If i i
j
h li
T f 9 Ä- V I G I L A N D O P A X F I R M A T U R . ij-p«.
D O O R W A A K E N W O R D T D E V R E E D E G E F E S T I G D . i f s S .
I n ’ t verfchiet ilant op de andere zyde de Aartshertogiyke Kardinaal mct eenen Vrccdctak in
de hand. Voorwaart ziec raen tot cen bewys der Sp.aanfche trouweloosheyd, de gedachtenis van
de onthoofding der Graaven van Egmond en Hoorn , binnen het randfchrift deezen woorden,
vernicuwd:
S IM U L a ^ T A P A X E X I T I U M P A R I T .
E E N G E F E T N S D E F R E E D E B J J R T D E N O N D E R G A N G .
Gelyk de Spanjaard, hoezeer hy mar den Pays wenfchte, met vreugde echterdceze weygering
(i) H. de aanzag, (r) mids dic de Vereenigde Geweften mct den haat, van den aangebooden Vreede afge-
. llaa^ien te hebben, belaadde, zoo zag men nogtans aldaar, om alle gedachten van Vreede mct
Ned. Hiih jej^'spanjaard uyt de gemoederen der ingczeetenen te weeren, niet alleen deeze legpenningen rauii-
maa rook, waarlchynelyk met kennille en aanbindinge der Ovcrheden, in dit jaar den zes-
cntwintigdcn van Bloeimaand, door de Rethorykkamer van Leyde aan de andere kamers deezen
regel voorftellen:
Foor ecn beveynsde fayi een rechte cryg tc pryfen is.
Waarop onder andere die van Rotterdam in viermaal zeventien regels, waarmede zy den twee(
I'Luft- den ( i) prys, zynde vier tinne ftoopen, w on , op deeze wyze zich liet hooren:
hof vin
Rcthor.
by F. Ra-
vekngicn,
te Leyde.
) Bor
iederl.
Beroerten,
XXXIU.
boek,
fol.33.
verio.
Naedat de Troijancn, door veel princelycke daden „ clook,
De Grieken menig jaer ßoutmoedig hadden afgeßagen.
Zoo zynfe ten laetßen door geveynfiheyt verraden „ ook,
Jnnemende V houte paert, Tvaer in t'hacrder fchaden „ doock
Meefi derGrieckenmaght, die verborgen daerin lagen.
Düyfenrdiergclyke exempelen moght men hier voortdragen,
Van al die door beveynfdenpays zyn bedroogen:
Maer comer.de tot bevoys van onfe dagen,
Soo neemt de fchrickelyke Paryfche rnoort voor oogen.
Die men fonder refpeä van maeghfchap of adel fagb betogen
Aen de arme Hugenoten aen alien fyden.
Den handel des Nedrrlants voilt hier ook by vogen, (3)
fVaardoor men ons meefi anders zoeckt te brengen in V lyden
Dan door ecn beveyrfde pays, daer wy liever voor firyden_
Eloewel minlick verfaemt te zyn ons meefie verjolyfen „ is,
Maar Paus decreet doet myn feggen t'alien tyden,
Voor een beveynfde pays een reghte Crygh te pry fen „ is.
Al het wclke tot een vaft bewys en klaare uytiegging ftrekt, dat ook de derde legpenning op
het afflaan van den aangebooden Vreede is zinfpcelende.
III. W an t men ziet het Griekfche paard in ’ t midden van het in brand ftaande T ro je verbeeld
op de eene zydej wier rand met deezen Latynfchen dichtregel omzoomd is:
F i E L I X , Q U E M F A C I U N T A L I E N A P E R I C u l a C A U T U M .
G E LUKKIG , W I E N E E N S A N D E R S O N I I E T L E N
V O O R Z IG T IG M A A K E N .
Tn den rand der andere z yd c , op welke wederom een foldaat op eenen tooren de wacht houdt,
leeft.men deeze woorden:
V I G I L A N D O P A X F I R M A T U R . lypö.
D O O R W A A K E N W O R D T D E P A T S G E F E S T IG D . 179Ö.
IV . De inhoud van den laatften is eensdeels den eerften, andersdeels den derdcn legpenning in
alles g c ly k : waarom hy geene byzondere befchryving vereyfcht, als in de afbeelding kan g e zien
worden.
. Onaaii-
(r) Reiol.
derStaaten
vanHoil.
van 27
N ov . tot
22 Dcc.
15 93.fol.
577. en
578.
(2)H. de
Groot
Ned. Hift.
fol. 280.
kreegen heefc. Op deeze grondcn hccfc
de een uyc de oudheyd z y n recht, en d e
ander u y t een vcrjaard gebruyk z y n bezit
willen ftaande houden, zynde beyden on-
willig om iet in de gemeene fchatkift te
brengen, ten waare de ge ld en , volgens
ieders onderfteldc grondregels geind wierden
: hcc welke iu zo o ftrydige zaak onmoogelyk
was, en aanleyding g a f d a t ’cr
niets in de gemeene kas gebragt wierdc.
Hierenboven lag Holland nog zccr over
hoop met Zeeland, zo o w eg en s ’t ftuk der
(3) munte, als der belaftinge van den (4)
derwaart gaandeu turf , der v rygelcy
gelden (7 ) eu vau den col der uytgaande
waaren. En mids, federt hec vruchteloos
tc rug (6) komen der Hollandfche Gemagtigden
, deeze ontftaane misverftanden
eerder dagelyks meer toe- als afnamen ,
wierdt door de Staaten van Holland op ’c
allernaadrukkelykfte aau die van Zeeland
aantuyging (7 ) gedaan van ingeval het gefchil
voor den eerften van Herfftmaand niet
wasvereffeud,zich vande verbintenis,op’t
ftuk der vrygeleygeldeu en tollen, onderling
b y voorraad eertyds beraamd, mecter
daad ontnaagcn te zullen achten. En dew
y l ook tuflchen de Steden D o rd re ch t,
(8) Schoonhoven en Gorkom over den opflag
van ’c hoiic zo o zwaare gefchillen ont-
ftonden, dat de Staaten van Holland in
ditjaar v r y de handen (9) v ol werks hadden,
om die zaaken b y te leggen, zo o
behoefd zich niemand te verwonderen,
van in dit jaar weder dusdaanigen leg-
penniug , rot vermaan van onderlinge
eenigh eyd, re zien in ’c licht gegeeven.
Onaangezien de byzondere Staaten van
Holland, Zcc land , Uytrecht cn Vriesland,
boven de twechonderdduyzeud ( i )
guldens ter maand, voor de gewoonlyke
oorlogslaftcn, nogin veertien tonnen ichats
buytcngewoon bcwiiiigden , midsgaders
honderdduyzend guldens cot onderhoud
der veftingwerken, cu eens zoov eel, b ehalven
nog vyfcigduyzend ponden biis-
kruycs, aan den Franfchen Koning ten onderftand
weder voor d itja a r toeftonden,
zo o waaren echter de onderlinge verdeeldheden
onder andere geene k leyne oorzaak,
dac in hec zelv e mec zo o groote ingewillig-
de geldfommen weynig wierdc uytgercchr.
Deeze oneenigheden heerfchten wel meeft
in Vriesland fc ) tuflchen de Magiftraaten
der fteden en de byzondere Grie ten y en ;
waarvan ieder den gemeenen laft des oorlogs
ontduykende de vereyfchte fchattingen
in het geheel den anderen poogde op
den hais te dringen. Hierenboven wilde dc
ftad Groeninge, moedig op de voorrechten,
haar door Parma voorheen b y voorraad
vergund als z y nog onder den Koning
ftondc, met de Ommelanden een gemeen
gebied handhaaven: waartegens de laatften,
die alle gemeenfchap als eene vermindering
hunnerVryheyd aanzages, deeze gemeenfchap
trachtten a f ce fnyden, en dus alle
zaaken allecn naar eygen welgevallen te
beftieren. Wel is waar, dat z y van oude
tyden gezamentlyk, doch alleen uyc v r y en
w ille , wegens ’c w e lz yn des Lands,
met clkanderen hebben geraadflaagd, ’t
gene naderhand in gewoonte gebragt, zoo
door lang gebru yk , als door verfcheydene
onderhandelingen de ki-acht eener wet gei
7 9 <i.
(3) Refol.
der Ge-
comm.
Raad.
vanHoll.
30 Jan.
159Ö. fol.
(4) Rcfol.
derStaaten
van Holl.
12 Maarc
iSpö.fol.
(3) Refol.
derStaaten
vanHoll.
9 Mey
1396. fol.
207.
© Refol.
dcrGccomm.
Raad.
vanHoll.
30 Jm.
1596. fol,
(7) Refol.
der Ge-
comm.
Raad.
van Holl.
29 July
1396. fol.
fs^Refol.
der Gc-
comm.
Raad.
van Holl.
I I Dec.
1595- fol.
©Refol.
derScaaten
van HoIL
13 Dec.
IS9Ö. fol.
^¿ec.
1396. fol.
21 Dec.
i 59Ö.foI.
! 79-ei>!9S
Op dc cenc zydc ziet men twee oiTen, onder de fchaduw van eenen Oranjeboom, voor eenen
ploeg gefpannen ; waarrondom tot randfchrift ftaat ;
T R A H I T E Æ Q U O J U G O . iy p 5 .
T R E K T O N D E R E E N G E L T K D R A A G E N D JUK . l y p i .
I n ’t verfchiet zyn op de andere zyde dc ftad Hoorn , als blykt uyt het ondergeftelde poft-
hoorntje, cn voorwMit twec aarde potten verbeeld, dieop bet water dryven. Verdcr lecft men
m den vand tot omfchrift :
F R A N G I M U R S I C O L L I D I M U R .
W T B R E E K E N Z O O W T O N D E R L I N G S TOOTE N .
E e e e e e i In
I
M '" j ,
; ’-i 'I:
I ,j *