Willem (7 ) van Wyngaarden, van Aarnoud
van Duyvenvoorde, cn van Chriilof-
fel van Teylingen daar voorkwam, en dat
dievan binnen door zes muurbreekers cene
walbreuk van drieëndertig fchreeden gemaakt
z a g en , traden z y in onderhandeling,
volgens wier inhoud de flad aan Rcn-
nenberg op den twintigften vanHooimaand
door de bezettelingen wierdt ingeruymd,
welke beloofd hadden in de drie eerile
maanden geene wapencn tcgens de Algemeene
Staaten re zullen draagen. Z y hadden
z ich flaande de belegering v ry rekkely
k , in opzigte der Burgerye gedraagen
, des waaren met bewiiliginge van Bur-
germecileren, Schepenen, Raad, en ge-
zwoQre gemeente, om, hen de bcfproke-
ne leeniiigen op zyn en ty d te bezorgen,
en dus u y t der burgeren huyzen te houden
(8) van hec zilvcrwerk der flad, dat door
de Erfgcnaamen der afgeilorvene Magi-
flraatsicdcn , naar maate hunner bedieningeii
, zo o nu zo o dan ten gemeenen
gebruyke was vereerd geworden, den zestienden
van Bloeimaand deeze heele (9 )
halve cn vierendeelen klippingenvantwee-
cnveertig, van eenencwintig, midsgaders
van tien en ecn halven flu y vc r gemunt.
(8) Mete-'
ren Ned.
Hift. fol.
146. verfo.
(pjGerard:
Dumbar
Anal. tom.
III. pag, 59-
bezettelingen gefchied de, het Mofenhe-
kertje ( i o) genaamd, en tot hiiyden ten dage
ter gedachtenis van het zilverweric, dat dc
ilad eertyds bezeeten h e e ft , bewaard
wordr.
(ro) Gerf
Dumbar
Anal.tomj
III. pag. 53Î*
I. Hcc eerfte is ccn ftuk van tweeënveertig ftuyvers, (by de inwoonders eene Klipping ge-
T 1 1 2 naAmd)
ii:
., ‘ ‘ i
. i.'-i ■ ' I-
1
r i
" i
L i l to
M : : ' t o - ’ .